Een noorderlichtgordijn, in zand. Het is het einde van een storm. Nog wat zand dwarrelt over de lichamen. Een oude man ligt in het midden op de grond, hij snurkt, wat verderop zitten een kind, een vrouw, een man. Rampen brengen mensen dichter bij elkaar. Generaties helpen elkaar. Gaat dat ook hier gebeuren? Tornar waait uit tot een indrukwekkend en sfeervol dansstuk.

Molenbeek, een deelgemeente van Brussel, is na de aanslagen in Parijs wereldwijd bekend geworden als kweek- en broedplaats van terroristen. Er gebeuren echter ook andere dingen in Molenbeek. Ultima Vez, het dansgezelschap van Wim Vandekeybus, heeft er zijn lokalen. En inwoners dansen mee in deze Tornar: vier kinderen, twee jongeren, drie volwassenen en een oude man van 92 jaar! Allen hebben ze geen echte dansscholing erop zitten, de oude man is een slager met pensioen. Danser en choreograaf Seppe Baeyens heeft al vaker met jongeren gewerkt en is nu verbonden aan Ultima Vez, waar hij instaat voor de jongerenwerking. Tornar wordt aangekondigd als een dansvoorstelling voor 8+, maar het is een voorstelling voor alle leeftijden, van 8 tot 108 – jong en oud worden geraakt. Dans is ook een middel om generaties, om gemeenschappen bij elkaar te brengen. Mooi toch.

De storm is geluwd. Stef Heeren laat op synthesizer en gitaar klanken zwiepen en golven. Langzaam komen de mensen op het toneel overeind, eentje blijft liggen. De oude man raapt sinaasappels bij elkaar, krijgt een strandstoel aangeboden. Hij kijkt naar de mensen om zich heen. Kinderen, tieners, jongvolwassenen lopen wat rond, bekijken elkaar, springen over elkars armen, tasten en toetsen elkaar af, in bewegingen, fel, heftig, om dan weer los te laten. Individueel dagen ze elkaar uit, ook kwetsbaar, in kleding, in stoer gedrag, in flirtspelletjes, om vervolgens te cirkelen rond de oude man. Spanning en saamhorigheid wisselen elkaar af, vloeien in elkaar over. Een zwart meisje kruipt uit een zak, lacht, daagt uit, haalt de oude man uit zijn stoel. Die neuriet flarden van bekende melodietjes, en kijk, de oude man maakt een danspasje, hupt rond, en de rest volgt. Zo broos, zo mooi om te zien.

De windmachine raast, het zandgordijn golft en golft. Weer wordt dat immense noorderlichtgevoel op de scène gebracht. Krachtig onontkoombaar daagt de storm uit om erin te dansen. De jonge dansers gooien zich in het zand, laten zich meevoeren in de wind, de ouderen volgen, en de oude man kijkt vanop de zijlijn, met open mond van verwondering, verrukking. De dansvloer wordt een zandvlakte, het glinsterende zandgordijn raast door. En de man die de hele tijd op de grond lag en af en toe kronkelde (van pijn?) komt uiteindelijk overeind. Een wondermooi slot volgt. De dansenergieke uitstraling en de sterke fotografische beelden, dé kenmerken van Ultima Vez, zijn ook in deze jongerenproductie de grote troeven.

Tornar was de ideale openingsvoorstelling van het Krokusfestival, een negen dagen durend festival van kinder- en jongerenkunsten, in casu theater en dans in al zijn multidisciplinaire vormen. Motto van het festival dit jaar is een citaat van Gabriel Garcia Márquez: ‘Ik zou kinderen graag vleugels geven, maar ik zou het aan hen zelf overlaten om te leren vliegen!’ Dat gebeurt hier: dansen is een beetje vliegen.

Foto: Danny Willems