Oudejaarsconferences oubollig? Niet als het aan de jonge honden van Orde van de Dag ligt. Twee muzikanten, drie acteurs, vier schrijvers en één regisseur annex spreekstalmeester zorgen voor een overrompelde mix van cabaretsketches, improvisaties, columns, gedichten, toneelscènes en verrassend goede liedjes. En dat alles in een De Wereld Draait Door-achtige setting, honderdvijftig minuten lang. Het eindresultaat: de beste oudejaarsshow die je ooit zag.

Al vier jaar lang bespreekt Orde van de Dag eenmaal per maand het nieuws in voortdurend wisselende samenstellingen. ’s Ochtends komen ze bij elkaar om ’s avonds het toneel te bestormen. Misschien wat al te weinig repetitietijd voor de eerste landelijke tournee, dus vooruit, ditmaal is een week uitgetrokken. Maar zelfs al is het daardoor iets meer gescript, de vrolijke anarchie is gebleven, net als zo dicht mogelijk op het nieuws zitten.

Onno Hoes weg uit Maastricht? Meteen in een sketch verwerken! Op 6 december in NRC een bericht over Al-Quada in Arnhem? Bij de voorstelling in die stad een week later in een razendknappe bewerking van de balkonscène uit Romeo en Julia die de acteurs pas op het moment dat ze hem gaan spelen in handen krijgen. Een curieuze wet in Florida die bepaalt dat voordat tot de daad overgegaan kan worden beide partners expliciet ja moeten zeggen? Meteen een pijnlijk hilarische dialoog.

Onvermijdelijk zijn de grote onderwerpen die in elke oudejaarsconference zullen opduiken: MH17, ebola, IS, Oekraïne, Poetin, zwarte piet, de vuurwerkdiscussie, Wilders … Maar voorspelbaar wordt het nooit. Aangrijpend is de brief van een ebola-arts, ontregelend zijn de monologen vanuit het perspectief van Benno L. en Volkert van der G.

Het interview met de eerste Nederlander die goud wint op de biatlon is pure slapstick. De daarop volgende restaurantscène over homogerechten met louter woordgrappen is zo flauw dat het leuk wordt, terwijl de bewerking van Conchita Wursts songfestivallied tot ‘Ik ben de duivel’ meteen voor contrast zorgt. Zelfs een powerpointpresentatie leidt tot lachsalvo’s.

Door ook te spelen met de conventies van de oudejaarsconference, bijvoorbeeld in de Toon Hermans-persiflage die de avond opent en de meezinger waarmee wordt geëindigd, is er ook een grote lijn, waardoor het mogelijk is elke avond een andere gast te hebben. In Arnhem blijft dat gastoptreden jammer genoeg beperkt tot een kort optreden van acteur Teun Luijkx. Gekleed als de grootmoeder uit Heijermans’ Beschuit met muisjes van Toneelgroep Oostpool (gelijktijdig in de grote zaal) duikt zij even op als moeder van het PPV-stel dat op elke gebeurtenis vanuit de onderbuik reageert.

Het voortdurend schakelen tussen genres en registers gaat niet altijd even soepel en ook de publieksparticipatie komt in Arnhem maar moeizaam uit de verf, maar juist daaraan ontleent de Orde ook haar charme. Je zit letterlijk met je neus boven op het ontstaan van een unieke theateravond die net als het nieuws constant verandert.

Dat het niet ontspoort is te danken aan het grote talent van acteurs Sophie van Winden, Mark Kraan en Dennis Coenen, de muzikale broers Groenteman en schrijvers Oscar Kocken, Michiel Lieuwma, Marcel Osterop en Jibbe Willems, allemaal losjes bijeengehouden door regisseur Greg Nottrot.

Leuker dan De Lama’s ooit waren, scherper dan Dit Was Het Nieuws en net zo schrijnend als het beste uit Koefnoen: gaat dat zien!

Foto: Willem Popelier