‘Educatie’ – ik heb zelden mensen zo ongemakkelijk gezien met de naam van hun eigen vak. Educatiemedewerkers zijn bang voor de associatie met strenge en/of saaie docenten die aan onwillige jeugd vóór een voorstelling uitleggen hoe je je moet gedragen en achteraf wat ze gezien hadden moeten hebben. Terwijl er geen beroepsgroep in het theater is die meer mét mensen wil werken of die fanatieker het belang van kunst uitdraagt en verdedigt.

Die spanning – tussen een vermeend imago en de werkelijke zendingsdrang – zie je steeds terug in het themadossier in deze editie van Theaterkrant Magazine. De redactie zag al enkele jaren dat binnen educatieve trajecten bijzondere voorstellingen werden gemaakt, waarbij de ooit zo vanzelfsprekende grenzen tussen jongerenprojecten, sociaal-artistiek werk en kunst geheel wegvielen. 

Muriël Besemer, voorheen hoofd educatie bij het Nationale Theater en nu hoofd van ITA Academy, was door de jaren heen een regelmatige gesprekspartner, deelde haar enthousiasme en expertise, wees ons op interessante makers en projecten en uitte soms ook haar frustratie over het gebrek aan middelen en serieuze aandacht voor dit bloeiende terrein.

Tot mijn vreugde zei ze volmondig ja toen ik haar vroeg om als gastredacteur op te treden voor een special, waarin we de ontwikkeling van theatereducatie willen schetsen. Een ontwikkeling waarbij de nadruk op overdracht van kennis en ambacht wordt verlegd naar een focus op menswording: mensen – leerlingen, jongeren, of heel andere deelnemers – de tools geven om door middel van kunst hun leven vorm te geven en te verrijken. Om te leren denken zoals een kunstenaar, zoals Besemer het formuleert in haar inleiding op het dossier.

Binnen het themadossier tonen we enerzijds de breedte en een deel van de geschiedenis van het educatievak, maar stellen we ook zes educators voor, die ieder op hun eigen wijze dit vak invullen. ‘Educator’ is een niet per se fraai leenwoord, maar draagt – in tegenstelling tot ‘docent’ of ‘onderwijzer’ – uit dat het faciliteren van kennisoverdracht en ontwikkeling niet een zozeer een beroep of een functie is, maar een ról. 

Zo bezien hebben we ook buiten het themadossier de nodige educators in dit nummer: Markoesa Hamer, die als intimiteitscoördinator kennis en goede praktijken over de omgang met intieme scènes in films of theatervoorstellingen verspreidt; of filosoof Daan Roovers die in gesprek met Tido Visser het belang van publieksfilosofie bepleit; of Elsie de Brauw die naast haar werk als actrice ook docent is op de Toneelacademie Maastricht.

En misschien wordt deze nieuwe manier om naar kunsteducatie te kijken nog wel breder. Lobbyorganisatie Kunsten ’92 werkt aan een visie voor de cultuursector met als titel Kunsten2030. Hierin heeft het vermogen om met artistieke manieren van denken de problemen in de samenleving te lijf te gaan een belangrijke rol. Marijn Lems schreef een artikel over dit proces.

Er blijft natuurlijk altijd spanning tussen de domeinen van educatie en van de ‘traditionele’ kunst – niet ál het theater is educatie, lijkt mij. Maar om pervertering van deze gezonde dynamiek in het cultuurbeleid te voorkomen door de Haagse obsessies met impact en meetbaarheid, is inzetten op uitbreiding en verbreding van wat we allemaal bij de kunst vinden horen dringend gewenst.

Dossiers

Theaterkrant Magazine mei 2022