Steeds meer gezelschappen, ensembles en festivals maken ruimte voor een archivaris. Op welke manier ondersteunt een archivaris de instelling? En waar komen ze vandaan? Guido Jansen van Podiumkunst.net sprak met zes instellingen over wat hun archief-werkers doen en waarom je een archivaris in je team wilt hebben. Salih Kilic fotografeerde ze aan het werk.

‘Henrik is zo ongelooflijk goed op de hoogte van wat er bij Nationale Opera & Ballet allemaal heeft gespeeld of speelt. Hij weet heel goed en snel met kennis van toen in het nu in te springen. Henrik heeft een grote drive om wat er in dit huis gebeurt naar buiten te brengen. En dat kan hij als geen ander middels dat archief.’ Lenny Gerdes, team lead Content van Nationale Opera & Ballet vertelt over één van haar teamleden, Henrik Lillin.

Afkomstig uit Hongarije, werkt Henrik nu al zeven jaar vier dagen per week als archivaris bij Nationale Opera & Ballet, de eerste die als archivaris in dienst kwam. In die tijd heeft hij zich onlosmakelijk met het gezelschap verbonden. Niet alleen door de uitvoerige kennis van het archief – in zeven jaar tijd leerde hij zestig jaar archief in detail kennen – maar ook vanwege zijn onmisbare bijdrage aan de afdeling Content. Gerdes: ‘Hij is echt een wandelend archief. Bij elke voorstelling die wij nu gaan spelen, weet hij wel mooi beeldmateriaal van vroegere uitvoeringen te vinden en daar een verhaal over te vertellen.’

Voordat Henrik aantrad als archivaris, was er al een begin gemaakt met het archief door Frank Lever. Frank had een mooie collectie gemaakt van alle programmaboeken van De Nationale Opera en zorgde ervoor dat de producties op de website zichtbaar waren. Ook heeft hij bijgedragen aan het digitaliseren van het archief.
Binnen de opera-archieven was Frank Lever een bekende naam, en zette hij zich naast de Nationale Opera ook in voor De Reisopera en Opera Zuid. Hij was een enthousiaste verzamelaar die vaak naar andere archieven ging om data op te zoeken. Franks brede opera-kennis was dan ook een waardevolle toevoeging aan de teams waarmee hij samenwerkte. Op basis van Franks uitvoerige bijdrage kan er vandaag nog steeds doorgewerkt worden aan het archief.
In september 2022 is Frank Lever overleden. Opera Zuid publiceerde daar een in memoriam over.

De reden dat Henrik al deze kennis heeft, is, naast een niet te stoppen passie voor het vak, ook omdat hij de afgelopen twee jaar grote delen van het archief heeft gedigitaliseerd, met hulp van een groep vrijwilligers. Elk stuk is wel door zijn handen gegaan. Dit digitale materiaal bewaart hij in hun archiefsystem Axiell, waardoor ook zijn collega’s het archief beter kunnen verkennen. ‘Henrik is nu vooral voor onszelf bezig met digitaliseren, maar uiteindelijk is het de bedoeling dat we het archief voor het publiek ontsluiten. Dat we een soort bibliotheek hebben van Nationale Opera & Ballet. Dan kan iedereen die iets wil opzoeken over een voorstelling vinden wie erin heeft gedanst, wanneer dat was, wat voor orkest erbij zat, hoe de jurk eruit zag, door wie het gedragen werd, noem het maar. Dat is natuurlijk fantastisch. En hoe zo’n archief in te richten, daar hebben we de kennis van Henrik voor nodig.’ Door het archiefsysteem van Henrik, kunnen zijn collega’s inspiratie uit het archief halen. Gerdes: ‘We kwamen erachter dat onze community het ontzettend leuk vindt om beelden en oude foto’s te zien op onze communicatiekanalen. Maar we vragen toch snel aan Henrik zelf of hij misschien beeld heeft voor het programmaboek of voor onze kanalen.’

‘Wat hier in huis gemaakt wordt, dat is voor iedereen. Het ontsluiten van het archief past dan ook bij onze missie: ‘We willen het leven van zoveel mogelijk mensen verrijken met de verwondering, schoonheid en betekenis van opera en ballet’.’ Lenny Gerdes, team lead content bij Nationale Opera & Ballet.

