Ik maak me geen illusies, maar verbeeld me wel alles. Deze zin uit de laatste column die Johan Fretz in 2013 voor de Volkskrant schreef, hangt al tien jaar als credo op een post-it in mijn huis. Die verhuisde mee van Amsterdam naar Utrecht terug naar Amsterdam. Sommige woorden blijven relevant om te herhalen, ook als de lijmlaag op post-its al lang weggesleten is.

Mijn verbeeldingskracht is de afgelopen maanden sterk op de proef gesteld. Als jonge biculturele schrijver wordt me vaak gevraagd naar mijn intergenerationele trauma’s; daarover te schrijven om ruimtes te openen van herkenning, bewustwording, begrip of empathie. De verantwoordelijkheid daarvoor wordt niet altijd gezamenlijk gedragen. Het is vaak een eenzaam proces. Ik heb me daardoor afgevraagd of het een vorm van ijdel escapisme is om me nieuwe vormen van werken voor te stellen zonder daarbij altijd mijn eigen pijn op tafel te leggen. Het antwoord is kort en simpel: nee, dat is geen escapisme. In een wereld vol oorlog, misogynie en homofobie, blijft het antwoord kort en simpel: nee. We hebben verbeeldingskracht keihard nodig om ons andere realiteiten voor te kunnen stellen om verandering mogelijk te maken.

Dit theaterseizoen begon met een opzwepende Staat van het Theater in een overvolle Kleine Komedie. De performatieve speech van Alida Dors zorgde bij mij voor inspiratie, herkenning, opluchting en hoop. De cypher die zij opvoerde, laat mijn dansershart nog steeds sneller kloppen. Voor wie er niet was en het ook nog niet heeft teruggekeken: doe dat nu alsnog en schrijf daarna de volgende zinnen op een post-it: Samen doen vraagt om gemeenschappelijke inspanning. And staying with the trouble. Staying with the trouble!

Plak dan die post-it op een plek in je huis waar je meerdere keren per dag langs komt, op je voordeur bijvoorbeeld, om jezelf eraan te herinneren dat het voorstellen van nieuwe mogelijkheden inspanning vereist. Verbeeldingskracht beweegt zich in mij altijd tussen een bewustzijn over op wiens schouders ik sta en de mogelijkheden die ik een volgende generatie toewens. Daar is moed voor nodig. Daar is een samenkomst voor nodig. Daar is sisterhood voor nodig.

Sisterhood werd in deze Staat van het Theater meermaals genoemd. Het is een netwerk waarin gelijkwaardigheid, compassie, creatievermogen en verbeeldingskracht een grote rol spelen. Het is niet geheel toevallig dat de Bellevue lunchvoorstelling die ik dit seizoen schreef SISTERS heette. Deze voorstelling ging voor mij over de mogelijkheid je te verbinden met mensen in wie je jezelf herkent en was, om in de woorden van onze scenograaf Marjolijn Brouwer te spreken, ‘een ode aan de verbeelding’. In de aanloop naar de première hoorde ik, naast veel aanmoedigende woorden, ook onwaarschijnlijk vaak de volgende vraag aan: ‘Hoezo heeft iedereen het ineens over sisterhood?’ Daarna volgden nog meer vragen: ‘Heb je het dan alleen over vrouwen? Maak je het alleen voor je eigen generatie? Kun je sisterhood überhaupt in een bredere vorm gebruiken?’ Op al deze vragen wilde ik eigenlijk alleen met wedervragen antwoorden: Ben je bang je in te beelden hoe het is een vrouw te zijn? Ben je bang je in te beelden hoe het is een biculturele vrouw te zijn? Ben je bang voor het bevragen van de status quo of ben je bang dat je baat hebt bij het behouden van tradities?

Deze wantrouwende houding jegens sisterhood van sommige collega’s baart me zorgen. Het gebrek aan een emotionele verbinding baart me nog meer zorgen. De term broederschap of fraternité is sinds de Franse Revolutie denk ik minder bevraagd dan de term sisterhood in het afgelopen jaar.

