‘Het werk dat de afgelopen twintig jaar op het gebied van diversiteit is verricht, is onvoldoende.’ Dat schrijven de zes rijkscultuurfondsen en de Nederlandse Unesco Commissie in een ingezonden artikel in NRC-Next. Veel meer en onderling verschillende mensen moeten theater- en concertzalen en musea kunnen vinden. De zes fondsen gaan hun beleid zodanig aanpassen dat diversiteit niet de uitzondering is, maar regel wordt.

Het pamflet is ondertekend door Doreen Boonekamp (Nederlands Filmfonds), Birgit Donker (Mondriaan Fonds), Andrée van Es (Nederlandse Unesco Commissie), Syb Groeneveld (Stimuleringsfonds Creatieve Industrie), Jan Jaap Knol (Fonds voor Cultuurparticipatie), Tiziano Perez (Nederlands Letterenfonds) en Henriëtte Post (Fonds Podiumkunsten).

‘Inclusiviteit in de meest brede betekenis van het woord wordt vanzelfsprekend als het aan ons ligt, zowel op het podium als achter de schermen.’ De auteurs verwijzen hierbij naar de verplichtingen die voortkomen uit het Unesco-verdrag over de diversiteit en pluriformiteit van cultuuruitingen dat Nederland mede heeft ondertekend.

De fondsen vertalen hun voornemens in drie actiepunten: budget vrijmaken om de verhalen die nu niet gehoord worden een podium te geven; meer gebruik maken van jongeren die zij als experts op het gebied diversiteit zien; beleid in eigen organisaties en adviseursnetwerken.

Voor het Fonds Podiumkunsten is dit niet een sterke beleidswijziging, maar veeleer een aanscherping en versnelling van bestaande maatregelen. ‘Inclusiviteit betekent niet langer dat we er zijn als in een commissie één iemand met een andere achtergrond plaatsneemt’, zegt Henriëtte Post, ‘Je merkt echt dat als de adviseurspool inclusiever wordt, je een andere, bredere blik krijgt.’ Daarbovenop krijgt het Fonds extra budget van minister Van Engelshoven van OCW voor nieuw talent en nieuwe verhalen. ‘We zitten nu midden in de beleidsvoorbereiding van de nieuwe cultuurnotaperiode vanaf 2021. Daar zal dit wellicht ook consequenties gaan hebben.’

beeld Tetiana Savaryn