Beauty and the Beast werd in 2006 overladen met Musicalaward-nominaties en kreeg zelfs de publieksprijs voor beste grote musical. Eén van de paradepaardjes van Stage Entertainment dus, dat de musical nu – zo’n tien jaar later – weer uit de (archief)kast trekt. De kerstdagen zijn hét moment, zo is vast de gedachte, om de warmte van het theater op te zoeken voor een romantisch sprookje. Maar is deze herneming wel interessant genoeg om de winterkou voor te trotseren?

Op hoofdrolspelers Anouk Maas (Belle) en Edwin Jonker (Beest) valt weinig aan te merken. Jonker is nergens kwaadaardig, maar imposant genoeg om voor Beest door te gaan. Maas is ontwapenend én eigenzinnig – precies wat je van het meisje in dit verhaal verwacht. De acteurs spelen hun rollen keurig, alles netjes binnen de lijntjes, met precies genoeg inzet. Goed, maar niet overrompelend. Freek Bartels valt wel op als krachtpatser Gaston, die het hart van Belle wil veroveren door met zijn spierballen te rollen. Zijn personage is een megakarikatuur en bijna al zijn scènes zijn kitscherige slapstick, maar Bartels speelt zo energiek dat hij een verademing is in deze bordkartonnen wereld. (Dat geschilderde achterwandje dat Belle’s dorp moet voorstellen – was dat een voorwaarde van Disney? Hopelijk.)

Voor wie de Disney-film uit 1991 heeft gemist: de prins in Beauty and the Beast is, door zijn arrogantie, omgetoverd tot Beest. Zijn personeel is mee-veranderd en schuimt nu door het kasteel als huisraad – een kandelaar, een kastje, een klok. Alleen een (beantwoorde) liefde voor het Beest kan de vloek verbreken, zo vertelt het verhaal. Gelukkig stapt Belle, precies op tijd, het kasteel binnen. Het is een sprookje vol magie, maar deze Beauty and the Beast wordt nergens magisch, is bij vlagen zelfs slaapverwekkend. Ja, er zit lekker veel kleur in het decor en een aantal leuke vondsten in de kostuums (die er overigens precies hetzelfde uitzien als in 2005), maar spectaculair is het niet.

De musical lijkt een gemakkelijke keuze voor de producent: een succesnummer dat nu evenveel indruk moet maken als tien jaar geleden. Maar in 2005 kenden we War Horse nog niet, of Soldaat van Oranje. Toen had The Lion King die traditie van spectaculaire musicals in Nederland pas net afgetrapt. Niet dat iedere productie nu volgepropt moet worden met bombastische decors, special effects of levensechte dieren, maar enige ontwikkeling mag je toch wel verwachten. Zeker van een musicalproducent met deze statuur. Of dit het publiek de winterkou in trekt? Het wordt opeens wel heel verleidelijk om gewoon die Disney-tape nog eens in de videorecorder te schuiven.

Foto: Deen van Meer