Een maand na de laatste voorstelling in Bellevue kreeg ik meermaals een Volkskrant-podcast doorgestuurd. Host Esma Linneman begint de podcast met de woorden: ‘Ik merk dat ik nu al een beetje zenuwachtig ben voor deze aflevering, want we gaan het vandaag hebben over het ingewikkelde en zeer gelaagde concept zusterschap of sisterhood’. Waarom toch weer die zenuwen? Linneman voert een interessant gesprek met schrijver Sheila Sitalsing en politicoloog Julia Wouters en de podcast is zeker een aanrader, maar ik moet ook constateren dat ik nog nooit een podcast doorgestuurd heb gekregen waarin broederschap bevraagd wordt. De kritische houding naar iets dat met vrouwelijkheid verbonden is, is natuurlijk niet nieuw, maar daarom vraag ik me juist af: is het bevragen van dit begrip niet een klassieke staaltje afleiding?

Inmiddels is het bijna zomer en sluiten we een seizoen af waarin er wederom veel collega’s door werkdruk zijn omgevallen. Is het mogelijk ons een sector voor te stellen waarin we elkaar blijven dragen, waar nodig weer omhoog helpen? Sisterhood gaat voor mij over compassie en elkaar in het oog blijven houden, ook als de werkdruk hoog ligt. Is het mogelijk ons een sector voor te stellen waarin we het wegvallen van iemand als een beroep op onze zorg en solidariteit zien, in plaats van iets dat leidt tot roddels over persoonlijk falen? Is het mogelijk ons een werkveld voor te stellen waarin inclusie en zorg geen subsidie-eisen, maar het fundament van ons makerschap zijn? Ik maak me geen illusies, maar verbeeld me wel alles.

Vandaag kijk ik De Staat van het Theater terug en schrijf op een willekeurig aantal post-its:
Durf je spraakverwarring toe te laten? En durf je de consequenties van dat gesprek te omarmen? Durf je bij zo doen wij dat altijd hier’-reflexen te bewegen en gehoor te geven aan een ander voorstel? Durf je cynische roddelaars te wijzen op hun onwenselijke gedrag en ze aan te sporen hun huiswerk te doen? Zou je …Durf je … Kun je een medestander zijn? (De post-its zijn inmiddels verspreid door theaters in Nederland. Wie er één vindt: geef hem door aan de dichtstbijzijnde beleidsmaker.)

Zes jaar geleden, in het jaar dat ik begon aan Writing for Performance, hield Daria Bukvić een speech voor de afstudeerders op het ITS festival. Ik was net gestopt aan de universiteit om radicaal voor mijn schrijversdroom te gaan. Ik schreef deze woorden van Bukvić op een post-it: Trek je geen hol aan van wat er zogenaamd not done is in de theatersector. Haal je inspiratie overal vandaan en wees niet zo geobsedeerd met regels, codes en verwachtingen. De werelden die je je kunt voorstellen, worden gevoed door wat en wie je kunt zien, door waar je naar kunt streven en door een bewustzijn van de schouders die je dragen. Dat deze woorden werden uitgesproken in het jaar dat ik begon met schrijven, is voor mij van groot belang geweest voor het durven breken met tradities. Het durven is de eerste stap, maar er moeten nog veel stappen volgen. We moeten actiever kiezen stiltes te doorbreken. Sisterhood is ook je belangen blijven bevragen. Het is elkaar juist opzoeken als de communicatie moeilijk is. In de afgelopen zes jaar zijn er veel stiltes doorbroken, maar toch lijken we telkens weer in de val te trappen van verstilling. Elkaar niet spreken, niet opbellen, niet bevragen, werkt een verderfelijk zwijgen in de hand. Zwijgen wordt gevoed door angst, wordt door machtsmisbruik tot wapen gemaakt en lijdt uiteindelijk tot fluisteren, wat soms nog erger kan zijn dan de stilte zelf.

