Idealisme gefnuikt door bureaucratie: zo kan de voorstelling De botanische tuinen van Antarctica door het Vlaamse gezelschap Nachtkrab het best worden getypeerd. De drie acteurs zijn ervan overtuigd dat de wereld ten onder gaat door het samengaan van liefst drie crises tegelijk: de economische, de ecologische en de energiecrisis. Daarom koesteren zij het plan een ideale, duurzame en milieuvriendelijke woongemeenschap te stichten: MOSdorp.

De acteurs, die zichzelf zowel ‘speelvogels’ als ‘wereldverbeteraars’ noemen, hebben een eigen kleine generator meegenomen om de laptop en wat toneellicht te kunnen voeden. Maar al snel zijn ze het erover eens dat er zaallicht moet komen, dus de elektriciteit stroomt volop. Weg eerste energievriendelijke idee. Pieter-Jan De Wyngaert, Joachim Gys en Sofie Joan Wouters zijn afgestudeerd ofwel aan een Vlaamse ofwel aan een Nederlandse toneelopleiding. Hun coach is Peter Van den Eede van het Vlaamse gezelschap de Koe.

De verwantschap tussen de speelstijl van Nachtkrab en de Koe is groot. Net als de leden van dit laatste gezelschap, een fenomeen in theaterland, spreken De Wyngaert, Gys en Wouters de zaal rechtstreeks toe in een bewust anti-theatrale stijl. Ze rectificeren elkaar, vallen elkaar in de rede en betrekken de toeschouwers bij het spel. Gelijkenissen volop, in dat opzicht is Nachtkrab allesbehalve een nieuwe of oorspronkelijke groep.

Dat neemt niet weg dat de speelse, laconieke stijl van De botanische tuinen van Antarctica een feest is. Het eerste deel is veruit het sterkste. Wie een project als MOSdorp levensvatbaar wil maken, heeft de juiste naam nodig (MOSdorp is een werktitel), moet een slogan verzinnen, dient subsidies in veelvoud aan te vragen (wat stapels papier vereist), roept zichzelf bijeen tot vergaderen en, last but not least, moet misschien wel aankloppen bij grote bedrijven die in ideologisch opzicht allesbehalve overeenstemmen met de MOSdorp-overtuiging. En dus begint het gedoe en gesteggel, het geruzie en de problemen om een afspraak te maken. Vreemd genoeg neemt dat laatste bijna een derde van de voorstelling in beslag.

De groep zegt zich zorgen te maken over de opwarming van de aarde, waardoor zelfs op de poolkappen botanische tuinen kunnen gaan groeien. Dat is een prachtig beeld. Vooral Sofie Jean Wouters probeert de MOSdorp-visie uit te dragen in een quasi-verlegen stijl die sterk herinnert aan Wine Dierickx van de groep Wunderbaum. In theatraal opzicht de sterkste scène is die waarin Wouters het verhaal over bijen en een bijenkoningin sexy maakt: ze toont zichzelf in een geel-bruin gestreept, strakzittend kostuum en danst met Gys een zwoel paringsritueel. Nachtclubmuziek bubbelt mee. Opeens verandert het cerebrale vertoog dat de voorstelling tot dan was in een kleine show.

Maar lang duurt het niet. Acteur De Wyngaert grijpt in en het spel is voorbij. Vervolgens moet er een afspraak worden gemaakt voor een vergadering. Die komt pas over negen maanden. Een symbolisch aantal. Maar vruchtbaar is de MOSdorp-gedachte niet. Deze duurzame samenleving zal er nooit komen. Goedbeschouwd gaat De botanische tuinen van Antarctica over het mislukken van milieuvriendelijke projecten. Dat is een pessimistische visie, waardoor de voorstelling zichzelf onderuit haalt. Recent brachten De Warme Winkel en Dood Paard een vergelijkbare voorstelling, Paradijs, over tuinieren in de stad. Ook hierin sneefde elk idealisme. Dat is een opvallende teneur: kennelijk verzoent het verlangen naar groen niet, maar leidt het tot onmin.

Foto: Petra Jessels