Op een plek die doorgaans is gereserveerd voor literatuur, is vanavond het woord aan het bewegende lichaam. Gretchen Garnett leidt een eigen gezelschap, voorheen in San Francisco en sinds twee jaar in Amsterdam. Zij huurt Theater Perdu voor de tweede editie van haar Stripped Down Dance Salon. Zonder veel techniek of luxe kostuums presenteren zes choreografen samen een gevarieerde avond.

Het hardste applaus is voor de twee heren. Als we na de pauze in de zaal terugkeren, ligt Thami Joe Fischer al roerloos op de grond. Het publiek mag eromheen zitten, zo vormt het de rand van het eiland uit de titel (No man is an island). Danser Jasper Dzuki Jelen komt aanlopen en klimt bovenop Fischers lijf. Behendig balanceert hij van diens hand, via zijn arm naar de benen en weer terug zonder ook maar één keer de grond te raken. Als zijn bewegingen niet goed uitkomen, past hij Fischers positie eigenhandig aan. Door het formaatverschil – Fischer groot en Jelen klein – doemen af en toe beelden op uit Gulliver’s reizen. Een eenvoudig maar origineel concept, consequent doorgevoerd en begeleid door Jacob ter Veldhuis op band. Met nog een verrassend eind: Fischer opent plots zijn ogen, richt zich op en tilt Jelen hoog de lucht in op zijn brede schouders.

De film van Anabel Eckerling verrast ook. In Kippur zit een vrouw aan een rijkgevulde dis, die is neergezet op een doorgaande weg. Haar bewegingen zijn schokkerig en niet onder de controle, geen enkele hap of slok bereikt zijn plek. Als de vrouw terugkeert van een intermezzo met een waterkaraf die omkiepert in het zand, ziet ze er niet meer onberispelijk uit maar beweegt ze soepel. Eindelijk eten. Vreemd, maar fascinerend.

Voor de pauze zien we een choreografie-voor-drie van Sanne Clifford. Hij start met heftig snikken, het publiek bevroedt niet waarom. Alle intense emotie die daarna de revue passeert mist doel, hoewel het ruimtegebruik soms mooi is en de danseressen er helemaal voor gaan. De twee trio’s van Garnett steken beter in elkaar: een mooie afwisseling tussen solo en unisono en een afwisselende dynamiek.

Mooi en meeslepend is de solo van Manuela Tessi die Paul Estabrook heeft gemaakt. Hij begint klein, bij aanvang is het vooral de hand die alle kanten op danst aan de arm. Als de bewegingen groter worden en versnellen, blijven ze gearticuleerd en boeiend. Dat Tessi naar het publiek toe beweegt en het nadrukkelijk aankijkt werkt goed. Ook de muziek van Alfredo Genovesi is interessant: gitaar- en elektronische klanken met in het Italiaans gesproken tekst.

Het laatste woord van de avond is voor Garnett, die ons als een opgewekte en ervaren cultureel ondernemer bedankt voor onze komst en uitnodigt aan de bar. 

Foto: Richard Beukelarr