Een pezig, kromgebogen, bijna naakt lichaam zoekt houvast bij een fel peertje op de grond. Het licht accentueert het reliëf van dit magere lijf, later benadrukt het een stevig kloppende ader op de onderarm. Projecties van kraaien in vlucht, een gefluisterde voice-over in een andere taal: Black Ash is een mystieke eenpersoonsvertelling in het schimmenrijk.

De Oostenrijkse Andrea Hackl is internationaal actief als choreograaf, performancekunstenaar, en prijswinnend dansfilmmaker. Geïnspireerd door de mythische figuren van Raaf en La Loba wenst ze met Black Ash een dansritueel uit te voeren rondom de fantasieprikkelende ruimte tussen dood en leven. In haar performance licht ze dit overigens niet verder toe – in elk geval niet in het Nederlands – dus als toeschouwer is enig vooronderzoek prettig om een kijkkader te hebben.

In Mexicaanse folklore is La Loba namelijk een vrouw die wolvenbotten zoekt, daar een skelet uit samenstelt, en dat tot leven brengt. Na een poosje rennen verandert de wolf in een lachende jonge vrouw. Deze reis legt Hackl ook af in haar performance: van krom, scharrelend, naar schokkerig en steeds vloeiender, rennend, wentelend, krachtig, weer terug naar een uiteindelijk afscheid.

De omlijsting is, afhankelijk van de kijker, evengoed poëtisch als cryptisch te noemen. Videobeelden in grijstinten zijn over elkaar gelegd om op een achterwand van wit bouwplastic schimmige half-herkenbare taferelen op te roepen van een vliegende raaf, klotsende zee, een lange lantaarnpaalverlichte autoweg en meer. Kledingstukken liggen klaar voor een volgende transformatie, stukken muziek faden in en uit als losse hoofdstukjes.

De voice-overs lijken niet zozeer informatie over te brengen, maar eerder sfeer toe te voegen: dat is duidelijk als we luisteren naar adem-, slurp- en smakgeluidjes, later horen we ook een Engelstalige stem die onsamenhangend spreekt over de liefde en omhelzingen, waar je door de uitbundige choreografie die ermee samengaat, niet zo veel aandacht voor kunt vrijmaken.

Een echt overrompelende ervaring wordt het in het Plein Theater niet. Hackl blijft een beetje op afstand: haar losse halflange haar bedekt voor het grootste deel haar gezicht en kijkt ze eens de zaal in, dan staart ze langs ons heen in de verte. Door het steeds aan en uit gaan van de muziek – die volledig van karakter kan veranderen – raak je onwillekeurig telkens even uit de meditatieve flow van haar bewegingen; een aaneengesloten, toegespitste soundscape had haar performance kunnen optillen en de bezoeker haar verhaal in kunnen trekken.

Foto: screen shot