‘Maak onvermijdelijk werk en verontschuldig je aan niemand!’ Tijdens de opening van het Internationaal Theaterschool Festival (ITS) vanochtend sprak theatermaker Daria Bukvic de nieuwe lichting afstuderende theatermakers bevlogen toe. 

‘Goeiemorgen allemaal. Lieve afstuderende acteurs, performers, dansers, mimers, productieleiders, regisseurs, vormgevers en choreografen van de nabije toekomst. Het moment is daar. Ik ben gevraagd om mijn eerste inspirational speech te geven aan een groep afstuderende studenten. Om mijn denkbeeldige toga aan te trekken en mijn inner Oprah Winfrey te channelen, om jullie even een stevig potje te gaan inspireren.

Om het donkere, onbekende pad dat zich voor jullie uitstrekt te verlichten met spreuken als ‘heb geen angst’ en ‘blijf jezelf’. Wellicht is dit de speech waarin men het waardevol zou vinden als ik jullie zou aanmoedigen om af en toe eens op je bek te gaan, en je mislukkingen te omarmen. Als ik een verhaal zou afsteken over de schoonheid van de imperfectie en het menselijke falen. Maar fok die shit. Al onze toneelstukken gaan al over het menselijke falen, door bezuinigingsperikelen en burn-outs hing er de afgelopen jaren een soort ouwe wijven kattenlucht in onze sector, en dan zijn wij, in het algemeen te noemen de theatermakers, al niet de meest zelfverzekerde soort onder de mensen.

Ik wil het niet hebben over dat je het onvermijdelijke zwarte gat na je opleiding (en het spijt me, maar die gaat er waarschijnlijk wel komen) echt wel effe lekker mag voelen, en dat het ook helemaal oké is om de eerstvolgende drie jaar na je afstuderen maar allemaal rollen aan te nemen of stukken te regisseren, vormgeven of produceren waar je eigenlijk niet achterstaat, maar toch op de een of andere manier aan geld en ervaring moet zien te komen. Ik weiger dat soort valse veiligheidsbullshit aan jullie te verkopen.

Ik wil het hebben over gierende ambitie, kop boven het maaiveld en reach for the stars. Als je een warm dekentje, een kop chocomel en een aai over je bol wil, vraag je dat maar lekker aan je moeder.

Hier komen mijn 10 supersubjectieve, maar hyperliefdevol goedbedoelde adviezen voor een theatercarrière in hoogglans:

Nummer 1:
Maak onvermijdelijk werk en verontschuldig je aan niemand. Maak het soort theater waarvan jij denkt dat de wereld er behoefte aan heeft. Of dat nu betekent dat je een lange theatertraditie in ere houdt of er totaal mee breekt. Of je daarmee lof van vakgenoten krijgt of alleen maar kan rekenen op onbegrip. Maar wat je ook doet, maak het onvermijdelijk. Zorg dat je publiek niet die zaal verlaat zonder even uit evenwicht te zijn gebracht. Maak het zo groots, ontroerend, radicaal of belachelijk grappig dat je publiek er zich wel toe moet verhouden. En verontschuldig je alsjeblieft niet voor je schaamteloze activisme of voor je structurele gebruik van een glittergordijn puur omdat dat volgens jou de wereld mooier maakt. Maar wat je ook doet, maak het onvermijdelijk.

Nummer 2:
Als het platform er niet is, creëer je het platform zelf. Als je niet binnen de bestaande structuren de ruimte krijgt om je wildste fantasieën te verwezenlijken, ga dan niet lui in de hoek zitten sippen over hoe weinig ruimte er wel niet is voor nieuw talent, maar dwaal af van the yellow brick road en plavei een nieuw pad voor jezelf. Richt een stichting op, raak bevriend met een steenrijke dj, of maak guerillatheater voor de stadsschouwburg tot je de muren afbreekt die jou in de weg zitten. Er zijn zoveel manieren om je werk te kunnen produceren, maar daar is wel lef voor nodig en een beetje out of the box denken. En laat dat nou net de talenten zijn waar jullie de afgelopen jaren iets mee zijn gaan doen.

