Jeugdtheater voor de jongste kinderen moet verwonderen, althans daar wordt iedereen blij van. De kinderen, want die kijken hun ogen uit, de ouders, want die genieten van hun kroost, en de theatermakers, want die ontmoeten hun publiek vaak op een echte en intense manier. Er is echter een verschil tussen verwondering tonen aan je publiek en de toeschouwers zich laten verwonderen. In de voorstelling Aangewaaid van Anne-Beth Schuurmans worden die twee dingen af en toe door elkaar gehaald.

Aangewaaid is een associatieve voorstelling over plezier in muziek en beweging, maar vooral over de dingen die je in een ruimte tegenkomt en hoe je je daartoe kunt verhouden. Een danseres (Maaike van de Westerink) en percussionist (Adriaan Groffen) eigenen zich de ruimte toe die is afgeperkt met kleurrijke stokken en waaromheen het publiek in een halve cirkel zit. Groffen heeft een verrijdbare percussiekar, Van de Westerink een donker sculptuurachtig gewaad met lange kleurrijke koorden eraan. Samen bewegen ze door de ruimte, associatief.

Hij maakt zachte tokkelgeluiden, waarop zij met haar lichaam reageert. Maar omgekeerd reageert hij ook op haar, althans die indruk wordt gewekt doordat hij haar constant met zijn doordringende blik volgt, op zoek naar nog meer verwonderende momenten. Samen wekken ze zo een te sterke verwachtingsvolle spanning op die terugslaat op het publiek: dat kijkt net iets te stil en te braaf toe. Alsof de hoop op verwondering bij de performers juist de kans op verbazing van de jonge toeschouwers de kop in drukt.

Gelukkig komt hier richting het einde verbetering in, als de kinderen worden uitgenodigd om op de gekleurde stokken te slaan en aan de koorden van het gewaad te trekken. De vrolijke speelse losheid die dan ontstaat werkt bevrijdend na het eerste spanningsvolle deel. Het is een feestje en de kinderen dansen en trommelen lekker mee. Hopelijk is het slechts een kwestie van ingespeeld raken en komt de spanningsopbouw in het verder beloftevolle Aangewaaid snel meer in balans.

Foto: Moon Saris