Sinds het ITS Festival in 2019 zijn laatste echte editie beleefde, zijn er verschillende pogingen geweest om het idee van een presentatieplek voor afstudeerwerken een nieuwe vorm te geven. Deze zomer beleeft ENTER, een initiatief van het Ensemble van Nieuwe Theaterwerkers, zijn pilotaflevering.

Toen het ITS Festival in 2021 aankondigde definitief te stoppen, bevond het nationale afstudeerfestival zich al enige tijd in onrustig vaarwater. Na jaren van aanhoudende kritiek vanuit studenten zelf, wat uiteindelijk in 2016 zelfs leidde tot een schaduwfestival vanuit de afstudeerders van de AHK, werd de meerjarige subsidie van ITS per 2017 stopgezet. Het gehele bestuur en de directie stapten op, waarna regisseur Marcus Azzini en choreograaf Jasper van Luijk vervroegd als nieuwe directie de ondankbare taak kregen om zonder structurele ondersteuning het festival in Amsterdam nieuw leven in te blazen en de verstoorde verhoudingen met de opleidingen en studenten te herstellen. Dat ging enkele jaren goed – tot de coronacrisis uitbrak, Azzini opstapte vanwege het onderzoek naar zijn grensoverschrijdend gedrag bij Toneelgroep Oostpool en het festival na twee wankele crisisjaren aankondigde zichzelf op te heffen.

De vier grote theateropleidingen (AHK, HKU, ArtEZ en Toneelacademie Maastricht) hevelden hun reguliere bijdrage aan het festival over naar het nieuwe, door studenten en afgestudeerden opgezette netwerk ENT (Ensemble van Nieuwe Theaterwerkers), dat zich ten doel stelt verbinding tussen studenten en recent afgestudeerden van alle theateropleidingen te bewerkstelligen. Na een aanloopjaar in 2022, toen Frascati het initiatief nam om met steun van De Brakke Grond en de scholen het eenmalige festival Eindspel uit de grond te stampen, lanceert ENT dit jaar de pilot van een nieuw afstudeerfestival:  ENTER, dat van 21 tot en met 24 juni in de Nes zal plaatsvinden.

Ik spreek de coördinatoren van het festival – Bregt van Deursen, Evelien Kanters (beiden Docent Theater ArtEZ 2020) en Emma van den Elshout (Regie Maastricht 2021) – begin april, als de voorbereidingen in volle gang zijn. Van Deursen stond aan de basis van ENT, toen dat in 2020 werd opgericht. ‘ENT is ontstaan vanuit de behoefte om een breder gesprek tussen álle studerenden en recent afgestudeerde theaterwerkers te organiseren. Zodra je afstudeert, voel je hoe hard je elkaar nodig hebt, er zijn zo veel mensen die dan in dezelfde fase zitten en aan wie je iets kan hebben. Het is een open organisatie, met inmiddels een kernteam van ongeveer twintig mensen die bijeenkomsten en evenementen organiseren, en een bestuur van zeven mensen die de langere lijnen uitzetten.

‘Toen ITS omviel, is ons vaak de vraag gesteld een nieuw afstudeerfestival te organiseren. We hebben dat altijd afgehouden omdat wij eerst onze eigen visie en activiteiten helder wilden hebben, voordat we zoiets groots oppakten. Nu, twee jaar later, hebben we meer slagkracht en konden we aan de veelgestelde vraag vanuit de studenten, de scholen en het veld voldoen.’

Van den Elshout kwam bij ENT en de organisatie van het nieuwe festival terecht vanwege haar ervaring met Gemaakt On Tour, het reizende afstudeerfestival van Toneelacademie Maastricht dat zij en andere studenten in 2021 organiseerden. ‘We hadden – een beetje bleu – bedacht dat we zelf zouden gaan touren, omdat het professionele veld niet zo makkelijk naar Maastricht komt. We hebben toen zes theaters door het land bereid gevonden om de voorstellingen te tonen, en hebben vervolgens zelf de organisatie, financiën en productie op onze schouders genomen. Dat doe je één keer, maar nooit weer, want zonder organisatie achter je, werk je jezelf half dood om zoiets voor elkaar te krijgen.’

