Een failliete boekwinkel helpen aan een doorstart, of parkeerplaatsen exploiteren – het zijn geen alledaagse bezigheden voor een theaterdirecteur. Maar Jan van der Putten van de Verkadefabriek in Den Bosch is een cultureel ondernemer pur sang. Ondanks een onverwachte gemeentelijke subsidiekorting van 40 procent, zet hij door. ‘Het zou mooi zijn als Bosschenaren mede-eigenaar konden worden van de Verkadefabriek.’

Na zijn studie theaterwetenschappen richtte Jan van der Putten in 1982 het Bis Theater op. Een goede positie van kunst in de stad combineren met consumentenwensen is altijd een belangrijk uitgangspunt geweest voor zijn handelen. ‘Kunst brengt mensen bij elkaar. Dat is van groot belang. En dat zal altijd leidend blijven voor wat we doen. In de beginjaren van het Bis Theater vormden subsidies 80 procent van onze inkomsten. Dat voelde toen al niet goed. Met de opkomst van commerciële omroepen en het ontstaan van grote entertainmentbedrijven als Endemol, voelde ik de noodzaak om nieuwe exploitatiemodellen te ontwikkelen. Ik heb me daarbij vooral laten inspireren door rapporten van onder meer Berenschot en het Sociaal Cultureel Planbureau, zoals Cultuur: van competitie naar competentie. En we hebben goed gekeken naar consumentengedrag. Dat was destijds nogal ongebruikelijk. Maar kunstliefhebbers doen ook boodschappen bij de Hema. Door goede horeca wilde ik van de Verkadefabriek een plek maken waar je graag wilt zijn, ook als je niet naar theater of film wilt. Met de toegenomen mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding kunnen mensen het zich veroorloven om pas aan het einde van de dag te bepalen wat ze die avond gaan doen. Dan denken ze niet aan theater, maar aan sporten, televisie of met vrienden naar de kroeg. In de Verkadefabriek is altijd wat te doen en die is dus voor Bosschenaren ook een optie. Hierdoor is de vijver waarin we vissen groter geworden. Het vroegere filmtheater Jeroen had 20 duizend bezoekers per jaar, Bis ook 20 duizend. Nu hebben we jaarlijks 140 duizend filmbezoeken en 50 duizend podiumkunstbezoeken. Natuurlijk is het aanbod gegroeid, maar door onze plek in de stad is kunst en cultuur voor heel veel mensen wel dichterbij gekomen. Dat is van vitaal belang.’ 

Verkadehotel

In De Verkadefabriek aan de Boschdijkstraat werden tot begin jaren negentig kaasstengels, koekjes en wafels gebakken. Na een verbouwing onder leiding van architect Hubert Jan Henket werd het pand in 2004 geopend met twee vlakkevloerzalen, repetitieruimtes, drie filmzalen en het ruim opgezette café-restaurant met terras. Het pand ligt buiten het centrum, maar door het uitnodigende terras en het grote, aangenaam lichte restaurant werd de Verkadefabriek al snel een hotspot in de stad. Al ver voor de opkomst van hippe koffietenten, klapten mensen hier hun laptop open. Inmiddels zijn er vijf filmzalen en is er een clubzaal bijgekomen. De Verkadefabriek staat op een flink perceel en ligt vlakbij het kantoorpand waar jarenlang festivals als Boulevard en Cement onderdak vonden. De ruimte achter de Verkadefabriek exploiteert Van der Putten als parkeerterrein. ‘Dat voorzag niet alleen in een behoefte, maar het is uitermate winstgevend. Later hebben we nog twee parkeerterreinen gehuurd waar je inmiddels contactloos kunt betalen. Het levert per jaar twee ton voor de Verkadefabriek op.’

In het kantoorpand wil Van der Putten een hotel beginnen. ‘Boulevard en Cement wilden tot onze spijt liever naar de binnenstad en zijn inmiddels verhuisd. We gebruiken het pand nu voor verhuur, maar een Verkadehotel is natuurlijk prachtig voor onze uitstraling.’ Met regelmaat wordt Van der Putten gevraagd, ook door het bedrijfsleven, om zijn managementstijl toe te lichten. Lenigheid en veelzijdigheid zijn daarin sleutelbegrippen. Zo werkt de filmprogrammeur van de Verkadefabriek ook voor filmtheaters in Helmond, Waalwijk, Drachten en Tiel.

Los het zelf maar op

Anderhalf jaar geleden werd de subsidie aan de Verkadefabriek door de gemeente gekort met maar liefst 40 procent. ‘In ons beleid houden we er al jaren rekening mee dat overheden wispelturig en onbetrouwbaar kunnen zijn, maar die 40 procent kwam aan als een mokerslag, ook omdat het zonder enige vorm van overleg plaatsvond.’ De gemeente Den Bosch leek niet ter vermurwen en ging ervan uit dat de Verkadefabriek het wel zou oplossen. Dat gebeurde ook. ‘Inmiddels zijn de verhoudingen met de gemeente weer verbeterd en is er een afspraak gemaakt over een geleidelijke afbouw van subsidie tot januari 2020. Daarna resteert voor de Verkadefabriek een subsidie van 550 duizend euro per jaar tot 2024. De exploitatieomvang van de Verkadefabriek is vier miljoen, dus is het aandeel subsidie dan nog geen 15 procent.’ Dat is bepaald opmerkelijk. In 2005 was dat nog 50 procent. Het uitgangspunt is dat het culturele aanbod op peil blijft. Wel is het aantal theatervoorstellingen licht afgenomen. Maar in 2016 waren er nog steeds 377 podiumkunstactiviteiten en 6585 filmvertoningen. Het totale jaarlijks aantal bezoeken aan de Verkadefabriek is 188 duizend.

