Kommil Foo bestaat 30 jaar. Voor die gelegenheid zijn de broers Raf en Mich Walschaerts hun archief ingedoken en hebben hun mooiste geestesvruchten samengesmeed tot een gloednieuwe voorstelling: Oogst. En een mooie oogst ook eens een keer.

In deze ruim twee uur durende show laten de broers weer eens zien waar ze goed in zijn. Fysieke sketches waarin ze zowel losse attributen, schoenen of een kruk, als elkaar gebruiken als marionetten om hun verhalen te vertellen, afgewisseld met ijzersterke poëtische liedjes. Deze twee mannen zijn zo goed op elkaar ingespeeld, wat natuurlijk ook wel mag na een leven lang samen, dat ze af en toe helemaal in elkaar lijken op te gaan. In sommige liedjes hoor je nog maar nauwelijks wie Raf en wie Mich is.

Met een overzichtsvoorstelling ligt natuurlijk altijd het gevaar op de loer dat het een ratjetoe wordt waarin elke rode draad ontbreekt. Godzijdank hebben de Vlaamse heren daar ten strengste voor gewaakt, en grijpt alles in elkaar van de kop tot aan de staart. Het gebrek aan of het verlangen naar de liefde; de twijfel daaraan en het verpesten ervan; liefde voor jezelf, voor je broer, voor het leven; kortom liefde. Ze zingen en vertellen erover in persoonlijke verhalen en sprookjes. Hier staan twee heren met een oeuvre dat aan elkaar hangt van de liefde. Het publiek wordt getrakteerd op een aantal bekende liedjes met als afsluiter, hoe kan het ook anders, de prachtige lofzang op wederom de liefde in de ruimste zin ‘Kom hier dat ik u draag’.

We mogen met zijn allen alleen maar hopen dat de broers na dertig jaar nog geen genoeg hebben gekregen van elkaar en van ons en van die liefde die ze steeds maar blijven bezingen, bevragen en uitdragen. Tot slot een kleine tip van uw recensent: Mocht u ook maar een heel klein beetje last hebben van hartzeer, zorg dan in vredesnaam dat u voldoende zakdoeken meeneemt.

Foto: Jaap Reedijk