Alles is af, in Het vlindereffect van Nochem en Van Oers. De liedjes zijn zalvend en ontroerend en blijven snel hangen. De spaarzame rekwisieten zijn met zorg gekozen. De geluidseffecten – samples worden op het toneel gemaakt – gaan allemaal vlekkeloos en in het verhaal komen alle losse eindjes uiteindelijk samen.

Dat verhaal gaat over Jacob, een jongen van tien, die in een straat met vier huizen woont. Alle huishoudens komen aan bod. Zijn eigen vader en moeder, het stel naast hen dat met gitaren en liedjes in clubhuizen en andere kleine podia optreedt, het bejaarde echtpaar Kleingrutter dat liever niet deur uit komt en Frits van Eiken die net zijn huis verbouwd heeft en alleen nog op een vriendin wacht.

Zonder uitzondering zijn de volwassenen in het stuk onbeholpen, maar goede zielen. Hun zwakheden worden zo uitvergroot dat kinderen erom kunnen lachen. Slapstick is niet ver. Het oude echtpaar drinkt met zulke bibberende handen thee, dat er bijna geen thee meer in hun theekopjes over lijkt te blijven. Jacob zelf blijft buiten schot. De introductie van al die mensen duurt misschien wat lang, maar als eenmaal de verwikkelingen op gang komen grijpt alles mooi in elkaar.

Nochem en Van Oers heette vroeger Nochem en Van Luyn, een gezelschap dat al achttien jaar jeugdvoorstellingen maakte. Bram van Oers hielp daar al sinds 2008 bij. En het moet gezegd, beider talent hoeft niet nog langer bewezen te worden. Marc Nochem zingt veelal onversterkt, met een geoefende, maar niet zo harde stem die bij de akkoorden, als ze samen zingen, niet helemaal toereikend is.

En zit echte filosofie in het stuk: de theorie dat een slag van een vindervleugel in Brazilië uiteindelijk in Peking in een orkaan kan resulteren. Alles is oorzaak en gevolg, maar zo gecompliceerd en onvoorspelbaar dat goede bedoelingen een tegenovergesteld resultaat kunnen hebben. Nochem en Van Oers durven de kinderen hiermee niet naar huis te laten gaan. Hun boodschap is dat, ook als alles fout dreigt te gaan, het opeens weer allemaal goed kan komen. Dus blijf proberen. ‘Moedig voorwaarts’, zoals in de voorstelling veelvuldig geciteerd wordt.