Ik sta op straat twee jongens uit te leggen wat Radio van Deyssel is en zeg dat ze gerust even binnen mogen komen. Ze willen niet: ‘Mevrouw, hoe weet ik zeker dat u mij niet ontvoert?’ En dan klinkt achter mij: ‘Ik wil wel mee naar binnen’. Daar staat ontwapenend glimlachend buurmeisje Sultan, 13 jaar.

Binnen in ons tot minitheater verbouwde winkelpand vertelt Sultan hoe haar huis eruitziet: er kruipt schimmel langs de muur en overal zitten kraakjes en kreukjes. Maar het ergste: boven haar bed zit een groot gapend gat in het plafond. Ze vertelt dat ze een tijd geleden een handtekeningenactie heeft gedaan om hun hele blok te laten slopen in plaats van renoveren. Bijna alle buren zetten een handtekening en zus Elif heeft het pakket afgegeven bij het hoofdkantoor van Rochdale. Nooit meer iets van gehoord.

De eerste aflevering van Radio van Deyssel – een reeks voorstellingen in, voor en met de Lodewijk van Deysselbuurt – zal gaan over ‘goed wonen’. Het verhaal van Sultan past daar perfect in. Ik vraag dan ook aan Sultan of ze haar verhaal tijdens de voorstelling wil vertellen: ‘Natuurlijk, dat is mijn droom!’, roept Sultan uit, waar ze nog aan toevoegt dat ze ook op profi ballet zit en dat ze rode spitzen heeft.

En daar staat plots niet alleen ons buurmeisje, maar ook de troef van de voorstelling voor me.
We spreken af dat ik op basis van haar verhaal een tekst zal schrijven en dat we daarna samen zullen oefenen met het vertellen en dansen. Ook besluiten we de handtekeningen tijdens de voorstelling opnieuw aan Rochdale aan te bieden. Een beetje activisme kan geen kwaad, denk ik.

Op 29 september zit Sultan zenuwachtig tussen het publiek met vlak voor haar haar even zo zenuwachtige familie. Sultan blijkt niet zenuwachtig voor wat ze gaat vertellen, maar is vooral onrustig omdat de confetti die bij binnenkomst door de acteurs omhooggeschoten is, op ‘haar’ catwalk ligt. Ze fluistert in mijn oor dat ze bang is dat ze uit zal glijden. Ik zin vervolgens de hele voorstelling op een manier de confetti ongemerkt weg te vegen. Dat lukt. En daar spreekt Sultan niet veel later helder over haar kraakjes en kreukjes en verzint ter plekke, als ze haar tekst vergeet, een metafoor voor de grootte van het gat: zo groot als een zalm. Ten slotte geeft ze sierlijk de handtekeningen aan de aanwezige bestuursvoorzitter van Rochdale. Na de voorstelling zie ik die twee in gesprek met elkaar. Missie geslaagd.

Een paar weken later tref ik de moeder en zus van Sultan. Zij vertellen mij dat ze naar aanleiding van de voorstelling eindelijk echt in gesprek zijn gekomen met Rochdale en dat hun huis nu tijdelijk, al voor de grote renovaties zullen beginnen, opgeknapt wordt. Het verhaal wordt bevestigd door gebiedsregisseur Ronald. Rochdale bleek erg geschrokken van de situatie waarin de familie verkeerde: ‘De problematiek van de wijk krijgt zo toch echt een gezicht.’

Enerzijds ben ik blij dat door de voorstelling de familie van Sultan bij Rochdale in beeld gekomen is, maar tegelijkertijd bekruipt me een onbehagelijk gevoel. Het is ook oneerlijk. Niet iedereen kan al dansend handtekeningen aanbieden. Niet iedereen heeft de mogelijkheid mij op straat zo ontwapenend aan te spreken. En stel dat daadwerkelijk de hele Anna Bijnsstraat tegen mij zou zeggen ‘ik wil wel mee naar binnen’, zou het dan voor Rochdale mogelijk zijn al die mensen direct te helpen? Ik vrees van niet.

In maart en mei volgen meer afleveringen van Radio van Deyssel. Meer info op frascatitheater.nl

Dossiers

Theatermaker januari 2019