WalvisJong vertelt het ontroerende verhaal van een ontluikende maar onhoudbare vriendschap tussen een mens en een walvis. Regisseur Simone de Jong inspireerde deze woordloze, beeldende jeugdtheatervoorstelling op het prentenboek De kleine walvis van Benji Davies.

Twee verloren zielen op het strand: een eenzame hoofdpersoon – hier gespeeld door Senna Gourdou – vindt op een van de dagen die ze dolend en juttend aan de kustlijn doorbrengt, een aan land gespoelde walvis. Ze sjouwt hem mee naar haar huis en stopt hem in haar badkuip. Beiden zijn even niet meer alleen, een vriendschap bloeit op. Maar het gaan niet vanzelf: de walvis moet nat blijven anders sterft hij. Uiteindelijk zit er niets anders meer op en moet ze hem terug naar zee brengen. De voorstelling heeft een prachtige afscheidsscène als de hoofdpersoon haar uit de kluiten gewassen vriend weer terugbrengt, en hem van haar weg ziet zwemmen, het ruime sop tegemoet.

Elian Smits ontwierp een mooi decor waarin tussen trossen touw volop te jutten valt, en waar met een aantal ingenieuze systemen (decortechniek: Erik Begemann) een aantal slimme vondsten in zitten; Gourdou kan door in haar omgekeerde badkuip te roeien daadwerkelijk de wijde zee opvaren: het vissersdorpje roeit ze gestaag van zich af of juist naar haar toe. Ook de grote walvis verdwijnt uiteindelijk prachtig in het wijdse toneelbeeld.

De Jongs adaptatie is niet hapklaar – ze doet een groot beroep op de verbeeldingskracht van haar jonge publiek. Dat is een grote kwaliteit van haar makerschap, maar soms wordt het publiek te veel losgelaten. Dat geldt met name in de sequentie vóórdat de hoofdpersoon de walvis vindt en ze zichzelf vermaakt met zelfverzonnen spelletjes. Gourdou heeft regelmatig de neiging te veel op te gaan in haar eigen spel en het publiek – dat op kussentjes vooraan op de speelvloer zit – daarbij te vergeten. Zodra ze dan weer open naar de zaal speelt en contact met de kinderen maakt, merk je meteen een groot verschil in concentratie en spanning.

De Jong heeft het prentenboek  bewerkt tot een poëtische jeugdvoorstelling van dertig minuten – waarbij ze zich uitsluitend focust op de hoofdpersoon en de walvis. De referenties naar haar familie zijn eruit gehaald. Echt spannend wordt het nergens, niet als ze de walvis vindt, en ook niet als hij uiteindelijk terug naar zee moet. De voorstelling heeft de neiging wat te veel in hetzelfde, enigszins droevig gestemde idioom te blijven.

Het meisje vindt uiteindelijk een zweem van treurige berusting als ze in de verte haar walvisvriend haar hoort begroeten. Of als ze zich dat inbeeldt, dat maakt geen verschil. Van iemand houden is iemand loslaten, soms. Stof tot nadenken en -praten, dat geldt voor boek en voorstelling.

Foto: Moon Saris