Kleine voorstellingen voor kleine mensen doen het vaak goed in kleine ruimtes. De voorstelling Potjesman (regie Jasmin Hasler) wordt dan ook gespeeld in een rond, licht en luchtig tentje. Kinderen vooraan op kussentjes, ouders achteraan op lage bankjes, allemaal knus op elkaar.

Aan een kant van het tentje ligt een vloer van aluminium isolatiefolie. Erboven hangen een paar glazen potten aan touwtjes. Dit is het universum van de Potjesman, een verlegen jongen die graag potjes opent en zijn ontdekkingen met zijn publiek deelt.

Uit het eerste potje komt een lange wollige rode draad, die hij op allerlei manieren verkent. Het wordt een slang, een balanceerkoord en een schattig wormachtig wezentje als hij het om zijn hand wikkelt. Hij opent ook een potje met water, een potje met een balletje en een potje met veertjes. Allemaal intrigerende en lieflijke materialen die ook bij de allerkleinsten meteen tot de verbeelding spreken en uitnodigen tot zelf ontdekken.

Performer Kajetan Uranitsch is een vriendelijke grote reus die de kinderen meeneemt in zijn verwondering. Het geluidsontwerp past hier goed bij, vol zacht echoënd getingel. Het begin van de voorstelling is wellicht een tikje te veel verwondering en verbazing, waardoor er met een iets te hoge spanning wordt ingezet en kinderen afhaken. Maar zodra de potjes opengaan, zijn ze mee. En als daarna de tent opengaat en ze zelf mogen experimenteren met veertjes, touwtjes en potdeksels, maakt Potjesman glashelder duidelijk hoe weinig een kind nodig heeft om tot spel te komen. Een fijne kleine voorstelling, gevuld met klein geluk.

Foto: Moon Saris