Goeie naam, Jeans. De formule is zo sterk als een klassieke spijkerbroek. Als er sleetse plekken in komen, of gaten, is dat geen probleem. Nog een voordeel: je weet meteen hoe je je muzikanten moet aankleden. Daar kun je nog heel wat kanten mee op, maar het basismateriaal is jeans.

Een brede bloemlezing uit de popmuziek, gericht op (groot?)ouders en kinderen, gearrangeerd voor een groep zangers en een live band, met een vlotte choreografie, in een stevig tempo gebracht. Dat is Jeans al decennia lang. De website spreekt van een geheel nieuwe ingeslagen weg ‘met nieuwe, jonge talenten in de cast en verhipping in setting, muziek en choreografie’, maar de liefhebbers van de oude opzet hoeven zich geen zorgen te maken. Jeans worden opgelapt, gepimpt misschien, maar niet snel vervangen.

Het begin in close harmony is stemmig, en met ‘music was my first love and it will be my last’ is het uitgangspunt helder neergelegd. De dood van Prince is aanleiding voor een medley met Diamonds and pearls, Cream, Sexy motherfucker en Kiss. Het zijn grote namen waar de acht zangers zich aan wagen, met meer of minder succes. Prince komt niet zo uit de verf, vooral omdat het geluid nogal soepig is. Lage stemmen hebben daar meer last van dan hoge, en de gitaarsolo van Harmen Leurink verdient meer ruimte dan hij krijgt, wat later nog sterker geldt voor die van bassist Will Nuruwe.

Het voorstellen van bandleden en zangers heeft geen zin: totaal onverstaanbaar. Daar valt wat te winnen. Dus bij deze: de jonge zangers zijn Rowan Smit, Xander Venema, Robbert Zwols, Max van Waard, Myrthe Bijlsma, Kirsten Fennis, Sarah van der Meer en Velorisa Yorks. Ze zingen gemiddeld goed, zij het niet altijd zuiver, maar ze zitten zo ramvast in de doordenderende opeenvolging van nummers, dat er nog weinig plek is voor spontaniteit of opzwepende acties.

Dat je daarvoor geen tijd hebt, is niet zo gek, op de premièreavond. En zingen is één ding, een nummer interpreteren en vertellen is een ander. River deep, mountain high is net zo opwindend als het zakdoekendansje erbij (Ivo Chundro is regisseur en choreograaf). Voor de Joe Cockerversie van With a little help from my friends is echt een zanger met meer persoonlijkheid nodig. Het arrangement van Will you still love me tomorrow van Carole King begint nogal drakerig, maar de tweede helft krijgt een grappige Phil Spectorsaus.

De muzikale keuze is zoals altijd breed, van Martha and the Vandella’s en Barbra Streisand tot en met Kensington en rap. Er is ruimte voor Nederlandse gevoeligheden als Harder dan ik hebben kan en Omarm me van de taaltovenaars van Bløf (‘Hoe diep je gaat heeft met denken niets te maken’) en Wat voorbij is en vergaan van Friso Wiegersma. Zelfs een Spaanstalig hoekje ontbreekt niet.

Deze Jeansvoorstelling heet Blame it on the boogie. I just can’t control my feet? Die fase haalde de show bij de première niet, maar dat wordt vast beter.

Foto: Vanessa Wessels