Het kabinet stelt 300 miljoen euro extra beschikbaar voor de culturele sector. Dit maakte het ministerie van OCW vanavond bekend. Het steunpakket heeft vier onderdelen en is gericht op ‘culturele instellingen die van vitaal belang zijn voor de sector’. Doel is om investeringen in het komende culturele seizoen mogelijk te maken en werkgelegenheid in de sector zoveel mogelijk te behouden.

‘Dit pakket heeft vooral als doel instellingen te steunen die essentieel zijn voor de sector als geheel’, aldus minister Van Engelshoven. ‘Door juist deze cruciale culturele organisaties nu te steunen, kunnen zij er na de crisis voor zorgen dat de opdrachtenstroom, ook richting zzp’ers, weer op gang komt.’ De minister wil zo snel mogelijk starten met de uitvoering van deze maatregelen.

De vier onderdelen waaruit het noodpakket bestaat zijn:

  • Extra middelen voor instellingen in de BIS en voor meerjarig gesubsidieerde instellingen bij de fondsen;
  • Verhoging van bestaande leenfaciliteiten bij het Nationaal Restauratiefonds voor rijksmonumenten;
  • Extra budget voor de fondsen voor ondersteuning van ‘cruciale instellingen in de keten’, met name in regio’s en steden, zoals gemeentelijke en provinciale musea, (pop-)podia en filmtheaters;
  • Verhoging van de leenfaciliteiten bij Cultuur+Ondernemen: cruciale private partijen in de keten, zoals vrije theaterproducenten, commerciële festivals en kunstgaleries, kunnen bij Cultuur+Ondernemen, mits voor hen de generieke maatregelen maximaal zijn benut.

Het nieuwe steunpakket is aanvullend op de eerdere maatregelen, zoals de regeling voor werktijdverkorting voor werknemers, extra ondersteuning voor zzp’ers, belastingmaatregelen en het coulancepakket voor de culturele sector. Dat pakket regelt onder meer dat de huur van rijksgesubsidieerde musea wordt opgeschort, subsidies blijven doorlopen en worden vooruitbetaald. De minister toont zich blij dat daarnaast door de sector een voucherregeling is gerealiseerd waardoor geld voor toegangskaartjes zoveel mogelijk in de sector blijft.

Foto: Jack Aarts