De stad, de muziek en het menselijk tekort – dat is de kortste samenvatting van het werk van John Buijsman. De stad is Rotterdam, de muziek is de jazz; Buijsmans voorstellingen staan altijd dicht bij hemzelf. Sinds kort werkt hij nauw samen met schrijver Peer Wittenbols en regisseur Rob Ligthert,  vroeger de mannen van Oostpool. Een sterke combinatie, blijkt uit SS De Liefde.

John Buijsman groeide op in Rotterdam Zuid. Zijn grootouders woonden met hun elf kinderen op Katendrecht – de Kaap voor insiders. In de oorlog stond bij de ingang van het schiereiland een bord: ‘Für Wehrmacht verboten’. Die anarchistische vrijstaat van zeelui, hoeren en pindachinezen is voor Rotterdammers nog steeds een bron van heimwee naar het oude gemeenschapsgevoel dat belangrijker is dan regels en naar de levensdrift die zich niet laat remmen door armoede.

Op de Kaap, langs het water, speelt SS De Liefde in een van de oude havenloodsen. Aan de overkant staan hippe flats de Kop van Zuid te pimpen, zo hoog dat de bovenkant verdwijnt in de herfstmist. De brug daarvandaan naar Katendrecht is in de volksmond de hoerenloper gedoopt. Ook nostalgie, want de dames zijn al decennia geleden weggesaneerd. Veel oude huisjes hebben plaatsgemaakt voor frisse eengezinswoninkjes. De SS Rotterdam ligt er aan de kade, dat dan weer wel.

‘Havenstad zonder hoeren! Je schaamt je toch je ogen uit je kop,’ zegt Aris, die het allemaal heeft zien veranderen. Overdag is hij de getapte jongen tussen de lassers in de werkplaats, ’s avonds rijdt hij rusteloos rond op zijn oude Kreidler, slapeloos door een oud en diep verdriet. Zijn zusje Sjaantje reed vijftig jaar geleden op haar fietsje de haven in en werd pas twee dagen later teruggevonden.

Moeder en vader kunnen het leed niet samen aan. Vader gaat naar zee, moeder vindt een nieuwe man. Intussen is ook Tante Anna bij hen ingetrokken. Aris praat de klanten bij haar naar binnen en krijgt daar een kwartje per meneer voor. SS De Liefde is een smartlap, maar een mooie smartlap. Directe sentimentaliteit krijgt weinig kans bij Buijsman, maar je voelt altijd de emotie achter de stoeremannenfaçade waarmee hij zijn verhalen vertelt. Je gaat niet lopen janken, maar intussen.

Wittenbols past daar goed bij, omdat hij evengoed kan schelden als ontroeren. Zijn poëtische taalgebruik gaat soepel over in een liedje en de muziek is abstract en stevig genoeg om valse emoties uit te bannen. Dat is nog een sterk punt van de voorstelling. Keimpe de Jong (saxen van sopraan tot bas), Cok van Vuuren (gitaren) en Michel Banabila (elektronica) voorzien de dolende Aris van een soundtrack van melancholieke havenblues. Videobeelden op de achterwand laten zijn leven zien.

‘De Kaap is een hoer in een konijnenbontje,’ klinkt het in de voorstelling. Katendrecht mag zijn hoeren en zijn opstandige ziel kwijt zijn, de verhalen zijn er nog. Genoeg voor een sfeervolle voorstelling als SS De Liefde.

(foto: Beer Buijsman)