In zijn tweede programma Monopoly onderzoekt Nabil (Aoulad Ayad) wat het met je doet als je (te veel) geld hebt. Word je er gemeen van? Of dom of gek? Of is het zo simpel als de neergeknalde rapper Notorious B.I.G. zei: ‘The more money you make, the more problems you get.’ Het ligt er natuurlijk maar aan wat je met je geld doet. Eén ding is zeker: als je je geld uitgeeft aan een kaartje voor de voorstelling Monopoly, dan is dat zeer goed besteed.

En weer een toptalent uit Brabant. Waalwijk dit keer. Als we het nieuws volgen, krijgen we het beeld van Brabant als de provincie van jeugdprostitutie, GHB-verslaafden en XTC-laboratoria. Maar aan de bright side groeit de lijst met Brabantse topcabaretiers nog immer, met in de eredivisie: Ronald Goedemondt, Remco Vrijdag, Marc-Marie Huijbregts, Hans Teeuwen en Theo Maassen.

De laatste twee behoren merkbaar tot de belangrijkste inspiratiebronnen van Nabil, die in 2006 zijn entree in de entertainmentwereld maakte als Nederlands kampioen Human Beatboxing. Maar die gast bleek veel meer pijlen op zijn boog te hebben. Zijn veelzijdigheid (acteur, pianist, grappenmaker, danser) toonde hij in 2015 als finalist bij het Leids Cabaretfestival en dat brede palet werd de basis voor zijn eerste cabaretprogramma Tijdmachine en nu voor Monopoly.

Alhoewel, cabaretier noemt hij zich liever niet in Marokko, het land waar zijn wortels liggen. Want daar staat cabaret min of meer gelijk aan een hoerentent. En als je je neefjes, ooms en tantes vertelt dat je daar je geld verdient, en ook nog dat er in Nederland cabaretgroepen zijn van vier mannen en zelfs kindercabaret, dan maakt dat een tamelijk ongepaste indruk.

Als dit verhaal zijn plek heeft gevonden in je hersenpan, is de brutaal-innemende Nabil al weer een paar straatjes verder. Met zijn hak op de tak stijl en snelheid zou je hem eerder een stand-upcomedian willen noemen, maar op heel eenvoudige en vernuftige manier heeft hij van het thema geld een mooie lijn in het programma gemaakt met een kop en een staart.

Nabil leidt ons in zijn geld-odyssee langs een Marokkaanse toeristenmarkt, via de stinkend rijke (Manhattan) en straatarme (South Bronx) extremen van Park Avenue in New York, en de textielcontainer van Waalwijk, naar Tussen Kunst en Kitsch. En ondertussen speelt hij een prachtig jazzy intro voor een lied over de Wibra, is hij gul met Marokkaanse zelfspot, presenteert hij een fraai silhouetdansje, zingt en speelt hij een fantastische, super muzikale Amsterdam Nieuw-West minimusical, en brandt hij met behulp van zijn human beatbox-talent de laatste nietszeggende hiphopgeneratie vakkundig af.

Even vrees je dat hij met zijn zwarte James Bond verhaal een kopietje aflevert van het verhaal dat Trevor Noah vertelt in zijn Netflix special Afraid of the dark, maar na een halve minuut vliegt hij naar een variant op dit thema dat de uitwerking van Noah overtreft. Het is anderhalf uur trillen van genot. Monopoly is een ongelooflijk rijk programma.

Foto: Ron Rutten