Om het zwijgen te doorbreken, moet je weten dat je nooit uitgeleerd bent, en dat je niet moedeloos moet worden van dat besef. Het is een kwestie van jezelf en de mensen in je sisterhood blijven aanmoedigen, bekritiseren en de telefoon oppakken als een van jullie dreigt om te vallen door de werkdruk. Sisterhood is actief blijven kiezen voor verandering. Het is elkaar niet uit het oog verliezen als er een hyperfocus ontstaat op de première. Dat vraagt energie, aandacht, doorzettingsvermogen en misschien ook verdriet. Je zult geconfronteerd worden met mensen die je afleiden als je kiest voor deze vorm van makerschap. Je zult vaak horen dat je naïef bent of het gevoel hebben dat je het wiel opnieuw aan het uitvinden bent. Dat is niet zo. We zijn met veel en er zijn veel mensen die ons voorgingen.

Wat rest is een oefening in verbeeldingskracht. Noem me naïef of lees tot het laatste woord.

Stel je het volgende voor:
je zit aan een lange tafel. Er zitten collega’s; jonge en oudere makers, docenten en studenten, jonge en doorgewinterde artistiek leiders. Er klinken geluiden die kenmerkend zijn voor dit moment aan deze tafel, uniek voor de samenstelling van ervaringen en sommige ervan behoren tot de mooiste geluiden die er zijn. Het zoeken naar een woord bijvoorbeeld, dat vaak op onmogelijke momenten komt wanneer iemand zichzelf probeert uit te leggen, en voelt dat er een woord is in een taal die diegene niet beheerst. Niet ongeduldig worden, geef het tijd, niet meteen terugvallen op nuchterheid en logica. Dat samen zoeken naar woorden en andere vertelstructuren, naar nieuwe vormen van dramaturgie, heeft iets machtigs, aangezien het niet met een zichtbare beweging verbonden is. En dat geluid, dat zoeken naar onbekende woorden, dat tijdelijke geen-geluid, is een andere vorm van stilte, een soort intensivering of verdieping ervan. Dat is de macht van het voorstelbare. Het feit dat ik dit schrijf en dat we gesprekken voeren, is een poging te breken met de stilte, omdat het niet de verschillen tussen ons zijn die ons lamleggen, maar de stiltes. En er zijn zo veel stiltes die moeten worden verbroken.

Laat dit een begin zijn van een voortdurend gesprek. Beste studenten, beste sisters, beste collega’s, om nogmaals in de woorden van Daria Bukvić te spreken: ‘Geloof in de relevantie van theater en draag dat zonder gêne uit. Laat je door niemand vertellen dat dit vak geen zin heeft’, en: ‘Je nieuwsgierigheid naar de ander is de grootste troef die je hebt.’

Artistiek leiders, beleidsmakers, studieleiders, laat de komende jaren in het teken staan van de mogelijkheid jezelf te verbazen, te spiegelen en te laten groeien door het blijven voeren van gesprekken. Daarmee begint de beweging. Het is hier, aan deze tafel, waar verbeeldingskracht een belangrijke speler is en de verbinding met anderen gelegd wordt. Ook als we het niet met elkaar eens zijn. Doorbreek de stilte, elke dag. Stop het fluisteren en roddelen, neem in plaats daarvan het initiatief vragen te stellen en een gesprek te openen. Bevraag elkaars belangen. Voer waar nodig een stevige discussie. Ook dat is sisterhood. En met die beweging, met de verbeelding van een andere realiteit, begint een nieuwe versie van ons verhaal. Het is die beweging, het is de opkomst, het is een begroeting. Het is de eerste kennismaking met theater van een toeschouwer. Het is die beweging die straks een kind mag betoveren in de theaterzaal. Een kind dat lijkt op jou of misschien op mij, dat nog nooit in een theater is geweest en opgaat in de magie van het vertellen van een verhaal. Een kind dat zichzelf in alle lelijkheid en alle schoonheid herkent en ervan overtuigd durft te raken: in deze ruimte mag ik bestaan.

 

beeld Ez Silva

Dossiers

Theaterkrant Magazine juni 2023