Met de première van Blindness in augustus 2020 opende het Donmar Warehouse na maanden lockdown weer de deuren. Dat moet een bijzondere ervaring zijn geweest: de nog onwennige bezoekers die koptelefoons krijgen aangereikt, voor het eerst in lange tijd weer een theaterruimte betreden, op afstand van elkaar gaan zitten en luisteren naar de stem van Juliet Stevenson, die hen vertelt over een fictieve epidemie van blindheid

De precisie waarmee haar stem is opgenomen – met een dummy-hoofd die de locatie van omringende geluiden nauwkeurig kan registreren – deed vermoeden dat ze in je oor stond te fluisteren of langs je heen liep, terwijl ze in werkelijkheid niet in de ruimte was. Men werd geconfronteerd met iemand die fysiek afwezig is en toch virtueel heel nabij staat, een ervaring waar menigeen in 2020 gewend aan is geraakt.

Daarbij komt dat de bewerking die toneelschrijver Simon Stephens van José Saramango’s boek Stad der Blinden (1995) heeft geschreven en door de actrice verteld wordt, ongemakkelijk veel parallellen vertoont met de huidige pandemie. Een man die voor een stoplicht wacht wordt zomaar blind, gevolgd door een vrouw die net een gezellige avond in een hotelkamer heeft beleefd. Dit onverklaarbare fenomeen wordt aanvankelijk nog gebagatelliseerd, maar al snel verspreidt het virus zich door de gehele stad. Alleen Stevensons personage wordt niet door blindheid getroffen en ziet hoe de regering het laat afweten en de wereld om haar heen instort.

Ook Blindness Live is bedoeld als een openingsritueel. Twee jaar na het uitbreken van corona in Nederland besluit Carré dat het ‘tijd is om deze bizarre pandemie af te sluiten’, ondanks de weer rap toenemende besmettingen, en brengt de voorstelling terug in een meer traditionele vorm. De audiovisuele installatie met toeschouwers op afstand is vervangen door een hoestend publiek in de balkons en Stevenson staat nu in hoogsteigen persoon op het podium. 

Je zou denken dat een live actrice, zeker een die zo begenadigd is als Juliet Stevenson, altijd winst is. Maar zelfs met deze toevoeging blijft het hoorspel in de koptelefoon, dat we in deze versie live gemaakt zien worden, een hoogtepunt van de voorstelling. Stevenson neemt je behendig mee in de emotionele rollercoaster die haar personage doormaakt en lijkt door eerdergenoemde opname-technologie bijna naast je te zitten. Die intimiteit en de uitnodiging om zelf je verbeelding te laten werken is vaak interessanter dan de concrete mis-en-scène die regisseur Walter Meierjohann heeft toegevoegd. Wellicht is Blindness een van de weinige voorstellingen uit de afgelopen jaren die niet ondanks maar juist dankzij de beperkingen van de coronacrisis intrigerend is.

Het meest tot de verbeelding sprekende beeld van Blindness Live komt dan ook pas als de koptelefoons afgezet worden. De vrouw is inmiddels terug in de stad met een groep overlevenden en ziet voor het eerst de verwoesting die de epidemie heeft aangericht. Het beeld van Stevenson die in haar eentje op het immense speelvlak van Carré staat is veelzeggend. Hier staat een personage dat op eigen kracht een groep bij elkaar houdt en probeert te overleven, maar dat moet knokken tegen een fenomeen dat veel omvangrijker is dan zichzelf.

Waar het originele toneelbeeld van Lizzie Clachan gevuld was met een groep toeschouwers die elkaar zo veilig mogelijk probeerden te houden, zien we nu een individu dat alleen in een ruimte staat en volledig op zichzelf gewezen is. Zo krijgt deze bewerking van Saramango’s verhaal een grimmige nuance die zich meer leent voor de staat van de pandemie in 2022.

Foto: Félice Hofhuizen