Het was dus cruciaal dat een nieuw initiatief voldoende steun vanuit het veld en de opleidingen zou krijgen. Van Deursen:  ‘We hebben eerst een gesprek georganiseerd met de scholen en het talentontwikkelingsveld, zestien partijen in totaal. We wilden de vraag bij hen neerleggen – we hadden voorbereid wat wij vanuit ENT belangrijk vonden en toen ging iedereen erover meedenken. Een belangrijke kernwaarde vanaf het begin was ‘mentorschap’: het festival zelf zou een leerplek moeten zijn voor het organiseren van festivals. We hadden als uitgangspunt dat het door jonge theaterwerkers zelf georganiseerd zou worden, maar dat die zouden worden ondersteund door ervaren professionals van de deelnemende organisaties. Dat vond iedereen een goed idee, maar toen werd de blik vervolgens weer op ons gericht, terwijl wij de enige mensen in de ruimte waren die daar onbetaald zaten. Dus toen hebben we de vraag omgedraaid: wat zouden jullie kunnen bijdragen?’

De tweede bijeenkomst was gericht op het beantwoorden van die vraag. Van den Elshout: ‘Dat was echt blufpokeren, maar gelukkig had Het Nationale Theater toen al aangeboden in 2024 het festival in Den Haag te willen hosten en zegden Frascati en De Brakke Grond direct toe om zalen en techniek ter beschikking te stellen voor dit jaar. Iedereen was het erover eens dat ENT het moest organiseren, maar dat kon natuurlijk niet onbetaald, en de aanwezige organisaties waren bereid daarin bij te dragen. Iedere deelnemende instelling (zie kader) draagt nu financieel iets bij, behalve ATD, ArtEZ, HKU en Toneelacademie Maastricht, die jaarlijks al 20 duizend euro aan ENT als geheel bijdragen – maar zij verzorgen wel het decorvervoer, sejour en de eventuele reiskosten van de deelnemende studenten.’

Van Deursen: ‘Het is ook voor de deelnemers belangrijk dat je weet dat het veld actief bijdraagt aan ENTER: dan krijg je het gevoel dat men echt op je zit te wachten, en dat er ook onderlinge solidariteit is.’

Van den Elshout: ‘In de toekomst willen we mikken op 50 procent bijdrage vanuit de fondsen en 50 procent vanuit instellingen in het veld.’

De inhoudelijke insteek van ENTER kwam tot stand in nauw overleg met de achterban van ENT. Van den Elshout: ‘We hebben een enquête verstuurd naar onze leden over hun wensen en behoeftes voor een afstudeerfestival. Daaruit kwam sterk naar voren dat iedereen vond dat het programma door jonge theaterwerkers moest worden samengesteld, en ook dat het festival naar verschillende steden zou moeten reizen, omdat het theaterveld breder is dan alleen Amsterdam.’

Van Deursen: ‘En daarnaast dat het doel van het festival de ontmoeting moet zijn, met elkaar, het publiek en het veld. Je moet een soort lichtingsgevoel krijgen, ook onderling.’

Van den Elshout: ‘Om te bewerkstelligen dat er een gevoel van gelijkwaardigheid en solidariteit ontstaat tussen alle opleidingen letten we ook op taalgebruik in de communicatie: ‘werk’ in plaats van ‘voorstellingen’, ‘theaterwerkers’ in plaats van ‘theatermakers’. Dat biedt ruimte aan een veel bredere blik op wat de afstudeerders te bieden hebben.’

Van Deursen: ‘We willen de programmering als een coherent geheel zien, zodat we een overkoepelend beeld van een afstudeerlichting kunnen geven. Iedereen die wil meedoen moet zich aanmelden met een of meer werken, en ook met een uiteenzetting van diens visie of thema’s, zodat we lijnen kunnen leggen in het aanbod.’

Van den Elshout: ‘Het is onvermijdelijk dat er keuzes moeten worden gemaakt, maar we willen de mensen wier werk niet wordt geprogrammeerd toch het gevoel geven dat ze worden gerepresenteerd omdat ze hun thema’s terugzien in het festival, en daarover in gesprek kunnen gaan met andere theaterwerkers.’

Van Deursen: ‘We willen zo transparant mogelijk zijn over de selectieprocedure. Het is natuurlijk een schijnidee dat iedereen zich precies even vertegenwoordigd zal voelen op het festival, maar daarom vragen we van de programmamakers dat ze ook helder inzicht bieden in de keuzes die ze hebben gemaakt.’

