De Nederlands-Kosovaarse toneelschrijver Vera Morina onderzoekt in haar werk thema’s als afkomst, identiteit en seksualiteit. Ze paart hoge emotionaliteit aan lichte toetsen, in fantasierijk theater met vaak magisch-realistische elementen.

Ze is nog geen drie jaar geleden afgestudeerd aan de opleiding Writing for Performance, maar Vera Morina (1995) schreef inmiddels al onder meer voor Oostpool (Split, The Harvest, Midzomernachtsdroom), Bellevue Lunchtheater (Volim Te) en Likeminds (De grijze campagne). Op dit moment werkt ze onder meer aan El Mektoub, de nieuwe trailervoorstelling van Oostpool en Sonnevanck.

Morina groeide op in Limburg, waar ze vooral veel keek naar cabaret en comedy. Teksttoneel kende ze niet. Haar eerste live theaterervaring was op elfjarige leeftijd bij de Ashton Brothers. ‘Toen realiseerde ik me: naast het echte leven is er nog een onzichtbaar iets wat in de zaal kan ontstaan, een plek waar je ook met je hoofd naartoe kan om een deel van je leven te besteden.’

Na de middelbare school deed ze auditie bij de filmacademie in Amsterdam. Toen ze daar werd afgewezen, meldde ze zich aan voor de selectiedagen van de toneelschrijfopleiding in Utrecht. ‘Ik wilde vooral dialogen leren schrijven. Toen ik daar werd aangenomen dacht ik: ik ga voor film schrijven.’

Waarom film?

‘Ik wist überhaupt niet dat toneel een optie was. Film en televisie zijn de meest toegankelijke media om een verhaal bij een publiek te brengen. Inmiddels zie ik ook veel voordelen van toneel, maar destijds dacht ik: ik ben opgegroeid in een huis waar de tv altijd aanstaat, dus als je publiek wilt bereiken doe je dat via de televisie.

‘In mijn eerste jaar op de opleiding zag ik nauwelijks toneel. Ik volgde de toneelschrijfvakken alleen omdat ze bij het curriculum hoorden. Ik was vooral bezig met techniek, niet met wat ik te vertellen had. Pas in het derde jaar, toen ik Branden van Wajdi Mouawad las, gebeurde er iets. Vanaf dat moment ging ik mijn blik meer naar binnen keren: wie ben ik, uit wat voor familie kom ik, hoe ervaar ik de wereld?’

Waarom maakte juist Branden dat in je los?

‘Toen ik in Limburg woonde wilde ik precies zijn zoals iedereen. Ik heb daar lang mijn best gedaan om zaken als mijn Kosovaarse identiteit of mijn seksualiteit te negeren. Op de opleiding ging het opeens veel over wie je bent en wat je wereldbeeld is. Ik had echt geen idee: ik wilde zijn zoals ik dacht dat zou moeten, en geen uitgesproken identiteit hebben. Maar Branden confronteerde me ermee dat ik me onbewust toch dingen aan het afvragen was, over de oorlog in Kosovo bijvoorbeeld, en hoe dat doorwerkt op wie ik ben.’

‘Vanaf toen ging ik veel toneel lezen. Ik kwam erachter dat de stukken die ik mooi vind, gaan over binnenwerelden, emoties die mensen in het dagelijks leven eronder proberen te houden en die op het toneel kunnen exploderen. Ik realiseerde me dat ik mijn eigen identiteit lang heb weggestopt omdat ik dacht dat die niet welkom was, maar blijkbaar was het wel ergens welkom: namelijk in mijn schrijven. Dat voelde als een enorme verruiming van mijn leven, uit het niets.’

Resulteerde dat in een ander type teksten?

‘Ja, meteen. Daarvoor schreef ik alleen komische teksten, en toen ging ik me toeleggen op het familiedrama, las veel Ibsen en O’Neill. Ik ontdekte dat ik mezelf in taal en conflicten van andere personages kon leggen, en dat je het dan zo dramatisch kan maken als je zelf wilt.’

Je liep stage bij Toneelgroep Amsterdam, Het Nationale Theater en Warner Bros.

