Twee lestafels, twee mannen. De zwarte leerling en zijn witte meester. In Davidson door het Italiaanse Balletto Civile, naar een choreografie van Michela Lucenti, loopt de spanning hoog op. Wat betekent onderdrukking en wat vrijheid? Houden ze van elkaar of is er vooral nijd? Performers Maurizio Camilli en Confident Frank vermengen literair werk met fysiek theater, en doen dat buitengewoon scherpzinnig.

Zacht, warm licht beschijnt de speelvloer. De leraar zit op zijn bureau, Davidson hangt ertegenaan. De een haakt zich vast aan de schouders van de ander, zijn voeten slepen over de grond. In een volgend gedeelte tijgeren beiden diagonaal door het speelvlak. Niet alleen ondersteunen ze elkaar, ook een van de lestafels wordt benut. Zo eindigt een potje armworstelen in een sierlijke pirouette.

Het stuk is gebaseerd op Il Padre Selvaggio (1963), een conceptscenario van filmregisseur Pasolini (de film werd nooit gerealiseerd), dat het verhaal vertelt van Davidson, een pientere zwarte jongen, opgegroeid in een Afrikaanse stam. Op een dag ontmoet hij een progressieve, gekwelde leraar, een alterego van Pasolini zelf.

Op scherpzinnige wijze verbeeldt Davidson het conflict tussen een leraar en ‘zijn’ Davidson, die op zijn hoede is voor de lesmethode van zijn nieuwe docent. De kern vormt het dilemma van de relatie tussen zwarte en witte mensen, het probleem van vrijheid en democratie, van de spanning ten opzichte van de ander. Het duurt niet lang of de twee gaan elkaar te lijf. De choreografieën beginnen vloeiend en zijn opgebouwd uit ronde vormen, worden dan steeds hoekiger, scherper. Sommige beelden doen denken aan het klassieke beeldhouwwerk Aeneas en zijn vader door Bernini, die samen uit een brandend Troje vluchten.

Het geluidsontwerp van Andrea Gianessi is er een van tegenstellingen. Spelende kinderen, ergens buiten, op een markt of een strand, maken plaats voor pompende beats en duizelingwekkende stroboscopische lichteffecten (ontwerp: Vincenzo De Angelis). De passages worden aaneengeregen door dovende spots, die weer aanschieten bij een nieuwe ontwikkeling in het verhaal.

Eyecatcher van het stuk is Davidson, neergezet door Frank. Vol zelfvertrouwen eist hij de bühne op. Waar het in eerste instantie om zijn meester, gepijnigd neergezet door Camilli, lijkt te draaien, springt Davidson halverwege het stuk energiek heen en weer tussen drie lichtbundels. In het staaltje rap dat volgt, weidt hij uit over zijn opvoeding en familie. Het is zijn geschiedenis, eentje van vallen en telkens weer opstaan.

In Davidson worden verschillende codes en talen gecombineerd. Klassieke muziek en sierlijke mime-houdingen worden lijnrecht tegenover hiphop-achtige taferelen en energieke choreografieën geplaatst. Het is een stuk van grote tegenstrijdigheden, waarin beide mannen mijlenver van elkaar verwijderd lijken, maar uiteindelijk, tegen het eind, toch een pact sluiten dat op vertrouwen berust.

Foto: Donato Aquaro