Waar blijft iemand die overleden is? Die universele vraag houdt zeker ook jonge kinderen bezig wanneer ze te maken krijgen met het verlies van een dierbaar iemand. In de jeugddansvoorstelling Yanasei (6+) reikt choreograaf Ryan Djojokarso een kleurrijke, fantasievolle optie aan: het land van Yanasei (spreek uit: jan’ na see), een verwijzing naar een Surinaams begrip voor ‘het hiernamaals’. Prachtig hoe danseres en zangeres Shanice Redan als een fee op hoge plateauzolen zowel troost en avontuur als ook angst en boosheid weet te bezingen, in haar terugkerend lied over dat onbekende land achter de horizon.

Djojokarso, de opvolger van Wies Bloemen als nieuwe artistiek leider van Danstheater AYA, durft meteen met de deur in huis te vallen. Redan – dan nog een sprookjeswezen in zilvergrijs kostuum – bezingt hoe een jongen boos het huis uitrent, wordt aangereden, een gevecht voert op leven en dood… en overlijdt. Simon Mual verbeeldt het ongeluk door voor- en achteruit rennend in een kil uitgelicht vak te vallen; je zou er een ziekenhuiskamer in kunnen zien.

Daarna ontmoet hij op de vloer continu nieuwe groepjes wonderlijke creaturen. Een lachend meisje met gele hanenkam danst om hem heen in een uitbundige jurk van geel tule. Een wasbeer met donzige staart die tot over zijn kruin naar zijn buik loopt. Een trio in oversized snuggies met mega-ogen, monden, tongen en wimpers. Je zou alle kostuums van ontwerper Miek Uittenhout zo in iedere verkleedkist willen hebben.

Ondertussen worstelt Mual met zijn overgangsritueel naar Yanasei onder een hemel van vier dansende lichtcirkels. Schuldgevoelens over zijn boosheid trekken hem nog naar het aardse bestaan, tranen van nabestaanden verblinden hem op zijn zoektocht naar dat vreemde land achter de horizon. Maar langzaam leert hij los te laten en de stoet van bonte wezens (Thersa Bergmann, Mireia Varón Gallofré en Sam Corver) als zijn nieuwe vrienden te zien. Iedere keer weer wordt hij verleid om mee te doen met een andere acrobatische dansstijl.

Redan keert als vlammendrode fee voortdurend terug als zijn geleide én als zingende verteller, in het Surinaams en Nederlands. Met haar rust, kracht en warme stem vormt ze een fraaie rode draad. Wel zie je nog wat losse lijm in de verschillende scène-overgangen. De opkomsten en afgangen van de sprookjesfiguren missen soms nog een logica. Maar dat is een kwestie van veel spelen. Vooral de rijkdom aan schepsels, met dank aan de ongebreidelde fantasie van Uittenhout, en het heerlijk nagalmende muziek thema uit de composities van Jorg Schellekens maken van dit overgangsritueel een fijn avontuur voor jonge kinderen. Zonder dat dichtgetimmerd wordt wat er nu precies met iemand gebeurt na de dood.

Foto: Bowie Verschuuren