In de productiedatabase van de podiumkunstencollectie van het Allard Pierson Museum wordt elk theaterseizoen volledig gedocumenteerd. Maar hoe documenteer je een seizoen dat nauwelijks bestaan heeft?

Het gemankeerde theaterseizoen 2020-2021 dwong ons opnieuw te kijken naar de manier waarop we informatie verzamelen, selecteren en invoeren. ‘We’, dat zijn informatiespecialisten Gonneke Janssen en Manon Schooneman, conservator Hans van Keulen en ikzelf, degenen verantwoordelijk voor de invoer van de actuele premières in de database. Toen de theaters voor het eerst dicht moesten in maart 2020 zijn we direct in gesprek gegaan over hoe we deze magere tijden konden vastleggen binnen de kaders van onze database, zodat ook de voorstellingen die niet door zouden gaan, of die in een andere vorm zouden worden gegoten, toch onderdeel konden blijven van de collectieve herinnering.

In de productiedatabase van de collectie podiumkunsten, voorheen van Theaterinstituut Nederland, worden alle professionele premières bijgehouden in een onlinedatabase. Als primaire bron wordt de premièrelijst van Theaterkrant aangehouden, in combinatie met de websites van gezelschappen, programmaboekjes en persberichten. Van iedere professionele theaterproductie wordt bijgehouden wanneer en waar de voorstelling in première gaat, wie daarbij betrokken is en welk genre het betreft. Op het eerste gezicht een rijtje eenvoudige gegevens, maar vaak complexer dan het lijkt. Welke datum verbind je aan de cabaretier die een seizoen lang try-outs speelt, maar nooit een officiële première organiseert? Genres zijn steeds minder duidelijk af te kaderen in een veld dat groeit in interdisciplinair en hybride werk. En wat maakt een voorstelling precies professioneel?

In het theaterjaarboek van 2017-2018 beschreef Floortje Bakkeren het documentatieproces van de database en de criteria voor opname. Deze criteria geven heldere kaders die het onderscheid moeten maken tussen professioneel en amateurtheater, een theaterproductie of een andere discipline en een daadwerkelijke première of een work in progress.

Het afgelopen theaterseizoen werden deze criteria flink opgeschud. Om ervoor te zorgen dat de documentatie dit seizoen ook daadwerkelijk zou representeren, was er meer nodig dan wat de afgelopen jaren vastlegden. Zo besloten we om ook alle afgelaste voorstellingen op te nemen in de database. Afgelaste producties krijgen nog geen premièredatum, maar een annotatie die weergeeft wat de oorspronkelijke premièredatum was en of de voorstelling tot zover slechts uitgesteld is, of helemaal afgelast.

Het gebruik van standaard annotaties werd dé manier om bijzonderheden van dit seizoen weer te geven op een manier die aan toekomstige generaties theateronderzoekers kan uitleggen hoe 2020-2021 eruitzag. Iedere voorstelling kreeg een annotatie over de status waarin deze al dan niet in première ging: afgelast, uitgesteld, online of voor een x aantal personen live publiek. Zo is ook te herleiden welke maatregelen golden op de (geplande) premièredatum.

Het bijhouden van alle afgelaste voorstellingen bleek een onmogelijk streven. Veel voorstellingen die in de steigers stonden, werden nog niet aangekondigd en zijn moeilijk te traceren. We konden niet meer invoeren dan de premières die bij Theaterkrant wel waren aangekondigd voordat ze werden uitgesteld of afgelast. Zo kwamen we uit op een seizoen van ruim zevenhonderd premières, waarvan er ongeveer 170 niet door zijn gegaan.

Het daadwerkelijke aantal ligt veel hoger. De meest recente seizoenen zonder corona zijn steeds ongeveer 1300 premières rijk. Dat betekent dat er al zo’n zeshonderd voorstellingen gesneuveld zijn voordat Theaterkrant ervan wist. Prille ideeën zijn alvast op de plank gelegd voor betere tijden. Andere concepten haalden het repetitielokaal misschien net niet. Veel besluiten tot uitstellen of annuleren zijn intern gemaakt, vóór een voorstelling publiekelijk is aangekondigd.

Daarnaast missen we een groot deel van de internationale voorstellingen die met hun Nederlandse première worden ingevoerd. Wellicht konden deze producties wel spelen in hun thuisland, maar de impact van corona op internationale uitwisseling van theaterproducties is logischerwijs heel groot. Recentelijk ligt het aantal premières van buitenlandse gezelschappen in de tweehonderd. Dit seizoen documenteerden we slechts 42 producties door buitenlandse makers.

