Op de bühne, nagenoeg in duisternis gehuld, verschijnt één enkele performer. Enkel haar gezicht wordt uitgelicht. In opperste concentratie verplaatst ze zich horizontaal langs een glimmende buizenconstructie. Gedecideerd laat pole artist Yvonne Smink zich zakken. De openingsscène van ISH Dance Collective smaakt naar meer.

In de nieuwe voorstelling van choreograaf Marco Gerris vloeien veertien performers in, uit en langs elkaar. Voor Rhythm & Flow lieten Gerris en zijn team zich inspireren door murmuration: de manier waarop zwermen spreeuwen zich door de lucht bewegen. Stort één van hen in een duikvlucht neerwaarts, dan kolkt de rest erachteraan.

Opdoemend vanuit het donker verschijnen de anderen: hiphop dansers, b-boys en freerunners. Gehuld in zwarte outfits door Studio Ruim manoeuvreren ze zich dwars door en over het verbluffende decorontwerp van Ascon de Nijs. Zijn buizenconstructie is er een van horizontale, verticale en gebogen fietsnietjes, die zich uitstekend lenen voor apenkooi-achtige praktijken. Het gezelschap duikt erin en trekt zich terug, zwiert en kronkelt, gespierde lijven glijden langs metaal. Keer op keer op keer, telkens vanuit een andere hoek.

Gerris’ choreografie verplaatst zich over het gehele podium. De hiphop dansers, soms los, dan weer in formatie (duet, trio’s, sextet) zijn strak op elkaar ingespeeld. Freerunners Noa Diorgina, Bart van der Linden en Siebe van de Spijker klimmen alsmaar hoger in het decor, richting de nok van het theater. Na iedere salto tikt het power-trio elkaar aan: een high five, een boks. Mede door deze korte contactmomenten wordt het intieme saamhorigheidsgevoel van de groep benadrukt.

Stuwende kracht achter de voorstelling is saxofonist Sanne Landvreugd. Deze power house – met krullen zo wild, dat je je handen erin wil laten verzuipen – bespeelt haar saxen vol overgave. In een recent interview met Het Parool deelt ze introvert te zijn, maar tijdens de première treedt ze, in het begin nog zenuwachtig, maar dan steeds zelfverzekerder op de voorgrond. Vrijpostig daagt ze b-boys Oscar Starink en Shane Boers uit. Eerst dromerig, dan fel. Later, in een clubachtige setting (lichtontwerp: Mike den Ottolander) rost ze haar elektronische drumpads-set voortreffelijk aan flarden. Pas dan komt ze echt los; armenzwaaiend, het lichaam deinend, opgaand in haar muziek.

De ijzersterke composities van Landvreugd, Rik Ronner en DJ Irie Weergang Bove, staand op stellage achter de knoppen, versmelten met iedere, nieuwe scène. Weergang Bove liet zich voor zijn sets (digitale synthesizers, gitaargeluiden) inspireren door de filosofie van schrijver Elon Watts, gericht op het taoïsme. Een essentieel uitgangspunt van deze leer is de flow des levens, dat komt zoals het komt. Zonde is dat de gesproken poëtische teksten die erdoorheen sijpelen amper hoorbaar zijn, omdat ze overstemd worden door te harde muziek. Ander punt van aandacht is dat de pole artist tegen het eind wel erg lang ondersteboven hangt. Dat doet geen ziel haar na, wel haalt het vaart uit de voorstelling.

Fraai zijn de duizelingwekkende creaties van meerdere dansers. Met name Tyrone Menig en Noor Jayani beklijven. Met 200 kilometer per uur knallen ze je brein in, om daar op oorstrelende composities nog lang na te trillen. Met Rhythm & Flow brengt choreograaf Marco Gerris zijn gezelschap naar grote hoogte. Dat doet hij eigenlijk altijd, maar met deze productie is het écht raak: het collectief performt uitermate lekker.

Foto: Michel Schnater