Communicatie lijkt zo simpel, maar in de praktijk gaan we er makkelijk de mist mee in. De vrouw en de twee mannen in De Primitieven van het Vlaamse theatercollectief Nachtkrab praten langs elkaar heen, begrijpen elkaar verkeerd of laten elkaar niet uitpraten. Goede vrienden zijn het zogenaamd. Maar in feite zijn ze voortdurend bezig elkaar vliegen af te vangen.

De ene man (Pieter-Jan De Wyngaert) heeft last van zijn longen. Hoestend en proestend doet hij zijn verhaal. De andere man (Joachim Gys) maakt zijn zinnen niet af, praat stamelend, zijn wapperende handen werken extra verwarrend. En alles wat de vrouw (Sofie Joan Wouters) zegt, wordt verkeerd opgevat. De Primitieven is een geestige voorstelling over communicatie en de onmogelijkheid daarvan, over lucht als eerste levensbehoefte, over twijfel en onzekerheid.

Sofie Joan Wouters, Pieter-Jan De Wyngaert en Joachim Gys werken met schaarse, symbolische attributen: een voorraad rosé staat voor drinken, een enorme ham voor eten en een accordeon plus een verzaagd drumstel voor muziek.  De drie naamloze personages zijn oude bekenden van elkaar. De een wandelt, de ander fietst, de derde maakt muziek op zijn accordeon. Bij wijze van begroeting geven ze elkaar een lange knuffel. Ogenschijnlijk zijn het goede vrienden. Maar het samenzijn is niet wat het lijkt: dit is helemaal geen gezellige of kameraadschappelijke bijeenkomst.

De drie zijn niet in staat behoorlijk met elkaar te communiceren. Ze gaan in op de verkeerde details, maken verhalen niet af, knuffelen iemand die helemaal niet geknuffeld wil worden. Misverstanden, onbegrip, gestamel. Alles wat ze verkeerd kùnnen begrijpen, begrijpen ze verkeerd. De een zegt: ‘Ik voel me beter.’ Waarop de ander zegt: ‘Gij voelt u altijd beter dan anderen!’ Het zijn vrienden, maar alle gesprekken zijn vilein. Ze zeiken elkaar af, zeuren door op wat er fout is gegaan. Ze gunnen elkaar niks en zijn nauwelijks verholen jaloers.

Doordat het gepruts met communicatie volkomen droog wordt gebracht, wordt de voorstelling uitgesproken komisch. Bovendien leunt Nachtkrab op de Vlaamse theatertraditie van het vertellen van verhalen. Feitelijk is deze voorstelling een aaneenschakeling van losse vertellingen en anekdotes, die zó beeldend en sterk wordt gebracht dat de toeschouwers het vertelde voor zich zien alsof ze er zelf bij waren.

Jammer is alleen dat de voorstelling te lang duurt: op tweederde begint het verhaal te trekken, wordt alles te veel uitgesponnen en ontspoort het geheel in een hysterische slapstick. Zonder die overbodige nasleep was dit helemaal een juweeltje geweest. Desondanks is De Primitieven een voorstelling die er mag wezen: een aangename en grappige avond theater.

Foto: Petra Jessels