Zouden andere gezelschappen ook een ‘Henrik’ moeten hebben? Gerdes: ‘Als je je bestaan uit wilt dragen, wilt vastleggen en beklinken, dan ja, daar is het heel nuttig voor.’ Henrik is niet meer weg te denken bij het Nationale Opera & Ballet. ‘Voor de overlevering is het echt heel belangrijk dat we dit hebben, en dat vindt volgens mij iedereen. Henrik is vast onderdeel van deze organisatie.’

Henrik is niet alleen bezig met het beeldmateriaal. Voor het archiefsysteem zijn er ook data over het gezelschap nodig, zoals een overzicht van alle producties die het Nationale Opera & Ballet heeft uitgevoerd de afgelopen 60 jaar. Henrik: ‘Voordat ik hier begon, was er geen overzicht van de voorstellingen. Nu gelukkig wel. Je kunt je voorstellen dat het handig is om zo’n overzicht te hebben, niet alleen wanneer je wilt terugblikken op al je prestaties tijdens een jubileum of wanneer je een voorstelling opnieuw wilt opvoeren, maar ook voor onderzoekers en het publiek. De ballet- en operabezoekers die al jaren naar ons komen kijken en het leuk vinden om op de website te lezen over een voorstelling die ze in 1976 hebben bezocht.’


‘Als archivaris ben je in eerste instantie met en voor het gezelschap bezig.’
– Henrik Lillin, archivaris bij het Nationale Opera & Ballet.

Broodnodige specialist

‘Als buitenstaander lijkt het allemaal niet zo moeilijk. Hoe moeilijk kan het zijn om een voorstelling te bouwen en weer af te breken? Hoe moeilijk kan het zijn om geluid aan en uit te zetten? Als je in dat vak zit, weet je dat er een ongelooflijke specialisatie aan te pas komt. En dat geldt ook voor het beheer van ons archief en erfgoed. Het is een vak apart. Daarom hebben we Rosie aangetrokken.’ Marlene Kenens, hoofd marketing van ITA, benadrukt de specialistische kennis die archivaris Rosie Smith inbrengt.

Omdat ITA goed en duurzaam zorg wil dragen voor zijn archief, is Rosie bezig met een uitgebreid onderzoek. Kenens: ‘Rosie analyseert wat ons archief allemaal behelst en waar het op dit moment ligt. Want niet alles ligt in een kelder of zit bij een collega op de laptop. Het archief ligt verspreid.’ Dit onderzoek bundelt Rosie tot een archiefplan, op basis waarvan ITA gedegen keuzes kan maken. Kenens: ‘Met het archiefplan krijgen we overzicht over én inzicht in ons volledige archief. Op basis hiervan kunnen we de juiste beslissingen nemen. Over op welke manier het archief gedeeld gaat worden, intern of extern; of er materiaal ondergebracht moet worden bij andere instellingen. En over hoe we nieuw materiaal bewaren.’

Rosie Smith neemt ook een andere blik mee. Hoewel ze een warm hart heeft voor theater, is het niet de sentimentele blik die het voortouw neemt. Kenens: ‘Rosie is iemand die letterlijk naar het materiaal kijkt en dan de vraag stelt: op welke logische manier kunnen we het classificeren? Door het niet sentimenteel te bekijken, gaat ze niet als eerste aan de slag met de hoogtepunten, en ziet ze daarna de rest wel. Ze pakt het archief systematisch aan, en daardoor zie je dat de samenhang van het archief uiteindelijk veel rijker wordt.’

Archief als onderdeel van het productieproces

Smith is niet alleen bezig met terugkijken. Ze ondersteunt het productieproces door goed zorg te dragen voor de scripts met alle aantekeningen. Ze zegt: ‘Als repertoiregezelschap hernemen we vaak voorstellingen. In het archief hebben we dan ook de ‘blauwe dozen’. Hierin bewaren we de scripts van de verschillende producties, met aantekeningen van alle teamleden. Aan het eind van de productie scannen we al deze scripts met aantekeningen, zodat we die ook digitaal hebben, voor als we een stuk hernemen.’