‘Bij die laatste heb ik geleerd om door te zetten. Ik liep stage op de afdeling waar nieuwe formats ontwikkeld en gepitcht werden. Ik merkte al snel: ik kan dit niet, maar ik had een stage van een half jaar, dus ik besloot om te leren door te zetten, ook als ik geen zin of inspiratie heb. Heb ik nog steeds veel aan. Als ik nu in de ellende zit tijdens een schrijfproces, weet ik dat ik het in me heb om het af te maken.’

En zit je vaak in de ellende tijdens een schrijfproces?

‘Ja, ik heb ten minste één crisis per proces. Dan moet ik een hele nacht doorwerken, vormt het stuk ruim tien uur lang mijn hele wereld, en dan kom ik er wel uit.’

Hoe ervoer je het werkveld na je afstuderen?

‘Er dienden zich al snel wat kansen aan. Ik kon een schrijftraject doen bij Frascati en bij het Letterenfonds. Toen werd ik door Oostpool gevraagd om een korte eenakter te schrijven; dat werd Split, mijn eerste tekst die gespeeld werd.’

‘Enorm spannend. Ik had een bestand dat ‘het grote angstdocument’ heette. Aan het begin van elke dag schreef ik daar al mijn angsten op, zodat ze eruit waren voordat ik aan het werk ging. Dat waren heel uiteenlopende dingen: van de angst dat ik het niet op tijd af zou krijgen, tot bang zijn dat anderen bij de eerste lezing mijn kleding niet mooi zouden vinden.’

Na Split, dat eind 2020 in première ging, volgde in april 2021 het audiodrama The Harvest, dat ze ook bij Oostpool maakte. Ondertussen schreef ze verder aan Volim Te voor Bellevue Lunchtheater, dat uiteindelijk begin 2022 in première ging. ‘Ja, het is een beetje snel gegaan misschien. Heel leuk ook natuurlijk.’

En toen mocht je ineens Midzomernachtsdroom bewerken voor de grote zaal, een regie van Daria Bukvić.

‘Eigenlijk zou ik een hertaling maken waarin ik de plot intact zou laten en alleen de taal zou actualiseren. Maar elementen uit Midzomernachtsdroom spraken mij zo tot de verbeelding voor een ander verhaal. Dus heb ik mezelf een maand de tijd gegeven om met een nieuw concept te komen. Zouden ze het niks vinden, had ik nog genoeg tijd voor die hertaling.’

Welk verhaal is het volgens jou geworden?

‘Ik zie het als pleidooi om meer fantasie toe te laten in de maatschappij, om te tonen hoe troostrijk dat kan zijn. Al mijn personages kampen met iets wat in hun binnenwereld niet goed zit, en vaak komt dat voort uit heel heftige dingen: ouders die afwezig zijn, oorlog op de achtergrond, onderdrukking. Ik voer personages op in een wereld die ze doet verstikken, en met dat ze de verwerking aangaan raakt die wereld gaandeweg expanded. Bij Midzomernachtsdroom gebeurt dat via de droom, bij Volim Te is dat de geestverschijning van de vader, bij De grijze campagne de dramaturgie van de nachtmerrie.’

Hoe persoonlijk is het stuk uiteindelijk geworden?

‘Vlak voor het schrijven van Midzomernachtsdroom had ik het contact met mijn ouders tijdelijk verbroken. In die periode ervoer ik veel troost bij mijn partner en in vriendschappen om me heen. Ik vond het heel belangrijk dat de lijn van troost die Theseus uiteindelijk accepteert van zijn eigen partner, erin kwam. Het voelt raar om te zeggen van een bewerking, maar het voelt als een heel persoonlijk stuk.’

Heb je geworsteld met hoe rigoureus je met het bronmateriaal mag omspringen?

‘Nee. Ik dacht: als ik te ver ga fluiten ze me wel terug.’

Is schrijven voor jou een vorm van activisme?

‘Ik probeer meer op individueel niveau iets aan te wakkeren dan dat ik een groep aanspoor tot actie. Mijn toneel moet entertainen, emotionele worstelingen blootleggen en activeren. Misschien heb ik ook te veel thema’s op mijn schouders: oorlog, identiteit, afkomst, seksualiteit, familie. Dat zorgt er ook voor dat het niet heel sterk één kant opgaat, maar meer gaat over de zwaarheid van alles.’

Foto: Milan van Dril

El Mektoub (14+) van Theater Sonnevanck & Toneelgroep Oostpool gaat op 3 maart in première.
Oostpool.nl

Dossiers

Theaterkrant Magazine maart 2023