Charlice Johannes, zelf afkomstig uit de danswereld, is educatiemaker bij Glub Guy & Roni in Groningen. Ze werkt veel met jongeren in de leeftijd van het voortgezet onderwijs, vaak met klassen. ‘Een dertienjarige zal niet gauw zelf een kaartje kopen voor een voorstelling. Maar als wij met ze hebben gewerkt, hebben we ze wel bekend gemaakt met dans en theater.’ 

Wat betekent educatie voor jou? 

‘Naast educatie in de enge zin, van iemand iets aanleren of iets bijbrengen over het vak dat wij uitoefenen of de inhoud daarvan, betekent het voor mij zeker ook het creëren van een podium voor de aankomende generatie. Dus wat ik als educatiemaker doe bij Club Guy & Roni, is zorgen dat jongeren zelf meemaken wat het is om te dansen en om daarvoor zelf een keer applaus in ontvangst te mogen nemen.

We doen ons werk deels rondom de voorstellingen. Daar maken we programma omheen met inleidingen en workshops waarin de thema’s uit een voorstelling aan bod komen of waarin de jongeren materiaal dansen uit de voorstelling. 

Daarnaast maken we als afdeling educatie ook zelf programma. Ik heb bijvoorbeeld elke week een groep semi-professionele hiphoppers uit de industry hier in huis en die groep probeer ik kennis te laten maken met verschillende disciplines uit de dans- en theaterwereld. Voor dit programma hebben ze dan wel auditie gedaan, want ik wil hiervoor werken met mensen die specifiek gemotiveerd zijn. Zij krijgen dan bijvoorbeeld ook een training in acteren. Dat hebben we pas nog gedaan, en zij waren zó enthousiast. Ze wisten niet hoe leuk het kon zijn en wat het ze allemaal zou brengen. 

We hebben bovendien een project dat Move It heet. In Groningen en Drenthe laten we jongeren tien weken lang met een professionele maker werken aan een voorstelling, en die voeren ze dan uit met het Noord Nederlands Orkest in de Oosterpoort. Dat doen we een keer in de twee jaar.

Maar het kan ook dat een school belt met de vraag of we een workshop kunnen komen geven, helemaal los van onze eigen activiteiten. En dat doen we dan graag, daar komen hele mooie dingen uit voort. Ik wil hoe dan ook graag aan de slag met groepen jongeren. Ik nodig ze uit in ons pand De Machinefabriek. Dan laat ik ze zien waar wij aan onze voorstellingen werken, wie er hier allemaal werken en wat daarbij komt kijken.’

Wat vind jij je meest geslaagde educatieproject?

‘Dat project Move It vind ik wel een hele mooie. Maar naar aanleiding van de avondklokrellen in onder meer Rotterdam heeft Karel Hermans de voorstelling Ready To Riot geregisseerd. Deze heb ik gechoreografeerd, en die neemt echt een bijzonder plekje in. Het format is dat wij op een school de gymles overnemen. De leerlingen denken dat ze een ‘gewone’ workshop krijgen en zo begint het ook, maar plotseling komt er een groep speciale agenten de gymzaal binnen die de controle wil overnemen om te onderzoeken of er relschoppers zijn. Deze agenten zijn dansers van ons. De leerlingen moeten als in een game op commando van alles doen en worden dus onderdeel van de voorstelling. Wat ik er mooi aan vind, is dat we de jongeren even op het verkeerde been zetten, en dat ze daarna echt aan de slag moeten in die situatie. We laten ze een heel andere kant zien van de podiumkunstenwereld, waar ze vaak helemaal geen weet van hebben. Ze weten niet wat hen overkomt en dat is heel erg leuk.

Een educatieproject kan voor mij alleen maar slagen als we zulke ideeën in gelijkwaardigheid kunnen ontwikkelen, en dat werkt gelukkig ook zo bij Club Guy & Roni. Ik heb één keer meegemaakt dat het niet liep met een externe maker die een voorstelling bij ons ging maken. Dat maakt het lastig om dan een educatief programma te ontwikkelen en dan hoeft het voor mij niet zo.’ 

