De laatste jaren heb ik vaak met veel plezier mogen werken in ons theaterlandschap: van spelen in andermans en eigen werk, van onderzoeken en workshops geven, tot het maken van voorstellingen. Ik mocht werken met mensen van mijn bucketlist en kreeg de ruimte om mij te binden aan Productiehuis Theater Rotterdam. Mind you, hoe vaak ik in mijn jongere jaren langs Theater Rotterdam fietste en een klein gebedje deed: of God er voor kon zorgen dat ik mij bij deze plek mocht gaan ontwikkelen en mijn werk mocht produceren. Hetzelfde gold voor Maas theater & dans. Tijdens mijn studie aan de MBO theaterschool keek ik dromerig uit het danslokaal naar het gebouw van (nu) MAAS aan de overkant van de straat. Romana Vrede speelde daar dus ooit wilde ik daar ook spelen. Veel van wat ik destijds wilde bereiken in het theater is gelukt.

Toen ik in 2018 afstudeerde aan de Mime-opleiding aan de Academie voor Theater en Dans, wist ik dat spelen voor jeugd een belangrijk onderdeel zou kunnen gaan worden in mijn leven. Tijdens mijn derde jaar liep ik stage in Liefde van Moniek Merkx. Hier begreep ik dat het jeugdtheater een plek is waar ik mezelf in verschillende versies kan ontmoeten. Peuters met kraaltjes in hun kroeshaar, een zwart meisje dat in de foyer van MAAS haar vrienden een cool danspasje leert of die ene tiener in de zaal: ze draagt haar dikke jacka (lees: jas) en aan haar voeten draagt ze vette Nikes. Ze ziet er stoer uit maar zit zenuwachtig aan haar vlechtjes. Ze staart verveeld naar het podium en vangt dan mijn blik. Ik glimlach naar haar en ze lacht terug. Ja, jeugdtheater was iets wat ik moest koesteren en dicht bij mij moest houden want het gaf mij zoveel plezier. Al durfde ik daar toentertijd niet helemaal achter te staan want er kleeft, ondanks alles, een stigma aan jeugdtheater. Voor wie denkt dat dat tegenwoordig toch wel meevalt, twee zinnen die niet lang geleden tegen mij gezegd zijn: ‘Je moet niet te veel achter elkaar voor jeugd spelen hoor, anders word je zo’n jeugdactrice. Dat zou zonde zijn.’ En: ‘Voor jong publiek is het zoveel makkelijker spelen, maar het échte werk zit bij de volwassenen’. Twee uitspraken die mij bijblijven. Als je nét afgestudeerd bent én ontzettend open staat voor de mening van anderen, nestelen dat soort uitspraken zich langzaam diep onder je huid. Maakte ik wel de juiste keuzes, qua projecten? Koos ik niet voor ‘makkelijk’ in plaats van ‘uitdaging’? Is jeugdtheater wel échte kunst? Gaat spelen voor jeugd mij niet kleiner houden en wil ik niet liever vliegen bij het volwassen publiek? Wat als niemand mij meer vraagt voor volwassen werk? Mijn hersenen draaiden overuren.

Spelen voor jeugd vraagt opperste concentratie. Jeugdpubliek is eerlijk, rauw, ongefilterd en heeft lef. Ik hou daarvan. Als ze moeten lachen, moeten ze écht lachen. Of ze schreeuwen hun reacties gewoon ongegeneerd de vloerop. Je ziet peuters die in tranen uitbarsten, je ziet peuters die niet meer bijkomen van het lachen, peuters die hun teleurgestelde hoofd zachtjes heen en weer schudden. Er is geen masker of sociale code.

Dus begeef ik mij steeds in de arena van het jeugdtheater omdat het een voorrecht is om daar te mogen zijn. Omdat ik mezelf in duizenden jongere versies terug zie in het publiek. Omdat ik mezelf graag wat vaker had willen zien. En omdat kleine Sue naar grote Romana keek. Vol verwondering keek ik naar hoe zij transformeerde van het ene naar het andere personage. Ze speelde speels, maakte mij bang en liet mij daarna weer lachen. Als een kameleon bewoog zij over het podium, als ik naar keek zat ik op het puntje van mijn stoel, mijn hart kloppend in mijn keel, I felt her energy.

