Er zijn weinig plekken die je zo bewust maken van je eigen lichaam als een zwembad. Een spannend gegeven voor een voorstelling over intimiteit, en zeker een die door jongeren gespeeld wordt. In Breken 3 zien we een groep van verschillende leeftijden en met verschillende lijven die het contact met elkaar opzoeken. Door het grijze gebied tussen intimiteit en ongemak, toenadering en afstoting op te zoeken zetten de spelers hun publiek steeds op het verkeerde been.

Als nieuwe toeschouwer let je natuurlijk op wat er tijdens de voorstelling gebeurt. Maar Breken gaat net zo goed over wat er tussen de voorstellingen is gebeurd. Het is een langdurig onderzoek naar het verlangen om intiem te zijn, waarin de acteurs en makers van DEGASTEN samenwerken met spelers van theater LeBelle, onderdeel van het Leerwerkbedrijf van zorginstelling Cordaan, voor jongeren met een verstandelijke beperking.

Dit onderzoek heeft inmiddels tot drie evoluerende voorstellingen geleid. De aftrap was te zien tijdens Festival over ’t IJ in zwembad de Werf, de tweede versie toerde langs verschillende zwembaden, en nu is het zwembad naar het theater gehaald. Figuurlijk: er is weinig water op het podium, maar daar draait deze voorstelling niet om. De nadruk ligt op de spelers zelf. In zwembroeken, badpakken en badmutsen komen ze op, dompelen hun hoofden als een inwijdingsritueel onder in emmers water, en kijken vastberaden de zaal in. De schoonheid van dit beeld zit in de verschillende lichamen die zonder poespas op het toneel staan. Lang en kort, groot en klein, dun en gespierd: het is er allemaal, zonder dat het te belangrijk wordt gemaakt. Het verlangen naar contact geldt hier voor iedereen.

Er ontvouwt zich een muzikale, associatieve opeenvolging van beelden. De spelers klampen zich vast aan hun handdoeken en kijken elkaar schuchter aan. Een lachaanval wordt een manier om toenadering bij elkaar te zoeken. Geluiden van aapjes klinken in de soundscape en even krijg ik de associatie met een natuurdocumentaire, waar je van afstand observeert welke strategieën een groep gebruikt om tot elkaar te komen. Lachen om het ijs te breken of onzekerheid te ontkennen, dat is een herhalend motief in Breken. Een speelster steekt het publiek aan met een slappe lachbui, maar stelt tussendoor uiterst kwetsbare vragen: Am I boring you? Do you like me? Do you love me?

Als een andere speler ontaardt in een onverstaanbare huilbui, begint de zaal opnieuw te lachen. De groep besluit om tussen zijn benen slides te maken, waardoor het tafereel nog komischer lijkt. Maar ook hier worden toeschouwers op het verkeerde been gezet: er wordt gelachen om iemand die niet gehoord wordt en door anderen als object wordt gebruikt. Uiteindelijk slaat hij toe, grijpt een van de sliders vast en wordt de stemming grimmiger. Dan verandert de atmosfeer opnieuw: de bewegingen tussen de twee worden sensueel. Uiteindelijk tilt hij zijn medespeler op en legt hem liefdevol op een ander deel van het podium.

Zo blijft Breken voortdurend spannend. Een tafereel kan zomaar omslaan van verdriet en onbegrip naar woede en gevaar naar intimiteit. En een publiek dat denkt een tafereel te begrijpen, krijgt later door dat een situatie complexer en verrassender is dan het verwacht had. Tegen het eind van de voorstelling probeert een jongen tevergeefs een huilend meisje te troosten. Ze rent weg, en wordt het slachtoffer van klassieke slapstick-humor: een tweede jongen presenteert een bak water aan het publiek, het publiek houdt zijn adem in, en het ongelukkige meisje krijgt een koude douche. Gegniffel volgt, en dan is er weer een ommekeer van mislukte toenadering naar intimiteit. Een van de acteurs van Cordaan komt op en zorgt voor haar. De acteurs van Cordaan geven een andere invulling aan intimiteit. Omdat hun intimiteit minder filters kent, komt het ook sterker aan als ze – als eindbeeld – elkaar omhelzen. Na al het geworstel om tot intimiteit te komen, bieden zij op die manier een contrasterend slotakkoord aan de voorstelling.

Foto: Moon Saris