Sinterklaas, Kerst en Oud & Nieuw staan voor de deur. Traditiegetrouw tijd voor feel good en liefdadigheid. Het Nieuw Utrechts Toneel (NUT) speelt hierop in met  een feestelijk avondje bingo in crisistijd, georganiseerd door losers die geen losers zijn.

Ergens vier hoog achter in winkelcentrum Hoog Catharijne, zelfverklaard winkelhart van Nederland, is een desolate leegstaande ruimte omgetoverd tot Ome Toons Bingopaleis. Drie lange tafels met houten banken staan haaks op het toneel. De achterwand is gemaakt van karton, waarop in fonkelende gouden letters de naam van de bingohal. Verder een bar en een uitpuilende prijzentafel.

Carin, Stijn, Britt en Erno zijn druk in de weer met de verkoop van bingoloten. Een starterspakket kost een tientje. De opbrengst gaat naar de Voedselbank. Daartussen door loopt Ton Hooijmayer, Ome Toon, of zeg maar gewoon Toon: acteur Dennis Coenen, strak in het pak, lakleren schoenen, gepommadeerd haar. Te vriendelijk, te glad, te onbetrouwbaar.  Maar onweerstaanbaar charmant.

Ome Toon had vroeger een keten van platenzaken. Hij ging failliet door de recessie en besloot het roer om te gooien. Nu geeft hij mensen die door de crisis maatschappelijk op een zijspoor zijn gezet een nieuwe kans. Losers zijn ze niet, want een loser ben je alleen als je opgeeft. Deze mensen willen door.

Dat doen ze enthousiast. De rechtlijnige Erno trekt de bingoballen, Carin, tevens boekhoudster van het bingopaleis, leest de nummers voor.  Britt, een manische Rotterdamse, beheert het prijzenpakket en autist Stijn verricht hand- en spandiensten.  Tussen de spelen door zingen zij liedjes waarin zij vertellen over hun verleden.

Het wordt steeds gezelliger in het bingopaleis. De eerste bingo valt, de eerste prijzen worden uitgereikt. ‘Het leven is een bingo, een grote loterij,’ zingen de voormalig nuttelozen. Ze gaan weer rond met loten, regisseur Greg Nottrot helpt een handje mee. Een nieuwe ronde, nieuwe kansen. Dan gaat de telefoon. Het is voor Toon en het is dringend. Niet veel later begint het licht te haperen en ondervindt het publiek aan den lijve wat de gevolgen zijn van geldgebrek.  Zonder hulp van de toeschouwer lijkt het bingopaleis gedoemd te moeten sluiten.

BINGO! is geïnspireerd op de gelijknamige productie van Gebroeders Flint uit de jaren ’90. Toen stond de voorstelling met beide benen in de multiculturele samenleving. Voor deze nieuwe versie kozen schrijver Marcel Osterop en regisseur Greg Nottrot de huidige crisis als uitgangspunt. Het blijkt een gouden keus.

De door het leven en de crisis gebutste personages zijn geschapen om te schitteren op deze rommelige bingo. Doorzetters zijn het, mensen om van te houden – hilarisch en ontroerend tegelijk. Zo is daar Erno, gespeeld door Marcel Roelfsema, die maandenlang zijn bed niet uit kon komen en er in het bingopaleis voor zorgt dat de protocollen worden gerespecteerd. En Stijn (Sjoerd Vrins), de verlegen autist die geobsedeerd is door cijfers, maar vergeet om bingo te roepen als hij zijn rijtje vol heeft.

En dan de vrouwen. Als Carin, een notoire leugenaar die voor veel problemen zorgt, een verstild liedje zingt over het meisje van twaalf voor wie de werkelijkheid te kil is, krijgt actrice Jacqueline Boot het bingopaleis muisstil. De illusionistentruc van Britt, gespeeld door Floor Leene, is hilarisch – tot het moment dat zij volledig doordraait door alle prikkels die op haar af komen in onze consumptiemaatschappij.

BINGO! is een lichte voorstelling in donkere dagen. De actieve rol van het publiek vergroot de pret en de betrokkenheid. Zonder veel nadruk worden er vragen opgeroepen over onze consumptiemaatschappij en wat de scheidslijn is tussen deze personages en de toeschouwer. Maar vooral over de vraag hoe solidair je bent met mensen die maatschappelijk zwakker staan.

Foto: Ingvild Molenaar