De Afrikaans-Surinaamse Dietrich Pott heeft als breakdancer en in de battle scene al naam en faam verworven in het Caraïbisch gebied en Europa. Voor zijn voorstelling Kromanti, in samenwerking met ISH Dance Collective, heeft hij als maker en choreograaf inspiratie geput uit de Kromanti-cultuur binnen de Winti-spiritualiteit in Suriname.

De door Nederland tot slaaf gemaakte Afrikanen kwamen uit verschillende regio’s in Afrika, onder andere het Kormantse gebied in het zuiden van de kust van Ghana. In de Winti kreeg deze invloed de naam Kromanti. Kwaliteiten en karaktereigenschappen van de mensen uit die regio zijn kracht, snelheid, moed, onverschrokkenheid en leiderschap. En dat is te merken in de choreografie van maker Dietrich Pott.

De geluiden van tropische vogels en insecten aan het begin brengen je direct in de sfeer van het tropische oerwoud in het binnenland van Suriname. Ook door de belichting hangt er direct een mystieke en rituele sfeer, die vrijwel de hele voorstelling voortduurt.

Achter op het podium staan vijf traditionele houtsnijwerk krukjes opgesteld, voor ieder van de vijf dansers. Centraal in het midden staat een grote kalebas waaruit licht straalt. Deze kalebas speelt gedurende de hele voorstelling een centrale rol. Hier halen de dansers kracht uit, door hun gezicht symbolisch te wassen met het licht uit de kalebas. Maar ook treden ze zo in contact met vooroudergeesten waardoor ze bezeten kunnen raken. De dansers bewegen zich in verschillende formaties rondom en met deze kalebas: als groep, in een duo, als trio of solo. De solo’s van Stephano Linkers en Luciano Hiwat vallen hierin op door hun virtuositeit.

De basis van de choreografie is duidelijk breakdance die wordt uitgevoerd op krachtige en atletische wijze. Indruk maken de sprongen in de lucht, maar ook de choreografieën die de dansers liggend en bewegend op de grond uitvoeren. Dat vereist spierkracht en grote controle over het bovenlichaam. Verder zijn er ook invloeden van West-Afrikaanse dans te onderscheiden.

De belangrijkste invloed is die van de traditionele dansen van de nazaten van de tot slaaf gemaakten in Suriname waarbij ook rituelen worden uitgedrukt. Zowel de dansen als men in contact treedt met vooroudergeesten, als de traditionele Awasa-groepsdans worden uitgevoerd. Op die momenten komt Dietrich Pott heel dicht bij de bron van zijn inspiratie, inclusief het gebruik van traditionele kleding en enkelbanden van kawai zaden, die tijdens de dans ritmische geluiden voortbrengen.

Deze invloeden komen ook terug in de muziek. Van ritmes door echte en synthetische druminstrumenten tot live op het podium door de dansers bespeelde traditionele drums. Dit wordt heel af en toe afgewisseld met geluidseffecten om een overgang aan te kondigen.

Het lichtontwerp van Mike den Ottolander versterkt de mystiek en spiritualiteit. Op twee momenten echter werd de continuïteit hiervan doorbroken. Dan bewoog een danser op een manier, met oproep aan het publiek om te applaudisseren, die meer entertainment en vermaak leek uit te drukken. Dat deed de vraag ontstaan wat het doel daarvan is in deze voorstelling.

Desondanks brengen Dietrich Bott en zijn dansers met Kromanti een prachtige en respectvolle ode aan dit stuk Afrikaans-Surinaamse cultuur. Het is een cultuur die honderden jaren tijdens de Nederlandse koloniale periode verboden is geweest, waarop is neergekeken en die soms nog steeds wordt weggezet als ‘afgoderij’. Dat ontroerde mij zeer, en ik ben trots.

Foto: Shot By The Kid – Fawaka Studio