Marco Martens heeft zijn hele leven al een gespannen verhouding met het onderwijs gehad. Als kind leek het systeem er vooral op gericht om zijn fantasie de kop in te drukken, als docent kon hij niet overweg met het botte cijfermatige normeringsinstrument en tot overmaat van ramp kwam zijn dochter ook nog eens thuis met de mededeling dat ze in de categorie driesterrenleerling zit. Voor Martens moet een blik op de sterrenhemel juist de verbeelding stimuleren en moet een ster geen kille beoordeling inhouden, zeker als je daar de één- en tweesterrenleerlingen mee schoffeert.

De teleurgestelde docent Marco Martens stapte na tien jaar, nog voor zijn studieschuld was afgelost, uit het MBO-onderwijs. Gelukkig heeft hij als schrijver en performer nog een welkome creatieve uitlaatklep om zijn ongenoegen over het wel en wee in de wereld in het algemeen en in het onderwijs in het bijzonder kenbaar te maken.

Martens heeft een aantal simpele, maar steekhoudende opvattingen. Zo wil hij de ladder niet alleen maar zien als een attribuut om maatschappelijk hogerop te komen, maar kun je hem ook plat neerleggen om kloven te overbruggen. En als je de lat hoog legt, kan dat voor een aantal kinderen als een slagboom overkomen die de weg blokkeert.

Dat zijn de momenten waarop je helemaal mee kunt gaan met Martens, die zijn programma Sterrenkind heeft opgebouwd als een idealistische schreeuw om de kinderen in het onderwijs alle ruimte te geven om zich te ontwikkelen zonder de dwang van het rode potlood, het strakke lesprogramma en de CITO-toetsen, ‘de bron van alle stress.’ En dus sloeg juffrouw Lies de plank helemaal mis toen de kleine Marco doodzenuwachtig een getekend stripje aan de juf liet zien. Het enige wat zij kon zeggen was: ‘Dat is wel erg slordig geschreven, Marco.’

Wat blijft er over van de feitenkennis van de middelbare school als die er met dwang ingepompt is. Volgens Martens is de televisiehit De slimste mens waarschijnlijk de enige plek waar je eendimensionale feitenkennis kan combineren met dichterlijke talenten. Hij wijst daarbij op Martin Rombouts, de dichter die een paar series geleden de Slimste mens-trofee mee naar huis nam.

Om zijn punt te maken vraagt Martens aan de (zeer matig gevulde) zaal of men nog iets heeft onthouden van de feitenbrij van de middelbare school. Aarzelend komt iemand met erfelijkheid uit de biologieles. Als het daarna stil blijft, vult nog iemand ‘aus, bei, mit, nach, seit von, zu’ aan, het rijtje Duitse voorzetsels van de derde naamval. Daarna begint Martens aan een geïmproviseerde rap waarin hij die twee schoolherinneringen wil combineren. Een niet eens al te strenge docent Nederlands en muziek zou daar geen voldoende voor hebben gegeven, maar in de filosofie van Martens zou hij de fantasie van de artiest hebben moeten prijzen. Sterrenkind is helaas een aaneenschakeling van matige liedjes, slordige teksten en een tamelijk onbeholpen presentatie.

Daar zit dus meteen het lastige van deze muzikale TED Talk, het pleidooi van Martens om de fantasie van de leerling te ontvlammen. Want onbeperkte onderwijsvrijheid betekent in veel gevallen ook dat ondermaats presteren niet helder genoeg wordt gecorrigeerd, en daar is uiteindelijk geen enkele leerling bij gebaat. Zoals ook theaterpubliek niet zit te wachten op een programma dat misschien wel ideologisch een paar sympathieke randjes heeft, maar artistiek aan alle kanten rammelt.

Foto: Patrick Couwenberg