Huang Yi & Kuka, de voorstelling waarmee Holland Dance Festival in Theater De Veste in Delft staat, is een duet tussen mens en machine. De van oorsprong in Augsburg ontwikkelde Kuka is een van ’s werelds meest vermaarde industriële robots, die wordt ingezet voor het doen van uiterst precieze, geautomatiseerde handelingen, zoals het in elkaar lassen van auto’s of het snijden en verpakken van vlees. Op het toneel met de Taiwanese choreograaf, danser én programmeur Huang Yi ontwikkelt Kuka echter alle eigenschappen van een heuse marionet die, zoals Heinrich von Kleist het in 1810 al in zijn beroemde essay omschreef, diep ontroert en qua theatrale overtuigingskracht zijn menselijke medespelers naar de kroon steekt.

Huang Yi neemt de tijd om zijn publiek en de robot aan elkaar voor te stellen. Het stuk bestaat uit een groot aantal korte episodes, die niet bepaald dramatisch zijn geschakeld. De scènes lezen eerder als de weerslag van de dagboekaantekeningen van een uitvinder over de ontluikende vriendschap met zijn object van studie. Er spreekt een grote sereniteit uit de uitwisseling. Alsof de mens een toontje lager moet zingen als hij zich werkelijk met een robot wenst te verhouden.

Aanvankelijk lijkt Huang Yi de robot simpelweg op te voeren als collega-danser in zijn uit traditionele elementen opgebouwde, klassiek georiënteerde danstheater. Danser gevangen in spot, robot gevangen in andere spot – een kind kan de was doen: de toenadering is onvermijdelijk, de eenzaamheid moet opgeheven. Maar in plaats van anekdotische tafereeltjes, benadert Huang Yi de uitwisseling met de machine veeleer praktisch. Als danser en choreograaf spiegelt hij zich aan de machine, probeert zich in hem/haar/het te verplaatsen, is hij vooral de aangever en de verzorger van zijn creatie.

Waar veel mens-machine verhalen over hegemonie gaan – de mens moet de machine overwinnen – of een beauty and the beast-achtige sentimentaliteit uitdragen, maakt Huang Yi van zijn tegenspeler geenszins een exotisch fremdkörper. Zoals het een poppenspeler of een buikspreker betaamt, maakt hij zijn rol ondergeschikt aan die van de robot. Hij blijft zichzelf, een klassiek geschoolde danser, maar stapt daar ook uit door zichzelf uiterst minimalistisch en mijn kleine gestes in te zetten. Nooit doet hij de robot na. Wel heeft hij zich uitdrukkelijk aangepast aan Kuka’s lichaamsfunctionaliteit en de oriëntatie in de ruimte. En Kuka hoeft niet op een mens te gaan lijken. Hij/zij/het blijft een robot, beschikbaar, actief, totdat het apparaat wordt uitgezet.

Behendig onttakelt Huang Yi zo de verwachtingen van het danstheater, waarin de mens als centrale figuur schittert. In Huang Yi & Kuka gaat het om een uitwisseling tussen speler en een instrument dat leven ingeblazen krijgt. Er ontstaat een bij momenten betoverende uitwisseling tussen beide spelers. Stevig verankerd op het podium kan de robot alleen die ene arm bewegen, maar wat een aandacht en generositeit spreekt er uit diens gestes.

Bij het mirakel van de pop die tot leven komt hoort natuurlijk ook een verhaal over dood en leven, en verlangen naar geluk. Hoe meer de robot zich bewust wordt van zichzelf hoe verder Huang Yi lijkt te kunnen gaan met het vertellen van een persoonlijk verhaal over verlies en ongeluk in zijn jeugd. Nergens wordt Kuka een knuffelige wederhelft. Troost ligt er eerder in het zichtbaar maken van gevoel, in de imaginaire ruimte van het theater. Je zou kunnen zeggen cyber, maar het voelt als ouder dan de wereld, deze dialoog.

Foto: Jacob Blickenstaff