Ze versmelten op filmdoek bijna tot één organisme: een heuvel van in elkaar gevlochten lichamen als bewegend kunstwerk. Zeven dansers vertolken de laatste choreografie van Sedrig Verwoert (1991) als Young Creative Associate bij Het Nationale Ballet, waaronder Verwoert zelf. Op het scherm zijn de dansers bijna naakt. Op de glimmende vloer dragen ze een tweede huid van nauwsluitende pakken met prints van al hun lichaamstinten. De voorstelling Venus draagt daarmee een zachte, vredelievende boodschap uit, geïnspireerd door de godin van de liefde: denk, kijk, voel en verbind ver voorbij iemands huidskleur.

Tijdens de proloog op het filmscherm, citeren monden met glanzende lippen in allerlei talen (van Frans en Engels tot Italiaans en Papiaments) een gedicht van Verwoert, over hoe de echo van Venus deze moeilijke tijd een gevoel van hoop zou kunnen influisteren. De camera zit de dansers dicht op de huid, zodat ieder haartje, blaasje en litteken zichtbaar is. Wanneer er ook beweging komt in de kluwen danserslijven op de glanzende vloer, keren hier eveneens fysieke details als tepels, voeten en vingers terug, nu in de opdruk van hun lycrapakken, bedacht door de bekende Nederlandse kunstenaar en ontwerper Bart Hess.

Opvallend is de kleurschakering: van bil tot kruin komen alle tinten voor; later ‘vervellen’ de dansers zelfs alsof ze uit een cocon kruipen. En wappert Verwoert zelf rond als een elegante mythische aanvoerder, in een met lichaamsdelen bedrukte cape.

In de klassieke mythologie wordt Venus uit het schuim der zee geboren. Hier rijst danseres Marilou Fortuné fraai op uit de beweeglijke berg lichamen: golvende armen tillen haar omhoog. Op band begint een compositie van Isha Forster (alias Phantom Wizard) aan een meditatieve reis vol wind- en waterklanken. De dansers schieten telkens in duetten, trio’s of groepsstukken naar voren met ver uitstrekkende ledematen, holle ruggen en naar achter draaiende schouders.

Af en toe permitteren ze zich klassieke belijningen zoals een sprong of balletpositie, maar de ruimte is vrij beperkt: de tribune staat in een U-vorm om het podium opgesteld. Die ambiance wekt de indruk dat het sensuele optreden van Venus zich beter thuisvoelt op een catwalk, in een museale ruimte of ergens buiten op een strand of duin in festivalsetting. In de Studio Boekman van Nationale Opera & Ballet zit je bijna te dicht op de zacht glooiende combinaties van danslichamen.

In ieder geval wordt er nu nog weinig gebruik gemaakt van de mogelijkheid om contact te leggen met toeschouwers die op een neuslengte afstand zitten. De dansers bewegen prachtig sensueel maar blijven binnen hun secuur opgebouwde wereld. Dat bubbelgevoel wordt versterkt door de dominante elektronische soundscape vol windorgels, fluittonen, synths en onderwatergeluiden.

In de laatste helft krijgt de zacht glooiende motoriek gelukkig meer wrijving, doordat Verwoert overgangen creëert naar meer scherpte en hoekigheid in posities van handen en voeten, armen en benen. De voorstelling krijgt dan de broodnodige pit en energie.

Het blijft fraai om Aaron Faneyte, Marilou Fortuné, Yuexuan Gui, Rebecca Lillich Krüger, Samuele Ninci en Reina Trifunovic onder aanvoering van de charismatische Vervoert zelf zo intiem, sensueel en liefdevol over elkaar te zien glijden, zonder dat het ordinair of erotisch wordt. Maar de soepele, esthetische flow wint het wel nog van de energieke, muzikale spanning. Daar zit nog ruimte voor groei van dit ‘zevenledige’ organisme.

Het is te hopen dat Verwoert zijn potentiële stem als zwarte queer elders verder kan uitkristalliseren, nu zijn verbinding met Het Nationale Ballet eindigt. De eigenzinnige Verwoert heeft daar zeker de kussens wat opgeschud en er op zijn beurt vast ook veel geleerd. Maar de mogelijkheden van Young Creative Associate lijken niet optimaal benut, getuige de twee-en-een-halve week waarin deze afscheidschoreografie is gemaakt en de twee korte avonden waarop Venus slechts is te zien.

Foto: Alex Gouliaev