Mei is oorlogsmaand in de theaters. Rieks Swartes nieuwe stichting Swarte Kunst geeft met haar debuutvoorstelling  De perzik van onsterfelijkheid een oud-verzetsman uit de Tweede Wereldoorlog een stem. De toneelbewerking naar het boek van Jan Wolkers toont in – aan die oorlog herinnerende – sepiakleuren een gedesillusioneerde man voor wie het na 1945 nooit meer vrede werd.

Het is 5 mei 1980. Vijfendertig jaar bevrijding. Groot feest in Amsterdam. Met veel bombarie wordt de intocht van de Canadezen opnieuw beleefd. Voor oud-verzetsman Ben Ruwiel is er geen bevrijding. Hij lijdt een pijnlijk leven, waarin hij hunkert naar liefde en genegenheid, maar niet in staat is te communiceren. Zijn dagen slijt hij met zijn alcoholistische, vaak agressieve vrouw Corry en hun 19-jarige hond Snoet, zijn steun en toeverlaat. Zij komt haar bed niet meer uit, de hond kan niet meer kakken en Ruwiel ziet hoe buiten de idealen van de oorlog verworden zijn tot massa-amusement.

Ondanks de humor is het geen vrolijk portret dat Wolkers schetst. In drie delen (Ochtend, Middag, Avond) toont hij chronologisch een dag, waarschijnlijk de laatste, uit het afgeperkte leven van de oud-verzetsman. Hoe Ben de chaos in zijn huis te lijf gaat, de hond uitlaat, en vooral zijn zoektocht naar een nieuwe brommer voor zijn vrouw, nadat hij de oude in een opwelling bij het grofvuil heeft gezet. Maar waar vind je zo’n ding op Bevrijdingsdag? Jan Wolkers sluit zich volledig op in het hoofd van Ben Ruwiel, waardoor De perzik van onsterfelijkheid een claustrofobische leeservaring is.

Die claustrofobie zit minder in de voorstelling. De toneeltekst die Rik van den Bos op basis van het boek van Wolkers schreef blijft dicht bij het origineel. Van den Bos laat de chronologische opbouw in tact en kiest voor monologen, waarin de gedachten, hallucinaties en observaties van Ben Ruwiel vrij spel krijgen. Ali Çiftaci speelt de rol van Ben Ruwiel verfijnder en innemender dan je op basis van de robuuste pennenstreken waarmee Wolkers zijn personage beschrijft, zou verwachten. Die ingetogen spelopvatting versterkt het kleine leven dat Ben leidt en geeft de voorstelling intimiteit.

De monologen worden afgewisseld met korte ontmoetingen thuis en op straat: de wijkverpleegster die aan huis komt, de eigenaar van een dierenwinkel, een Canadees op zoek naar het Rijksmuseum. Margje Wittermans speelt al die rollen – ook Corry, die verder niet zichtbaar is, maar in twee oorlogsflashbacks kort ten tonele wordt gevoerd.

De drie delen van het boek worden ook doorgevoerd naar het toneel. Fragmenten uit het Polygoonjournaal van de intocht van de Canadezen in 1945 markeren de verschillende delen en geven reliëf aan het tijdsbeeld van de voorstelling.

Ook in de vorm is de driedeling zichtbaar. Links op het toneel visualiseert Rieks Swarte de zoektocht van Ben Ruwiel door Amsterdam. Hij maakte een groot aantal in sepiakleuren vervaardigde tekeningen en maquettes. Met een live camera glijdt hij langs de gedetailleerde straten en huizen van de Amsterdamse Rivierenbuurt, die via een videoscherm geprojecteerd worden en zo tot leven komen. Het maakt de wereld van de oud-verzetsman tastbaarder, maar ook minder claustrofobisch.

Aan de rechterkant bevindt zich het technisch gedeelte, waar Geräuschmacher Hendrik Walther nadrukkelijk aanwezig is. De klankkunstenaar maakt met behulp van allerlei attributen live ondersteunende geluiden en geeft de voorstelling zo een ouderwets hoorspelgevoel. Daartussenin speelt zich voor het videoscherm het leven van Ben Ruwiel zich af, soms geflankeerd door de hond Snoet. Ineke Duivenvoorde maakte voor Snoet een harige poppenhond, die afwisselend door Swarte zelf en Margje Wittermans vertederend bespeeld wordt.

De combinatie van spel, decor, poppenspel, geluid en video versterken elkaar en maken van De perzik van onsterfelijkheid een overtuigende eenheid. De voorstelling is een ingetogen eerbetoon aan de kleine lieden die in de oorlogstijd tot risicovolle daden kwamen. Maar de voorstelling levert ook kritiek: de oprechte idealen van toen om in vrijheid en gelijkheid te kunnen leven zijn verdwenen. De strijd voor vrijheid heeft plaatsgemaakt voor een pseudo-bevrijding: een 5 mei-Eftelinggevoel van een land dat serieus discussieert over bed, bad en brood voor vluchtelingen.

Foto: Sanne Peper