Wim Vandekeybus maakte de nieuwe Ultima Vez-Voorstelling TrapTown met Pieter De Buysser (tekst), Patrick Otten (camera) en Trixie Whitley en Phoenician Drive (soundtrack). Mooi is de brug die meteen tussen het podium en de film wordt geslagen.

In de hoeken van het toneel en tegen de achterwand omhoog zijn enkele hoekige constructies te zien, als details van het in vogelvlucht gefilmde labyrint dat op diezelfde achterwand wordt geprojecteerd. In dat gangenstelsel krioelt een veelvoud van het aantal mensen dat op het toneel staat. Later, als de camera de performers van nabij volgt, vormen die hoge wanden een onontkoombare stad van steegjes en uithoeken. De twijfel over of we hier naar heden (live) of verleden (film) kijken, blijft maar even bestaan maar zet de toeschouwer meteen op het spoor van de tijdloze thematiek die wordt aangesneden.

Tekst vormt de leidraad in TrapTown, waarin twee volkeren, de Odinezen en de Mythriciërs, met moeite samenleven. De stad wordt geteisterd door plotselinge sinkholes waar mensen in verdwijnen. Naast die directe dreiging heeft de koloniale geschiedenis al een bom onder het heden gelegd. De overheersing van de Odinezen op de Mythriciers staat onder druk als Marduk (Tanja Marín Friðjónsdóttir), de zoon van de heersende, Odinese burgemeester van TrapTown (acteur Jerry Killick), zich wil opwerpen voor de Mythriciërs, het volk van zijn moeder. Hij stuit op onbegrip van beide kanten en moet zich bewijzen wat desastreuze gevolgen heeft.

De tekst van TrapTown is doordrenkt van actuele onderwerpen als macht en onderdrukking of rijkdom versus uitbuiting. Ook zijn er tal van subtiele verwijzingen naar hedendaagse discussies. Dat een van de volkeren melk als voornaamste inkomstenbron heeft – en het andere volk honing –  is er zo een. Melk is inmiddels ook in het racisme-debat opgedoken, waarbij ‘melk de witte motor’ als drank van de onderdrukker wordt gezien. En op het eerste gezicht misschien onschuldige opvattingen over beleefdheidsnormen – vaak cultureel bepaald – houden ook onwelgevallige opmerkingen buiten te deur, zoals over het verleden.

De cast is divers en laat daarmee een doorsnee van de huidige samenleving zien. Tegelijkertijd onderstreept die keuze de valse tegenstelling tussen ‘wij’ en ‘zij’ die vaak wordt gebruikt of misbruikt om de verhoudingen op scherp te zetten.

De danstaal van Vandekeybus is herkenbaar en zit vol risico’s en conflict. De onderlinge verhoudingen worden in veel partnerwerk uitgevochten. Een vrouw wordt in de lucht gehangen door haar gezicht met twee handen omhoog te duwen. Niet alle koppels zijn man-vrouw en de rollen zijn ook omgedraaid. Mannen slepen zich voort en torsen vrouwen mee, die hun voeten stevig in de knieholtes van die mannen hebben geplant. In andere dansscènes onderscheiden de Odinezen en Mythriciers zich met hun volksdansen. 

Zangeres Trixie Whitley zien we alleen in de gefilmde beelden. Met haar songs, maar ook als personage in een onmogelijke Romeo en Julia-verhouding met Marduk, heerser van de Odinezen. De leerling-meesterverhouding in de krijgskunst tussen de burgemeester en zijn zoon roept Kill Bill-associaties op en zo zijn er meer referenties naar (film)klassiekers.

Gesproken tekst, dans en gefilmde performance-fragmenten maken TrapTown aanvankelijk een beetje vol, al is dat natuurlijk een flauw argument in een tijd waarin we in het dagelijks leven continu met verschillende dingen tegelijk bezig zijn. De overgangen van live naar film en vice versa zijn van levensbelang en het is knap om te zien hoe ongemerkt die gaan. Naarmate de verschillende disciplines meer op elkaar ingrijpen, word je er als toeschouwer in meegetrokken tot na bijna twee uur het sterke einde nadert. In de zware kost die Vandekeybus en zijn team te lijf gaan, bracht schrijver De Buysser ook lucht en relativering, TrapTown is een tragedie die nazindert.

Foto: Danny Willems