Waar komen we vandaan? Meneer Swart en meneer De Witt, twee poppen, stellen zich deze grote levensvraag. Volgens Swart, een dunne man met ingevallen wangen en een triestige uitdrukking, zijn ze in miljoenen jaren ontstaan door de natuur. Meneer De Witt daarentegen, een gezellige dikkerd met guitig hoofd en grote ogen, denkt dat ze zijn gemaakt. In Zwart op wit (4+) van Unieke Zaken volgen we de zoektocht naar hun herkomst.

Acteurs Peter Bolten en Mirjam Morsch bespelen de poppen met schwung. Al klimmend, schaatsend en onderzoekend brengen ze de twee meneren tot leven. Unieke Zaken maakt al ruim twintig jaar bewegingstheater voor kinderen, waarbij de nadruk op mime langzaam verschuift naar meer aandacht voor tekst. Het verhaal is echter wat matig: meneer De Witt wil aan meneer Swart laten zien hoe ze zijn ontstaan. Daarvoor hebben ze een boom nodig, want ze zijn immers van hout gemaakt. In een kluchtige scène, onderstreept met aanstekelijke variétémuziek, timmert Swart een boom in elkaar. De stukken hout vliegen vanachter een schot door de lucht; hilariteit alom onder het jonge publiek. Om benen te vormen laten ze de tak van de boom splijten en een mond in het hoofdje creëren ze in een emmer met bevroren water.

Het is allemaal wat vergezocht en ook niet echt interessant, maar de uitvoering van het Alkmaarse gezelschap maakt de voorstelling toch zeer onderhoudend. De vormgeving kent vele verrassende details, die in hun eenvoud de verbeelding enorm aan het werk zetten. Door aan een touwtje te trekken komt uit een houten werkbank een tekening of lap stof omhoog. De boom blijkt aan de achterkant besneeuwd te zijn, waardoor we in een handomdraai van zomer naar winter gaan. Het zijn leuke vondsten die goed uitpakken. Vrijwel de hele voorstelling wordt ondersteund met een opzwepende soundtrack. Helaas laten de muzikale intermezzo’s de aandacht verslappen en raakt op die momenten het tempo uit de voorstelling.

Nadat de kraaien ogen in de houten pop hebben geprikt en de bliksem hem tot leven heeft gebracht, lijkt de taak erop te zitten: zo moeten ze zijn ontstaan. De pop is echter nogal levenloos. En dan wordt de voorstelling een niveau omhoog getild: de poppen ontdekken hun bespelers. ‘Niet omkijken,’ fluistert de een tegen de ander, ‘er staat een mevrouw achter je die zegt dat ze je heel goed kent.’ Met hun kleine poppenhandjes bevoelen ze de arm en het gezicht van de acteurs. De wetten van het toneel worden doorbroken, plotseling mogen we de mensen zien die we net een uur hebben genegeerd. Het is echter van korte duur, want meteen is de voorstelling ten einde. Na een zoektocht van een uur sluit het gezelschap af met een ‘wijze les’ aan het publiek: vragen zullen er altijd zijn, je kunt niet overal een antwoord op vinden. Dat voelt toch enigszins als een dooddoener.