Reusachtige ventilatoren beginnen te draaien. Dreigende geluiden klinken op die geleidelijk moduleren tot meeslepende melodielijnen. Twee danseressen en twee dansers verschijnen uit het halfdiuster. Een danseres draagt een witte bruidsjurk, maar die is niet smetteloos. De achterwanden vormen een gesloten geheel. Vocaliste Iris Ficker zingt melancholiek getoonzette liederen, afkomstig uit Oost-Europa.

Dit is de entourage van de meeslepende, indringende en ook duistere voorstelling A mood for deep longing van de oorspronkelijk uit Servïe afkomstige choreografe Jelena Kostic (1976). Het is een voorstelling die zich beweegt op de grens van theater en dans. Het componistenduo Strijbos & Van Rijswijk stuwt de dansers voort; vocaliste Ficker heeft een geheel eigen aanwezigheid, zonder bemoeienis met de dansers. Soms trekt ze zich terug in een kleine ruimte op het achtertoneel waar ze op een ouderwetse typemachine typt.

Met de première van Jelena Kostic presenteerde Dans Brabant gisteren in het theater De Nwe Vorst in Tilburg een ambitieus programma. Belangrijke hedendaagse choreografen als Jan Martens en Pia Meuthen heeft deze dansvoorziening aan zich weten te binden; deze choreografen breken ook internationaal door. Artistiek leider Heleen Volman getuigde in haar openingstoespraak van optimisme en energie om ‘bezielde dans’ te initiëren en te programmeren. Te oordelen naar haar vakkundige en toegewijde woorden maakt Dans Brabant een grote kans deze ambitie te realiseren.

Wat de podiumkunsten betreft is dit initiatief van groot belang in de zuidelijke provincie. Met A mood for deep longing maakt Dans Brabant een geweldige entree, waarin ook theaterliefhebbers zich kunnen vinden. De choreografie van Kostic heeft duidelijk politieke kracht, zonder nadrukkelijke politieke statemens te verwoorden.

De dans begint met complexe bewegingen waarin de vier dansers elkaars danslijnen nu eens weerkaatsen, dan doorkruisen. Soms vormen ze een wervelend viertal dat een grote eenheid vertegenwoordigt, dan valt de groep uiteen en ontstaan er intieme solo’s. De vloer is evenals de donkere wanden van essentieel belang: de dansers stuiteren op de vloer, springen hoog, gebruiken de vloer als een matras.

Gaandeweg de voorstelling ontstaat de suggestie dat het viertal gevangen zit in de ruimte. Steeds nadrukkelijker springen ze op tegen de wanden, klimmen in vloeiende bewegingen naar de rand. Een danseres tekent met wit krijt het alfa-teken op de wanden als symbool van oneindigheid. Ze trekt rechte lijnen als tralies. De weemoedige soul die de oorspronkelijke Balkanmuziek zo kenmerkend maakt, drukt vocaliste Ficker prachtig uit. Vooral het lied met als refrein ‘Rasti rasti’ (wat ‘groei groei’ betekent) krijgt een prachtige uitvoering. Het lied gaat over de groeikracht van de natuur en van de liefde. En over het verlangen naar liefde.

Ondertussen neemt het gewelddadige element in de dans toe. Een danseres wordt telkens weer hardhandig tegen de wand geduwd, alsof zij een weerloze gevangene is die door de bewaker wordt mishandeld. De dans van Kostic is niet zozeer abstract, zoals veel moderne dans dat is. Toeschouwers kunnen er een verhaal in herkennen. Dat is het verhaal van een vergeefs verlangen naar vrijheid. In de choreografie gaan de dansers verbintenissen met elkaar aan die telkens weer worden verbroken. Enerverend en emotionerend, dat is het kenmerk van Kostics krachtige signatuur.

Foto: Nikola Kostic