Zitten we comfortabel? Voelen wij ons goed? Zelden zo beleefd en gastvrij welkom geheten als door Sjoerd Meijer. De Groningse theatermaker maakte, samen met regisseur Sarah Jonker, op uitnodiging van Theater Festival-directeur Jeffrey Meulman een nieuwe voorstelling. Hoffelijkheid revisited, so what? blijkt een onderzoek naar de grenzen van ruimdenkendheid.

Nederland anno nu is een land van korte lontjes. Een intolerante en egoïstische samenleving die verruwt en waar wederzijds respect een loos begrip lijkt te zijn geworden. Onbeschoftheid is onze middle name. Sjoerd Meijer wil die tendens keren. Maar hoe doe je dat?

Hij neemt zichzelf als uitgangspunt. In vergelijking met zijn omgeving is hij zelf immers een toonbeeld van genuanceerdheid en ruimdenkendheid. Vriendelijk en behulpzaam treedt hij zijn medemens tegemoet. Een snotje bij je neus? Sjoerd Meijer schiet als een Superman van hoffelijkheid te hulp. Maar al snel blijkt niet iedereen zijn wellevendheid op waarde te kunnen of te willen schatten. Andermans woede en onbegrip dagen hem uit, maar objectief probeert hij andermans gescheld en agressie te benaderen. Na de nodige persoonlijke tegenslagen kalft zijn eigen ruimdenkendheid echter in razend tempo af.

Zijn eigen onbaatzuchtige beperkingen zet hij af tegen zijn overbuurman Gustaaf. In zo’n twintig observaties volgt hij het leven van zijn ruimhartige buurtgenoot. Maar hoe ruimdenkend kun je zijn? Eén vluchteling kun je prima onderdak bieden, maar waar stopt het? De uiterste consequentie van grenzeloze hoffelijkheid blijkt uiteindelijk ook geen oplossing te bieden.

In nauwgezette geformuleerde en uitgesproken zinnen voert Sjoerd Meijer zijn publiek mee in zijn speurtocht naar een herleving van beleefdheid. Dat doet hij op beheerste toon, met grillige, furieuze uithalen. Zowel tekst, regie als spel is helder en in balans.

Hoffelijkheid revisited, so what? is een voorstelling met minimale middelen (lees: alleen een blauwe Union-fiets), maar met zelfspot en onderkoelde humor die op onverwachte momenten opduikt. Zijn ontleding van de scheldwoorden ‘Hé homo, heb je soms aids?’ bijvoorbeeld is raak, grappig en absurd tegelijk. Meijers voordracht raakt aan kansel en cabaret, zonder stichtelijk of hilarisch te worden.

Zijn pleidooi voor een nieuwe hoffelijkheid is verademend in een verruwde maatschappij. Wat hij beoogt zal door weinig mensen niet gewenst worden, maar de alledaagse werkelijkheid zit net even anders in elkaar. Tussen droom en daad staan onze eigen ego’s, zoveel wordt duidelijk.

In de kleine, nauwkeurige solovoorstelling die Sjoerd Meijer maakt, blijft het antwoord hoe je tot een nieuwe hoffelijkheid kunt komen, letterlijk in de lucht hangen. Wat hij in ieder geval op niet clichématige wijze duidelijk maakt, is een aloude wijsheid. Hoffelijkheid begint bij je zelf.