Gouden greep

De voorbereidingen voor de Verkadefabriek namen vier tot vijf jaar in beslag en in die tijd werd er ook goed nagedacht over het spreiden van risico’s. Het in eigen beheer nemen van de horeca bij de start van de Verkadefabriek bleek een gouden greep. In Den Bosch word je goed en snel bediend, iets waar bezoekers van de Amsterdamse Stadsschouwburg en talloze andere theaters alleen maar van kunnen dromen. Van der Putten: ‘Horeca is complex maar ook uitdagend en zo ontzettend belangrijk voor de sfeer. Het aantrekken van de juiste mensen is van cruciaal belang, net als de juiste verhouding tussen kwaliteit en prijs. En ja, het werkt goed. De gemeente is eigenaar van het pand en wij betalen dus een commerciële pachtprijs voor de horecameters. Vanaf het begin hebben we afgesproken dat we de horeca in een besloten vennootschap zouden onderbrengen en zelf het ondernemersrisico zouden nemen, waarbij de baten ten goede zouden komen aan de kunsten. Zo vermijden we discussies over commerciële activiteiten van de Verkadefabriek en onze ANBI-status. Hierdoor kunnen gezelschappen als Panama Pictures en Matzer tegen een lage huur repeteren en werken in de Verkadefabriek. Daarom was ik ook zo boos over die subsidiekorting. Als de overheid cultureel ondernemerschap wil stimuleren, moet er wel iets te ondernemen zijn. Die subsidie hebben we keihard nodig om de kwaliteit van de programmering overeind te houden. Theater zal bij ons nooit winstgevend kunnen worden.‘

Betrokkenheid

Toen drie jaar geleden boekhandel Heinen, onderdeel van de Polare groep, failliet ging, schoot de Verkadefabriek te hulp. ‘Samen met drie andere financiers zijn we nu mede-eigenaar en zo kon de boekwinkel een doorstart maken. De zaak draait goed, er is een lunchroom bijgekomen waar we ook activiteiten van de Verkadefabriek onder de aandacht brengen. Zo’n iconische winkel is van groot belang voor de cultuur in de stad.’ Van der Putten zit nog vol plannen om de positie van de kunst in de stad verder te borgen. ‘Het liefste wil ik op termijn het pand van de gemeente kopen omdat je met dat eigenaarschap ook weer meer kunt doen om burgers bij de cultuur te betrekken. Het is mijn ideaal om kunst en cultuur meer te vermaatschappelijken. Dat is helemaal niet zo nieuw als veel mensen denken. Ik heb me ooit laten inspireren door De Vooruit in Gent, die is voortgekomen uit de socialistische arbeidersvereniging. En Het Casino, de voorganger van Theater aan de Parade, is ontstaan door de inzet van de gegoede burgerij, net als het Amsterdamse Concertgebouw en de Stadsschouwburg Haarlem. Het is belangrijk dat we nieuwe modellen ontwikkelen. Wij zien een grotere rol voor de betrokken burgers en het betrokken bedrijfsleven.’ 

Eeuwigheidswaarde

‘Om de culturele activiteiten in de Verkadefabriek te behoeden voor toekomstige financiële malheur, ontwikkelen we op dit moment, samen met de organisatie Cultuur en ondernemen, een coöperatie. Hierin worden de Stichting Verkadefabriek, de Stichting Alles voor de Kunst (aandeelhouder is van de BV Koekjesfabriek) en het Steunfonds Culturele Activiteiten ondergebracht. Zo kun je bijvoorbeeld voorkomen dat de Koekjesfabriek zich gaat los zingen van de Verkadefabriek. Als we dan ook nog eigenaar van het pand kunnen worden, zie ik veel nieuwe kansen om nog meer voor de kunst in de stad te doen.’ Daarbij gaat het volgens Van der Putten om verschillende zaken. ‘Bosschenaren kunnen mede-eigenaar worden van de Verkadefabriek. We kunnen het gebouw financieel gezien in heel veel stukjes knippen en kleine aandelen verkopen. Zo word je mede-eigenaar en krijg je winst uitgekeerd in kunst, een voorstelling bijvoorbeeld.’

‘Iets heel anders is de vergroening van het gebouw. De gemeente die nu eigenaar is wil niet investeren. Wij willen warmtepompen kopen, maar dat doen we nu nog niet omdat het vrij kostbaar is. Wel hebben we al zonnepanelen op het dak aangebracht, maar investeren in iets dat niet van jezelf is, voelt niet zo fijn. Dit zijn best complexe zaken die veel tijd vragen. We zijn het nu aan het uitwerken, maar het mede-eigenaarschap zie ik als een grote kans. Zo’n aandeel heeft een soort eeuwigheidswaarde. Kinderen erven dat van hun ouders. Bovendien is het met de Geefwet heel erg aantrekkelijk geworden. Je kunt zo’n aandeel verwerven in de vorm van een gift en dat is dan 125 procent aftrekbaar. Wie duizend euro uitgeeft, mag 1250 euro aftrekken. En als een stukje van de Verkadefabriek van jou is, word je emotionele relatie met het pand toch anders dan wanneer je in het bezit bent van een kortingspas.’

Dossiers

Theatermaker december 2017