De voorpret is groot. Naar de serie Wordt u al geholpen wordt nog altijd teruggekeken en terugverlangd. Mrs. Slocombe en haar pussy, het opmeten van de inside leg en de sexy secretaresses van directeur Mr. Grace, ze zijn cultuurgoed geworden. En als bij een theateruitvoering weer de bekende begintune klinkt en het decor een perfecte look-a-like is van het origineel, is de herkenning groot, de thuiskomst compleet en juichen de fans.

Maar dan. Theater is geen televisie. Nederlands is geen Engels. En de verhoudingen van het Engeland uit het begin van de jaren zeventig niet die van het Nederland van nu. Maar de makers hebben er alles aan gedaan de serie terug te doen wanen: de enscenering, de casting en het vakmanschap. Mylène d’Anjou speelt een grandioze Mrs. Slocombe met een perfecte dictie. En de verrukkelijke Rolf Koster geeft als Mr. Humphries het fenomeen nichterigheid nog meer glans dan in de serie.

De acteurs spelen nog meer over de top dan op de televisie. En dat kan in het theater, waar ze met de fans van de serie een thuiswedstrijd spelen. De verkleeddoos is groot, de grapdichtheid nog groter. En het ensemble oogt ook hier als één grote familie. Maar de nieuwe vondsten (zingen op de plee omdat die niet op slot kan) reiken niet ver, en de nieuwe woordspelingen zijn ongevaarlijk en daarom flauw.

Het probleem is het script. De verwikkelingen in de serie waren op het scherpst van de snede. Ze hadden te maken met ieders worsteling met de nieuwe seksuele moraal en de nieuwe hiërarchische verhoudingen in de maatschappij. En dus ook op de werkvloer. De serie liet het publiek meeleven, meeworstelen en ten slotte bevrijd en opgelucht lachen. Maar het script van de voorstelling leunt op de oude grappen en verwikkelingen uit de serie (‘de themaweek Duitsland’ en ‘de overnachting op de kampeerafdeling’) die toen spannend waren. De herkenning is groot, maar de lach is weg. Nu wordt het nergens pikant, op het randje of er net overheen. De bevrijdende lach blijft dan ook uit.

(foto: Andy Doornheim)