Als mimer gebruik ik mijn sensitiviteit en energie als tool. Om vrij te kunnen spelen heb ik het nodig om mijn publiek te kunnen voelen, en zoek ik naar een eerlijke verbinding. Die vind ik terug bij de jeugd. In een gesprek met René Geerlings zei hij het mooi: ‘Ik denk dat jouw sensitiviteit als mens en kunstenaar verder gaat dan het verstandelijke, voorbij woorden. Kinderen staan dicht bij die sensitiviteit. Als jij heel zenuwachtig bent in de voorstelling BullyBully dan beginnen peuters direct te huilen omdat ze jouw spanning voelen. Kinderen hou je niet voor de gek op sensitief en energetisch niveau’.

René heeft gelijk. Ik ga goed op eerlijk contact omdat ik mijn intuïtie steeds meer durf te vertrouwen. Het is een voorrecht om voor jeugd te spelen! Wij vertellen onze verhalen, maar de jeugd, zíj leren ons ook veel. Ze leren ons om te blijven spelen, onze fantasie te gebruiken, vragen te stellen en dat het antwoord ‘daarom’ als je ‘waarom?’ vraagt niet genoeg is. Zij ervaren de wereld vanuit hun eigen belevenis en als we goed luisteren vertellen ze ons hun geheimen!

Het volwassene publiek ervaar ik vaak als afstandelijker. Dus creëerde ik alterego´s als the beast en the monster waarbinnen ik mij vrij durf te voelen. In deze alterego’s kan ik mijn humor, kracht en kwetsbaarheid samen laten komen op de vloer. Ze zorgden voor het terug claimen van de (speel)ruimte als mens en als vrouw van kleur. Maar ik begrijp nu ook dat ik mijn sensitiviteit en gevoeligheid probeerde te beschermen tegen het volwassen publiek, wat ik eigenlijk zonde vind. In een samenleving waar verharding de norm lijkt te zijn, is ons leven in disbalans want er is weinig tot geen ruimte voor verzachting. Maar ik weiger om te verharden.

De zaal is geopend, we lopen naar binnen. Wij nemen onze bagage mee en komen vaak met een gesloten houding ons stoeltje bemachtigen en checken vervolgens uit als we hoofdelijk niet begrijpen wat er gebeurt. Mind you: ik doe hier zelf even hard aan mee, en kan soms vergeten dat de performers op het podium mij ook zien en ook voelen. Ik vind dat we op sensitief en energetisch niveau een voorbeeld mogen nemen aan jeugd. Wat een rijkdom! Hun kijkhouding geeft een open verbinding, wat maakt dat wij, op het podium, het publiek durven te vertrouwen. En waar vertrouwen plaatsvindt, voel ik mij vrijer en denk ik dat ik nog heel lang in dit theaterlandschap mijn kijk, mijn dromen, mijn plezier en mijn energie wil delen met het publiek.

Tip: sluit je ogen, visualiseer je kleine ik, verander in je kleine ik, open je ogen, scan je kaartje, ga zitten, kijk, lach als je moet lachen, huil als je wilt huilen, reageer zoals je wilt. Ga eens als volwassene naar een jeugdvoorstelling. Het liefst naar eentje waar je midden tussen schoolklassen zit, of peuters. Laat je aansteken door hun energie. Kijken of jouw innerlijk kind nog aanwezig is of dat je die met de jaren begraven hebt. Volgens mij heeft dat kind best veel zin om buiten te komen spelen!

Beeld: Kwame Kwanzaa

Sue-Ann Bel is van 3 t/m 5 november 2023 te zien in haar werk Let’s Go Barbie (8+). Dit project is onderdeel van haar ontwikkelingstraject bij Maas theater en dans. Meer info op maastd.nl. Instagram: @sueannbel