Smith komt uit Engeland en kwam naar Nederland voor de master Archief- en Informatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Na een stage bij Henrik Lillin, ging ze fulltime aan de slag bij ITA. En net als Lillin werkt ze nauw samen met de verschillende afdelingen. Smith: ‘De mensen bij ITA zijn blij dat ik er ben. Ik denk dat de meesten van hen hebben gezien dat zij een archivaris nodig hebben. Nu is alles nog een beetje ingewikkeld georganiseerd en doet elke afdeling het op zijn eigen manier, we gooien niks weg, we bewaren veel te veel. En de afdelingen werken graag met mij samen om hier orde in te brengen. Mijn intentie is om één locatie in te richten waar iedereen intern in kan voor het bewaren van materiaal nadat een productie afgelopen is. Ik help collega’s met het bedenken van een systeem voor hun archief, ook zodat iedereen intern toegang heeft tot alles.’


‘Archieven zijn niet altijd het belangrijkste voor een gezelschap. Van Henrik heb ik geleerd wanneer het belangrijk is om voor je doel te gaan, en wanneer je eventjes het beste kunt wachten. Choose your battles.’
– Rosie Smith, archivaris ITA

Bladmuziek

Ook het archief van de Nederlandse Bachvereniging is een integraal onderdeel van de vereniging. Jan Pieter Lanooy studeerde muziekwetenschap, geschiedenis én aan het conservatorium. Naast zijn werk als medewerker archief en muziekbibliotheek bij de Bachvereniging, waar hij drie dagen per week werkt, is hij ook organist. Een belangrijke taak: de bladmuziek voorbereiden. Jan Pieter: ‘Ik moet de bladmuziek ruim van tevoren klaar hebben liggen, zodat de musici de tijd hebben om de muziek in te studeren. Ik werk dan ook vaak één à twee seizoenen vooruit. Van de artistiek medewerker ontvang ik dan een lijst met stukken die we gaan uitvoeren, en ik bereid die voor door te zoeken naar geschikte bladmuziekedities, deze te bestellen en gebruiksklaar te maken voor projecten. Wat ik de leukste uitdaging vind, is een verzoek om onbekende muziek. Dan ga ik op zoek naar de manuscripten, online of fysiek, en zet ik die over naar modern notenschrift. Daar heb je dus ook muzikale kennis voor nodig.’

Jan Pieter is niet als archivaris opgeleid. Is het dan een natuurlijk talent? Jan Pieter: ‘Ik ben veel met de juiste mensen aan het sparren. Met een collega die hier wel een goede kijk op heeft, of de gesprekken die ik voer met Philomeen Lelieveldt van het Nederlands Muziek Instituut. De grootste uitdaging als archivaris is denk ik: we hebben zoveel, hoe moet ik dat nu geordend houden? Daar praat ik dus veel over met mensen. En het antwoord is soms ook: harde keuzes maken. Over wat je wel en niet bewaart. En ook dat doe ik in gesprek. Je moet zeker niet overhaast te werk gaan, je moet voorzichtig zijn met de keuzes die je maakt.’


‘Het archief is de belichaming van de organisatie. Het is de identiteit van de Nederlandse Bachvereniging. We zijn altijd bezig met het heden en de toekomst vanwege de concerten en de repetities. Maar we moeten niet vergeten wat we allemaal gedaan hebben. Het is bijzonder dat zo’n vereniging als de onze al 100 jaar bestaat.’
– Jan Pieter Lanooy, bibliothecaris Nederlandse Bachvereniging

Bij Scapino Ballet Rotterdam was het dramaturg Hanna Laber die een overzicht bijhield van de audiovisuele banden die ze hebben. Voor archivaris Brandy Sanmoeradi was dit een goede voorbereiding om op door te werken. Brandy: ‘Hannah houdt gedetailleerde lijsten bij die herleidbaar zijn tot de verschillende dragers. Zij maakt ook een selectie wat daarvan gedigitaliseerd moet worden aan de hand van die lijst. Hierdoor heb ik efficiënter zicht op wat er is. Deze lijst is werkbaar voor haar, maar het is nog niet genoeg werkbaar om in de toekomst ook als ingang tot het archief voor buitenstaanders te gebruiken. Hiermee zie je meteen de meerwaarde van een archivaris in huis. Die denkt al duizend stappen vooruit.’


