In veertiende-eeuws Engeland is koning Henry IV nog niet dood of zijn zoon, de latere Henry V, sluipt al om hem heen om er met zijn kroon vandoor te gaan. Met deze sterfscène begint De Troon van Theatergroep Troost. Op de Engelse kroon maakten eeuwenlang telkens andere families aanspraak. William Shakespeare (1564-1616) gebruikte de kuiperijen tussen de Engelse koningshuizen als basis voor drie koningsdrama’s. Op 23 april, Shakespeares sterfdag, brengt Troost een sterk ingekorte compilatie van die drie stukken. Daarbij leunt de groep zwaar op Kings of War, de vier uur durende toneelmarathon van Toneelgroep Amsterdam.

Henry V was een Lancaster, die vroeg stierf en daardoor werd opgevolgd door zijn negen maanden jonge zoon Henry VI. Richard III was een York, via via echter verwant aan de Lancasters en daarom belust op de troon van Henry VI. Zo is het een komen en gaan van koningen, kroningen, koningskinderen en hofhoudingen in De Troon van Theatergroep Troost.

Regisseurs van de voorstelling zijn Thomas Lamers en Alwin Pulinckx. Pulinckx hoorde jarenlang als acteur tot het ensemble van Toneelgroep Amsterdam (TA) en speelt nog altijd mee in Kings of War van het gezelschap, in de regie van Ivo van Hove. In zijn regiedebuut laat Pulinckx de acteurs van amateurgezelschap Theatergroep Troost spelen in het – vrijwel leeggehaalde – decor dat Jan Versweyveld ontwierp voor die Kings of War. De bewerking van Bart van den Eynde en Peter van Kraaij werd nog verder ingekort. Voor de toeschouwer leidt die verwantschap misschien tot de verwachting dat De Troon een soort korte toegankelijke versie zal worden van Kings of War. Die verwachting wordt echter niet waargemaakt.

De Troon is, net als Kings of War, een compilatievoorstelling van Shakespeares Henry V, Henry VI en Richard III. Feitelijk is het enige wat deze drie stukken echt bindt het thema: macht en machthebbers die proberen elkaar de loef af te steken, desnoods over lijken. Regisseur Van Hove gebruikt die stukken om zijn visie te geven op verschillende types leiderschap; wie wil, kan daar parallellen in zien met hedendaagse wereldleiders.

Theatergroep Troost meldt de stukken daarentegen te gebruiken om iets te zeggen over familierelaties. Die intentie komt niet uit de verf. De verwantschappen worden wel besproken, maar niet uitgespeeld. Er is te weinig chemie tussen de acteurs. Dat personages wel of geen familie van elkaar zijn, blijkt nergens uit.

Daarnaast is er een alwetende verteller die geregeld op de voorgrond treedt om helderheid te verschaffen over de ingewikkelde machinaties die de plot in petto heeft. Maar die uitleg is niet heel duidelijk en niet strak neergezet, de verteller heeft feitelijk niets te maken met de rest van de voorstelling. Zo struikelt de plot van het ene stuk in het andere, met twaalf acteurs in vaak vage (dubbel-)rollen. De acteurs zijn niet allemaal tekst-vast en ook niet altijd verstaanbaar.

Een grote hindernis voor de genietbaarheid van deze voorstelling is dat de acteurs van regisseur Alwin Pulinckx veel te veel stil moeten staan of zitten. Tegenover elkaar, naast elkaar, vaak ook in groepen. Pulinckx laat de acteurs traag spelen, veel lange pauzes nemen waarin niets gebeurt.

Het geheel wordt daardoor erg statisch. Dat valt des te meer op wanneer ze wel in beweging komen. In een van de laatste scènes van Richard III spelen Lucas Smulders en Marisha Smulders een scène waarin zij om hem heen wandelt, terwijl hij als Richard handenwringend stilstaat. Door die actieve houding krijgt haar beschuldiging meer kracht en dat levert mooi toneel op. Een stuk of wat prettig-burleske vondsten daargelaten, is De Troon voor het overige helaas een onevenwichtig en taai stukje toneel.

Foto: Annemiek van der Kuil