Sinds 15 december zijn alle theaters in verband met de coronamaatregelen opnieuw gesloten voor publiek. Repeteren mag nog wel, maar in plaats van te gaan try-outen en in première te gaan, gaat een voorstelling nu vanuit de repetitieruimte rechtstreeks ‘de ijskast’ in. Regisseur Celil Toksöz: ‘Theatermaken is geen wijn maken. Als je wacht krijg je niet automatisch meer verdieping.’

Je voelt je als theatermaker in deze tijd een beetje als Sisyphus, zegt regisseur Celil Toksöz. ‘Ook al weet je zo goed als zeker dat het niet gaat lukken, we blijven met dezelfde intensiteit die steen de berg op duwen.’ Er stonden inmiddels al verschillende premièredata in de kalender van Theater Rast omcirkeld: eigenlijk zou de voorstelling EUS, naar het gelijknamige roman van Özcan Akyol, op 21 maart in Deventer in première gaan, dat werd verplaatst naar 5 april en vervolgens is er ook nog even gedacht aan begin mei. Maar uiteindelijk heeft Theater Rast toch moeten besluiten om de voorstelling na het repetitieproces in de ijskast te zetten. EUS staat nu gepland voor seizoen 2022-2023.

Tijdens het repeteren hebben ze het aanvankelijk maar zo min mogelijk over de vraag of het door zou gaan gesproken, vertelt Toksöz. ‘Bij aanvang van de repetities zei ik tegen de spelers dat er een kans is dat de première niet doorgaat, maar dat het beter is om het daar niet steeds over te hebben. We doen alsof we gewoon in première gaan. Anders wordt het alleen maar nóg moeilijker. Het enige wat we zeker weten is dat we niet weten wat er gaat gebeuren.’

Dus zijn ze zo goed en zo kwaad als dat ging begonnen aan een regulier repetitieproces. ‘Steeds een stapje verder, langzaam werken naar een doorloop toe, dat voelde helemaal goed, toen kwam de montage. Maar dan komt op een gegeven moment toch dat besef: de plek waar je heen wilt, is er niet. Die teleurstelling is ongekend. Alles wat je doet, voelt dan even enorm zinloos. Ik denk weleens: het is jammer dat Beckett al overleden is, die had een prachtig toneelstuk over deze tijd geschreven.’

Hoe zijn jullie tijdens het repeteren omgegaan met de coronamaatregelen?
‘We hebben in Podium Mozaïek, ons huistheater, gerepeteerd. In het gebouw gelden gewoon alle maatregelen. In de repetitieruimte hebben we gewerkt zonder mondkapjes. Ik heb afstand van de spelers gehouden, maar zij niet van elkaar. We hebben ons wel zo eens in de tien dagen voor de zekerheid laten testen.’

Wat doen al die maatregelen met de energie tijdens het repeteren?
‘Je merkt dat de sfeer soms kouder is. Theater is ook voor een deel hartstocht, je hebt passie nodig om voorstellingen te maken. Er moet dus magie zijn in die repetitieruimte, ruimte voor gekkigheid, ruzie, crises. Die magie wordt minder als je voortdurend bezig bent met of je je handen wel hebt gewassen of van wie dat mondkapje is.’

Zo’n drie weken voor de aanvankelijke première werd duidelijk dat de theaters nog gesloten zouden zijn. Hoe was die realisatie?
‘De afspraak er niet over te praten, was toen niet langer houdbaar. In een keer verandert de motivatie, zeker voor de spelers. Je voelt je zo nutteloos. Toen hoorden we dat we misschien 5 april in première konden. Dus opnieuw hoop, je tilt die steen weer op en draagt hem halverwege de berg op… Maar ook dat bleek niet door te kunnen gaan.’

Hoe pak je de voorstelling over anderhalf jaar weer op?
‘We gaan sowieso eerst nog een volle week repeteren. Het is een grotezaalvoorstelling, die tijd hebben we echt nodig. Ik ben regisseur, voor mijn gevoel staat de voorstelling stevig. Maar de acteurs moeten weer tientallen bladzijdes opnieuw uit hun hoofd leren en dan ook weer op dezelfde emoties uitkomen.’

Zijn er ook voordelen aan het feit dat de voorstelling nu een tijd op de plank ligt?
‘Theatermaken is geen wijn maken. Als je wacht krijg je niet automatisch meer verdieping. Alle referenties die nu actueel zijn, zijn mensen straks misschien weer vergeten. Ik denk dat er ook kans is dat het zijn smaak verliest, dat een voorstelling in het vat verzuurt.’

Heb je tijdens het proces nog overwogen om het project helemaal stil te zetten?
‘We hadden nu de tijd om eraan te werken. Als we halverwege zouden stoppen, was de tijd die we er al in gestoken hadden pas echt betekenisloos geweest. Ik ben anderhalf jaar bezig geweest met inlezen, analyseren, onderzoeken, repeteren uiteindelijk. Ik vraag me wel af of ik, als we de voorstelling later weer oppakken, nog dezelfde band ermee heb. Je wordt in zo’n maakproces altijd verliefd op je personages, maar de tijd die er nu noodgedwongen overheen gaat, creëert afstand. Ik geloof dat iets hernemen makkelijker is als je het al aan een publiek hebt laten zien. Dan zijn er toeschouwers geweest die zich er al toe verhouden hebben. Nu weet ik niet van wie de voorstelling op dit moment eigenlijk is.

‘Theater is niet alleen maar wat er op het podium gebeurt, maar ook wat er vooraf en naderhand gebeurt: mensen die de zaal in- en uitkomen, die  napraten in de foyer, de recensies die vervolgens verschijnen, dat er over de voorstelling gesproken wordt. Ook die hele machine stopt als een voorstelling niet doorgaat.’

Ben je bang dat je over anderhalf jaar geen band meer met de voorstelling hebt?
‘Ja, daar ben ik oprecht bang voor. Ik weet ook niet waar de spelers op dat moment zijn. Hebben ze nog dezelfde gedachten tegen die tijd? We werken in het theater met emotie, dat is onze materie. We zijn geen timmermannen die dertig centimeter hout moeten zagen. Misschien hebben de spelers over anderhalf jaar heel andere ideeën of emoties, misschien ik. Misschien wil ik aanpassingen maken en denken zij daar heel anders over. Theater is niet als een schilderij dat je even op een zolderkamer kan leggen en dan twintig jaar later tevoorschijn wordt gehaald en fantastisch wordt gevonden. Theater is hier en nu.

‘Tegelijkertijd werken we met een geweldige, talentvolle cast: allemaal jonge spelers die ontzettend uitkeken naar de tournee. De teleurstelling overheerst op dit moment, maar we kijken allemaal ook enorm uit om in december 2022 alsnog in première in te gaan.’

Klik hier voor meer informatie en (indien beschikbaar) actuele speeldata van EUS. Foto: Jean van Lingen