De lengte van een gemiddelde Paradevoorstelling is een half uurtje. Voor sommige theatermakers lang genoeg voor wat onderzoek naar identiteit.

‘Hath not a Jew eyes? Hath not a Jew hands, organs, dimensions, senses, affections, passions’. Met een cape over zijn hoofd staat Eran Ben-Michaël kromgebogen een stereotype Shylock uit de Koopman van Venetië te spelen. Als even later Jonata Taal hetzelfde wil doen, wordt hij door zijn tegenspeler teruggefloten: dat is culturele toeëigening; hij is niet Joods dus van Shylock moet hij afblijven.

Onder de vlag van George en Eran producties brengt gelegenheidsduo Eran en Jonata in Je mag ook niks meer zeggen in kaart wat er nou vandaag de dag nog meer wel en niet mag. Hoog nodig, zo betogen ze, want de maatschappij is veranderd. Voor je het weet, bega je een misstap en word je gecanceld.

Nooit stonden deze twee makers samen als zichzelf op het podium, maar dat ze elkaar al lang kennen is wel duidelijk: ze zijn prettig op elkaar ingespeeld en sparen elkaar niet. Ben-Michaël presenteert zich vooral als het straatvechtertje, de zuiger, die zijn zwarte tegenspeler snel op de kast krijgt met soms wat flauwe teksten: ‘Dat panseksueel van jou, is dat net zoiets als een pan soep?’

Hij is goed op dreef in een rondje publieksparticipatie. Welke woorden kunnen nog anno nu? Is Jodenkoek nog acceptabel? Zigeunersaus? De tent vindt alles prima, er gaan weinig handen van tegenstanders de lucht in. De dame op de tweede rij die ‘N-zoen’ roept, wordt adrem haar plek gewezen ‘ja mevrouw, daar komen we zo op! Heeft u soms het script gelezen?’

Taal is wat bedachtzamer, maar neemt zijn ruimte. Hij bouwt zijn opgekropte woede over de botheid van zijn collega mooi op. En zo stipt dit frisse duo in vliegende vaart veel aan en stelt het veel vragen, zonder met pasklare antwoorden te komen, want die zijn er volgens hen niet. Wie bepaalt bijvoorbeeld of theatergroep de Swastika’s een Hitlermusical mag maken? Ze brengen met Je mag ook niks meer zeggen een onderhoudende inventarisatie van het moderne mijnenveld, zonder te vervallen in boomer-geluiden.

Theatermaker Gavin-Viano onderzoekt in A Melody for GrownUps de ontwikkeling van zijn eigen identiteit. Hij heeft het daarbij letterlijk over de ‘boomers’ in zijn familie, mensen die hem zeggen dat hij zich eens volwassen moet gaan gedragen, als een ‘big man flower’ en niet langer als het jongetje dat ie vroeger was. Maar waarom zou je dat jongetje moeten opgeven als je groot bent? En wat biedt dat groot zijn nou eigenlijk voor voordelen? Alleen maar gedoe, met beslommeringen als het vinden van een huis en je plek in de wereld. Het ‘Goodbye, boomer!’ komt uit zijn tenen.

A Melody for GrownUps schetst de levenslijn van het vijfjarige jongetje dat een taart met de Kleine Zeemeermin erop voor zijn verjaardag krijgt tot de man die zijn moeder aan de telefoon vraagt waarom ze die toen voor hem heeft gekocht. De moeder heeft haar antwoord paraat: ‘Because you embrace joy!’ En dat je die vreugde vooral nooit moet loslaten. Wat mensen ook zeggen van je huidskleur, seksuele geaardheid of hoe je eruit ziet.

Met zo’n motto krijg je het Paradepubliek moeiteloos van de banken. Gavin-Viano is een geweldige performer. Zijn soulvolle zang, ingebed in de blue notes van het uitstekende bandje met vier blazers en keyboard maakt van A Melody for Growups één van de meest aanstekelijke voorstellingen van de Parade.

Foto: Diederick Bulstra Photography

Lees hier al onze recensies en verslagen over De Parade van 2023