Met wie voer jij het gesprek over educatie binnen jullie organisatie en wat bespreken jullie?

‘Als eerste met mijn collega bij NNT, dat is het hoofd educatie René de Haan. Wij voeren dezelfde functie uit binnen de twee poten van het gezelschap, dus we sparren veel onderling over de rol van educatie en wisselen uit waar we mee bezig zijn en wat er wel en niet werkt. 

Wij hebben samen wekelijks ‘publieksoverleg’ met onze marketingmensen. We vertellen waar we mee bezig zijn en hoe wij onze projecten invullen, zodat de marketing dat goed kan communiceren naar de theaters waar we spelen. Bij de voorstelling Freedom bijvoorbeeld, hadden we geen gesproken inleiding, maar een fysieke. Het is voor theaters belangrijk om dat te weten, want zij kennen het publiek in hun stad het best en weten welke groepen ze daarvoor enthousiast kunnen maken.

Naast een wekelijks NITE-overleg met verschillende afdelingen binnen de company spreekt onze afdeling iedere donderdag met Guy Weizman, onze artistiek leider. Dat zijn inhoudelijke gesprekken over onze programma’s. Guy laat ons heel vrij. Ik kom zelf niet uit de theaterwereld. Van oorsprong ben ik een commerciële/hiphop danseres. Dat is ook de reden dat het gezelschap mij heeft aangenomen: iemand uit een andere hoek, die iets heel anders kon brengen. Dus met Guy heb ik een inhoudelijke samenwerking vanuit wederzijds respect; ik kom zelf uit de danswereld en ben jong net als mijn doelgroep, dus hij neemt mijn initiatieven serieus. En ik de zijne, omdat hij weer zoveel ervaring heeft in het theater en zo ontzettend getalenteerd is.’

Wat verbindt jouw projecten? Loopt er een rode draad doorheen?

‘Dat vind ik een lastige. Ik denk toch dat het bij elk project weer heel anders is. Het geeft ook steeds weer een heel ander inzicht. Dat komt denk ik omdat wij met een publiek werken dat zo verschillend is; we werken met jongeren in de leeftijd van het voortgezet onderwijs, vaak met klassen. Dus je hebt iedereen tegenover je: van degenen die zelf iets doen aan dans en die het dus sowieso al leuk vinden, tot mensen die er onbekend mee zijn en echt denken dat het helemaal niks voor ze is. 

Dus ik ga, in de eerste vijf minuten van zo’n eerste kennismaking, altijd op zoek naar iets waar iedereen iets mee kan. Iedereen houdt denk ik wel van muziek, bijvoorbeeld, of van films. Die interesse zoek ik op, daar hebben we het dan over, en van daaruit laat ik het aansluiten bij wat wij doen. En zo probeer ik via een slim spelletje bij ze binnen te komen.

En echt waar: de mooiste resultaten bereik ik vaak met degenen die het lastigst zijn om mee te krijgen.’

Wat wil je bij hen bereiken? 

‘Ik denk absoluut dat educatie drempels kan wegnemen. Ik weet heel goed dat een dertienjarige niet gauw zelf een kaartje zal kopen voor een voorstelling. Maar als wij met ze hebben gewerkt, hebben we ze wel bekend gemaakt met dans en theater, en als je mensen vroeg laat kennismaken kunnen ze zich een beter beeld vormen. En dan voelt het minder gauw alsof theater en dans iets is wat niet voor hen is.

We proberen ze enthousiast te maken, met de onderwerpen die we kiezen – als we het hebben over een rapper als Tupac, dat spreekt aan hoor – en de manier waarop we werken, door ze veel zelf te laten doen. We proberen vaker naar een school toe te gaan om onze impact te verdiepen en we geven bijvoorbeeld ook weleens VIP-kaarten voor voorstellingen als we merken dat ze enthousiast zijn. Vroeger werd dit allemaal niet gedaan op de scholen, niet in mijn tijd, maar ik weet uit ervaring dat wat wij doen heel waardevol is voor jongeren. We spreken iets in ze aan dat op een normale schooldag niet gauw wordt aangesproken.’

Foto: Martijn Halie

Dossiers

Theaterkrant Magazine mei 2022