Nummer 3:
Steek die creatieve kop van je boven het maaiveld uit. Ik ben er trots op dat ik Nederlander ben geworden. Maar als ik aan iets in dit land een hekel heb, is het wel die godverdomde smet op ambitie. De vrees voor megalomane ideeën. Het klein- en kneuterigheid fetisjisme. Het wie denk je wel niet dat je bent. Niemand zit op je wachten. Poepoe, jij hebt grote woorden. Het zal je jeugdige idealisme wel zijn. Wacht maar tot je veertig bent. Ik haat die onzin.

Lieve afstudeerders, eet de wereld op. Schaam je nooit voor je torenhoge ambitie en voor je krankzinnige ideeën. Ga naar Hollywood als je je haarborstel wil inruilen voor een oscar, stuur die maquette naar de Scala in Milaan en overtuig Jude Law dat jij hem beter kunt regisseren.

Ik ga ooit een videoclip van Beyoncé regisseren. Nou en.

Nummer 4:
Trek je geen hol aan van wat er zogenaamd ‘not done’ is in de theatersector. Haal je inspiratie overal vandaan en wees niet zo geobsedeerd met regels, codes en verwachtingen. Recensenten en marketeers vinden het lekker om je zo snel mogelijk in een overzichtelijk hokje te plaatsen, maar als jij als serieuze repertoireregisseur zin hebt in het regisseren van een musical moet je dat vooral doen. Theatermensen hebben altijd een mening, maar lopen ook vaak vijftien jaar achter op de werkelijkheid omdat ze hun repetitielokaal nooit uitkomen. Waardeer hun vakkennis, maar heb een gezonde portie schijt aan ze.

Nummer 5:
Verkoop je werk, wees nergens vies van. Ga bij Humberto Tan aan tafel zitten en verkoop die super abstracte ritualistische dansvoorstelling met zestien bejaarden en een paard.

Nummer 6:
Geloof in de relevantie van theater en draag dat zonder gêne uit. Laat je door niemand vertellen dat dit vak geen zin heeft. Dat theater geen werkelijke invloed kan uitoefenen op de wereld om ons heen want dat is klinkklare onzin. Laat je noodzaak om theater te maken, wat dat ook mag zijn, luid klinken. Wees een ambassadeur voor dit vak. Hoe serieuzer jij je werk neemt, hoe serieuzer anderen dat zullen doen.

Nummer 7:
Wees trots op je successen. Ga je succes of de impact van je werk niet op z’n oud-hollands wegrelativeren of bagatelliseren. Verberg je niet achter een steen wanneer er een vijfsterrenkanon op je wordt afgevuurd omdat je je collega’s met hun tere hartjes niet de ogen uit wilt steken. Je kan best trots op iets zijn zonder je als een arrogante klootzak te gedragen. Maar wees dan, als ambassadeur van het theatervak, net zo trots wanneer een van je collega’s een minstens zo prachtige topvoorstelling heeft gemaakt.

Nummer 8:
Sta in de wereld en breng de wereld de theaterzaal in. Zet je raam open. Ga op reis. Maak een gesprek met iemand waar je bang voor bent, iemand die nog nooit naar het theater is geweest of iemand die geen kaartje kan betalen en nodig diegene voor je voorstelling uit. Je nieuwsgierigheid naar de ander is de grootste troef die je hebt.

Nummer 9:
Maak vrienden buiten het theater. Verwijder alle depressieve, zeurende, zuigende en ongeïnspireerde theatermensen die jou je bevlogenheid niet gunnen rechtstreeks uit je leven. Omring je met verwondering en bewondering. Je verdient een beetje minder onzekerheid.

En tot slot Nummer 10:
Heb geen angst. Blijf jezelf. En bel je moeder als je naar een dekentje verlangt. Er zijn veel kostbaardere dingen in het leven dan theater.’

Foto: Bart Grietens