De interesse van het Vlaamse muziek- en danstheatergezelschap  Âmok/Âmok, gevormd door danser en performer Lore Borremans en componist Adam Vincent Clarke, gaat naar eigen zeggen uit naar het verkennen van de rauwe maar tegelijk kwetsbare tegenstellingen van de menselijke natuur. In die zoektocht naar het spanningsveld tussen vrijheid en identiteit zijn ze nietsontziend, zo blijkt uit hun dansperformance contr (a/o) vers (e/u) s.

Wat begint als een geordend geheel, met een kwetsbare Borremans in een doorschijnend kanten gewaad te midden van honderden keurig opgestapelde borden en zacht gefluister als geluidsdecor, ontpopt zich tot een slagveld van emoties waarop ze uiteindelijk achterblijft met de scherven van haar bestaan. De zoektocht naar een eigen identiteit is een pijnlijk traject, de vrijheid kent een hoge prijs.

contr (a/o) vers (e/u) s is een alomvattende fysieke voorstelling, in die zin dat Borremans met haar lichaam alle mogelijke emoties uitdrukt die een mens kan overvallen. Voorzichtig zoekend in het begin, met slechts lichte krampachtige bewegingen, staat ze kwetsbaar in het vale licht in een mistige omgeving. Allengs wordt haar motoriek vloeiender. Op handen en voeten sluipt ze naar voren, waarna ze overvallen lijkt door een soort epileptische aanval. Met die permanente dreiging van al die opgestapelde borden waar ze steeds dichter bij komt. Ze zal toch niet…

Dus wel. Eerst manoeuvreert ze er nog behendig tussendoor en durft zelfs op een kleine stapel te gaan zitten. Als ze schoenen heeft aangetrokken en Crazy He Calls Me van Billie Holiday klinkt (waarin Holiday zingt dat ze bereid is door het vuur te gaan voor haar geliefde), sluipt ze eerst nog katachtig tussen de stapels, maar even later balanceert ze er bovenop. Met een hels kabaal stort de eerste in. Daarna een tweede, een derde. De vlijmscherpe scherven maken wondjes op haar blote benen.

Maar nog is de hellevaart niet ten einde. De schoenen gaan uit en blootsvoets beweegt ze door het kapotte aardewerk. Eén misstap en het wordt een bloedbad. Met een intens cellostuk als soundtrack danst Borremans een heftige, intieme solo waarbij ze af en toen haar gezicht tracht te verbergen achter een loshangende sleep van haar gewaad. Maar nooit voor lang, want de strijd voor totale vrijheid is nog niet gewonnen. Al die borden leken het symbool voor een keurig geordend, burgerlijk bestaan waarop een wankel evenwicht bewaard moest worden. Nu de eerste horde, bijna haars ondanks, is genomen moet de rest er ook aan geloven. Krachtig tilt ze de grootste stapel op en smijt hem neer.

Het is compromisloos en angstaanjagend. Inderdaad: contra én versus. In de radicale benadering van hun onderwerp laten Borremans en Clarke weinig heel van heilige huisjes.

Foto: Niels Knelis