Met alleen het documenteren van de geannuleerde live premières is de impact van de coronacrisis op het theaterseizoen niet te vangen. Veel gezelschappen weken uit naar andere disciplines en vormen om hun werk te presenteren. We zagen een toename in podcasts en audiowandelingen, korte dansfilms, registraties die openbaar werden gemaakt als herneming van een bestaande voorstelling en onlineseries zoals ITA’s Decamerone en Alice in Wonderland, of het kleinschaligere monologenprogramma van CC Amstel. Het waren vooral deze projecten die binnen het team tot veel gespreksstof leidden.

Zo is Decamerone eigenlijk meer een theatrale lezing. Normaal gesproken nemen we ongeënsceneerde lezingen en concerten niet op, maar al het andere het werk van ITA staat standaard in onze database. Zouden we dan niet onvolledig zijn als we dit niet als onderdeel van hun repertoire erkenden? Dit was geen randprogrammering, maar een daadwerkelijke alternatieve productie, want er kon niet live worden gespeeld. Bovendien was het een groot, kenmerkend project in de eerste lockdown. We besloten dat we het dus niet konden missen in onze database.

Soms sloegen vele gesprekken in het team dood met de conclusie: ‘Als we nu besluiten om ook x soort werk op te nemen, dan zouden we dat eigenlijk ook na het coronaseizoen moeten doen, voor de volledigheid. En dus ook met terugwerkende kracht vóór het coronaseizoen, als je echt compleet wilt zijn. En als x, waarom dan ook niet y?’

Zo ging de discussie die we het langst gevoerd hebben, over theaterpodcasts. Oostpool maakte onder de noemer Oostpool Audio de fictionele podcastserie The Harvest, geregisseerd door Jan Hulst en ingesproken door onder anderen Hannah Hoekstra en Thomas Höppener.

Hoewel Oostpool, Hulst, Hoekstra en Höppener allemaal veelvoudig terugkomen in onze database, moesten we besluiten om The Harvest niet op te nemen. Ondanks dat Oostpool het project zelf omschrijft als ‘theater om te luisteren’ en het een alternatief project is omdat er geen live theater mogelijk was, is dit medium toch meer te definiëren als een podcast of een hoorspel. Hoorspelen en fictieve podcasts zijn er al jaren en ook theatermakers werken daar al decennia aan mee. Als we dit project zouden opnemen, dan zouden we eigenlijk al die andere audioprojecten missen. Bovendien heeft Beeld & Geluid een audiocollectie, dus er is al een plek waar dit kan worden gedocumenteerd.

Als collectie wil je zo consistent mogelijk zijn in wat er wel en niet terug te vinden is, maar dat blijkt dus niet altijd mogelijk. Het gaf ons veel stof tot nadenken over een tijdperk waarin hybride en interdisciplinaire kunst een steeds grotere rol krijgt. Het is duidelijk dat daar in de database nog veel in te winnen valt. Zonder de coronacrisis was die discussie ongetwijfeld langzamer op gang gekomen.

Sommige digitale projecten, zoals livestreams, kwamen wel in de database. We documenteerden dit seizoen 146 onlinevoorstellingen, waarvan ruim twee derde als livestream werd uitgevoerd. Ook deze kregen allemaal een standaard annotatie.

Uiteindelijk konden er net geen vierhonderd voorstellingen met live publiek in de zaal in première gaan dit seizoen. Het is nog geen derde van het gebruikelijke aantal voorstellingen en uiteraard bijna allemaal met een lagere zaalcapaciteit.

Naast de productiedatabase hield ik een digitale knipselmap bij die ook onderdeel wordt van de collectie. In dit enorme bestand staan honderden nieuwsartikelen over theater in coronatijd, van de veranderende maatregelen tot noodfondsen en brandbrieven. Het belangrijkste doel van de knipselmap is om ook het regionale nieuws en berichten van kleine gezelschappen en theaters op te slaan, om zo een breed beeld te geven van de impact van corona op het theaterveld.

Sinds corona de wereld overnam, is het documenteren van theater steeds meer maatwerk geworden. Wellicht dat seizoen 2021-2022 weer volledig nieuwe uitdagingen met zich meebrengt, afhankelijk van toegestane publieksaantallen, vaccinatiebewijzen en toegangstesten. Het maatwerk is waardevol en liet ons reflecteren op de functies van de database. Deze flexibiliteit nemen we mee naar de toekomst, ook ná corona.

Dossiers

coronacrisis
Theaterjaarboek 2020/2021