Schuchter loopt Silas Neumann de kamer van zijn vriendje Joeso Peters binnen, met een plantje. Hij wil zijn vriend omhelzen, maar doet het niet. Beneden is iedereen verdrietig, want Peters’ opa is net overleden. Maar Peters weet een uitweg: Het verhaal van Atuk, het prentenboek dat opa altijd voorlas: laten we dat gaan doen!

Dat boek van Mischa Damjan speelt zich af op de toendra, waar het in de winter meer dan twintig graden onder nul is er niet eens supermarkten zijn! Met hulp van behulp van poppen, windmachines, schaduwspel en geluidseffecten die aan een tablet worden ontlokt, volgt een veertig minuten durende voorstelling waarin beide makers niet alleen meerdere rollen spelen, maar ook nadrukkelijk tonen dat ze precies dat aan het doen zijn: spelen.

Atuk groeit op in een kleine gemeenschap waar iedereen elkaar nodig heeft, maar Atuk zijn taakjes verwaarloost. Totdat hij een hondje krijgt met de opdracht: zorg ervoor dat het een hond wordt waar de stam trots op kan zijn. Al snel ontstaat er een hechte band tussen Atuk en zijn hond en sluit hij hem in zijn hart. Maar ook het hondje heeft een taak in de gemeenschap, hij moet mee op de jacht, maar Atuks vader stelt hem gerust: je zult zien dat je hem snel weer terugziet.

Wanneer zijn vader terugkeert, moet hij hem vertellen dat zijn hondje is doodgebeten door een wolf. Atuk wil wraak! ‘Nee, dit helpt niet, hij moet zijn hart luchten!’ grijpt Neumann in, maar Peters wil door, want zo gaat het verhaal immers. In zijn barre tocht door het winterse landschap leert Atuk vissen, jagen, oefent met zijn speer en doodt uiteindelijk de wolf. Maar wanneer hij zijn hondje heeft gewroken, is Atuk helemaal niet blij.

Want dood is dood, daar veranderen wraak en het aanleren van allerlei vaardigheden niets aan. Maar het samen naspelen van een verhaal, waar je samen in op kunt gaan, met elkaar over kunt ruziën, biedt wél troost. Met ‘Wat een lelijk plantje hé,’ besluit Neumann de voorstelling, ‘Heeft mijn moeder uitgezocht.’ Peters pakt het plantje en het prentenboek op: ‘Mooi plantje, klein plantje, ik ga voor je zorgen en beschermen.’ Ze lachen. ‘Raar einde hè,’ besluiten ze samen. ‘Zullen we dan nu maar naar beneden gaan?’

Met minimale middelen en subtiel poppenspel maken Joese Peters en Silas Neumann in de regie van Noufri Bachdim zo een ontroerende raamvertelling over vriendschap die sterker is dan de dood. Atuk laat daarnaast zien hoe je met veel spelplezier en fantasie kunt ontsnappen aan de realiteit als je een vriend kunt toelaten in je verdriet, zelfs al biedt dat maar een tijdelijke ontsnapping.

Foto: Froukje de Jong