Voorlopig richt ENTER zich uitsluitend op afstudeerders van HBO-opleidingen. Kanters: ‘Dat heeft vooral met de haalbaarheid te maken. Er studeren ieder jaar 250 mensen af van de HBO-opleidingen, en ongeveer even veel aan de MBO-opleidingen. Bovendien hebben we vanuit ENT, dat ook vanuit HBO en WO-afgestudeerden is ontstaan, ons netwerk vooral binnen die opleidingen. In de toekomst willen we er zeker ook werk van maken om ook MBO’ers en autodidacten toegang tot het festival te bieden, maar daar komen we dit pilotjaar niet aan toe. Wel staat de vacature voor de programmamakers, die we een tijdje geleden hebben opengesteld, open voor alle nieuwe theaterwerkers, niet alleen die van de hogescholen en Universiteiten. Waar we sowieso op letten bij de samenstelling van het programmateam is dat ze niet van dezelfde school komen, en dat ze specialisaties in verschillende disciplines hebben, zodat er uiteenlopende perspectieven vertegenwoordigd zijn.’

‘We moesten dit eerste jaar scherpe keuzes maken om het te kunnen bolwerken. In eerste instantie hadden we ingezet op een festival van zeven dagen, maar daar gingen we aan onderdoor – dus toen hebben we besloten om eerst een pilot van vier dagen te doen. Je moet realistisch zijn; we willen zo graag dat er iets vets staat, maar we moesten beseffen dat het noodzakelijk is om eerst aan een duurzame structuur te werken en daarmee te kunnen experimenteren.’

De coproducerende theaters van dit pilotjaar, Theater Frascati en Vlaams Cutuurhuis De Brakke Grond, bieden het festival gratis zalen en technische ondersteuning aan. Daarnaast fungeert het personeel van de organisaties als mentoren voor de medewerkers van het festival, op het gebied van productie, programmering, zakelijk en communicatie – en heeft ENTER zijn kantoor bij Frascati. Over het IJ Festival fungeert als festivalmentor voor de organisatie, waarbij ze tweewekelijks mentorgesprekken hebben. Via Rudolphi heeft in de opstart geholpen in de ondersteuning en concretisering van de plannen.

Mark Timmer, artistiek directeur van Frascati, ondersteunt het initiatief van harte. ‘Het wegvallen van ITS was dramatisch – het is van groot belang dat afstudeerders hun werk kunnen tonen aan de sector en aan het publiek. Met Eindspel hebben we vorig jaar geprobeerd er een nieuwe invulling aan te geven, maar het is goed dat ENTER nu in dat gat springt.’

Bart Govaert, directeur van De Brakke Grond, beaamt dat. ‘We vinden het van belang om ons hier voor in te zetten. Vanwege de historie, omdat we altijd met Frascati het ITS Festival hebben gehost, maar ook om onze verantwoordelijkheid op te nemen ten opzichte van de Nederlandse afstudeerders. Wel zou ik graag zien dat het festival in de toekomst weer structurele samenwerkingen aangaat met de Vlaamse opleidingen, zodat die banden stevig blijven.’

Timmer ziet ook nog op andere vlakken ruimte voor groei. ‘Op dit moment ligt de focus uitsluitend bij de toneelopleidingen; in de toekomst zou het fijn zijn het ook weer open te trekken naar dans. Daarnaast vind ik trouwens dat de scholen überhaupt in hun handjes mogen knijpen over hoe het veld en de afstudeerders zelf dit nu oppikken. Ik hoop echt dat er in de toekomst een steviger gezamenlijk plan komt tussen het veld en opleidingen om de overgang naar de sector te faciliteren.’ 

Beeld: Gemma Pauwels

Partners ENTER
Via Rudolphi
Het Nationale Theater
Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond
Frascati
Fringe Festival/Nederlands Theater Festival
Over het IJ Festival
HKU
Toneelacademie Maastricht
ArtEZ
Fontys
NHL Stenden
Academie voor Theater en Dans Amsterdam
Karavaan
De Schuur
De Nieuwe Oost
Likeminds
ITA
Theater Oostpool
Theater Rotterdam
Theater Utrecht
Via Zuid
Orkater
Theater Kikker
Stadsschouwburg Utrecht
DOX
NITE
SPRING Performing Arts Festival
NORMA PLUS

Dossiers

Theaterkrant Magazine juni 2023