In Flemish Primitives ironiseert regisseur Chokri Ben Chikha de Vlaamse identiteit aan de hand van een getheatraliseerde talentenjacht. Hoe maakbaar is dat begrip identiteit, wat doet de druk op presentatie met ons en tellen we nog mee als we buiten de boot vallen? In een aanstekelijke show vol beroemde dansreferenties vat het Vlaamse gezelschap Action Zoo Humain het samen. Al worden de rondvliegende bakstenen van Wim Vandekeybus dit keer ingeruild voor boeken.

Met een bruggetje naar de wereldtentoonstelling in Dubai en de grootste schilders van Vlaanderen, introduceert Flemish Primitives zijn danstalenten. Alle zes krijgen ze een minuut om zichzelf te promoten; een introductie die direct de vinger legt op de vele internationale cultuurclichés. Midden op het podium draait een grote schijf. Zo kunnen we de dansers als objecten observeren, terwijl host en spelleidster Francesca Vanthielen ons informeert over de drie fundamenten van het Vlaamse artistieke succes: discipline, superioriteit en onzekerheid. Of het nu de Vlaamse primitieven betreft, de grote namen in de mode of de Vlaamse dansgolf, in die drie-eenheid ligt de sleutel.

Chokri Ben Chikha kennen we onder meer van zijn activistische Staat van het Theater tijdens het Nederlands Theater Festival 2018. De Vlaamse identiteit is een terugkerend onderwerp in de voorstellingen van deze regisseur, die later (het zal geen toeval zijn) ook historicus werd. Met zijn voormalige gezelschap Union Suspecte – vijfentwintig jaar geleden opgericht met zijn broer Zouzou – creëerde hij al een trilogie rondom het gegeven. De Leeuw van Vlaanderen, Onze-Lieve-Vrouw van Vlaanderen, Broeders van Liefde; altijd heeft Ben Chikha met een dubbel oog gekeken naar die identiteit en dat blijft hij doen, consequent.

Met een verwijzing naar de clip van Beyoncé wordt het werk van Anna Teresa de Keersmaeker uit de kast gehaald. Idem voor het acrobatische dans van Wim Vandekeybus van Ultima Vez, die in het gehele stuk verweven zit – ook als later de vele boeken die een centrale rol spelen in de scenografie door de ruimte vliegen (een verwijzing naar het werk When The Body Does Not Remember). Heel even valt ook de inmiddels bevlekte naam van Jan Fabre, duidelijk met een bedachtzame stilte. Dat levert het nodige gegrinnik op in het publiek. En zo verweeft Ben Chikha de nog jonge maar onvergetelijke Vlaamse dansgeschiedenis in zijn stuk, dat daarmee ook een ode is aan die canon.

Aan de canon van successen spiegelen we onze identiteit en dat is ook een gevaar. Denk aan de druk op prestatie en het gevaar van uitsluiting. In deel twee van Flemish Primitives zien we de kanttekening van de overmatige nadruk op het begrip identiteit. Het werpt ook barrières en muren op. In reeks danssolo’s zien we de schaduwzijde van de maakbare ‘mooidoenerij’. Soms wat al te letterlijk en daarmee minder sterk, maar in de grote lijn pakt Action Zoo Humain zijn publiek stevig in. Met als hoogtepunt het interactieve deel halverwege de voorstelling, waarin een van de dansers om een stevige knuffel vraagt en deze ook daadwerkelijk krijgt.

Beladen muziek onderschrijft de emotie. Een haag van boeken staat symbool voor de tweespalt in de samenleving. Hoopjes kleding verbeelden hen die ten onder gingen aan de grote droom. Haast ongemerkt vat de voorstelling  een heel tijdsgewricht samen. Al begint dat postkoloniale model wel degelijk scheuren te vertonen, we zijn nog steeds niet over onze westerse superioriteit heen. Tot die tijd heeft Action Zoo Humain nog genoeg te doen, zoveel is duidelijk.

Foto: Kurt van der Elst