‘Collega’s als Hanna zijn essentieel voor een archivaris. Zij hebben de inhoudelijke kennis paraat en begrijpen de waarde van het archief.’
– Brandy Sanmoeradi, archivaris Scapino Ballet

Context missen, zoeken en geven

In archieven zijn allerlei verhalen terug te vinden en sporen van andere tijden. Maar niet altijd is de context goed te herleiden. De archief-werker is dan degene die de context kent, onderzoekt en toevoegt aan het archief. Nina Bos werkt momenteel twee dagen in de week aan het archief van Theater Oostpool. Als eerste klus na haar voltooiing van de master theaterwetenschap en dramaturgie aan de Universiteit Utrecht, merkt ze dat juist haar theaterwetenschappelijke en dramaturgische perspectief op het archief helpt om die in context te plaatsen. Bos: ‘Vanuit mijn achtergrond denk ik na over wat waardevol is voor het gezelschap en voor de sector. Dus als ik in dat materiaal aan het werk ben, dan kan ik heel goed onderscheiden wat artistiek gezien interessant is om te archiveren en ook in welke context het staat. Waar verhoudt het zich toe? Bijvoorbeeld, ik kan verklaren waarom er in de jaren zestig helemaal niks over Aktie Tomaat in alle archieven van Oostpool voorkomt. Ze waren al vooruitstrevend in het werk dat ze maakten, dus er was geen noodzaak om rebels te zijn en opstandig te worden. Dat karakter had het gezelschap al. Die theaterhistorische kennis vanuit mijn opleiding helpt om het archief in context te bekijken.’

Soms komt ze mysterieuze stukken tegen, waarvan ze de context niet meer kan achterhalen. Bos: ‘Ik vond bijvoorbeeld in het Gelders Archief een plakboek met allemaal foto’s van rekwisieten. Allemaal stoelen en tafels. Het is heel leuk, maar ik weet niet waar het voor gebruikt is. Is het bedoeld om te laten zien wat we ooit allemaal hadden als rekwisieten? Of is het bedoeld voor een eigen catalogus, dat je weet wat er is? Het is grappig om te zien, maar archiefwaardig?’


‘Er zat geen context bij. Je moet wel er bij opschrijven wat het is, anders kan een ander er niets mee. Dat is wel goed om te onthouden.’
– Nina Bos, projectleider archivering Theater Oostpool

Vanuit die observatie is Bos heel bewust bezig met de context die zij schept voor de toekomst. ‘Wat wij nu gaan archiveren, dat is niet voor nu. Dat is voor in de toekomst. Hoe verder weg van nu het materiaal ligt, hoe boeiender dat wordt, vind ik. Omdat het zo’n ander wereldbeeld geeft. Als je in dat oude materiaal bezig bent, dan zijn allerlei dingen heel interessant waarvan je nu zou denken dat het niet zo interessant is om te bewaren. En dat is heel lastig in te schatten. Wat gaat iemand over twintig jaar nog interessant vinden?’

Archivering als vorm van geschiedschrijving

Culturele ontwikkelingen werken door in hoe een archief is opgebouwd. Brandy Sanmoeradi is zich daar bewust van in hoe ze samen met collega Annemiek van der Wilt aan het Scapino-archief werkt. Sanmoeradi is transculturele archivaris en erfgoedspecialist.‘Daarmee wil ik aangeven dat ik het belangrijk vind om een bijdrage te leveren aan het collectief geheugen van Nederland door het aanbod van archieven inclusiever te maken.’ Tijdens het doorspitten van het archief, stuitte ze op een bijzondere voorstelling: Een n*meisje gaat naar school. ‘Dat triggert mij en vele toekomstige gebruikers met mij. Het is daarom belangrijk om in de huidige tijd tijdens het inventariseren rekening te houden met de gebruiker. Ook taalgebruik is onderdeel van de Scapino collectie en toont dat ook het Scapino Ballet een kind van zijn tijd is. En Scapino gaat met zijn tijd mee. Zo heeft Ed Wubbe in 1995 een alternatieve invulling van Romeo & Julia gemaakt, waarbij de diversiteit tussen de dansers een prominente rol kreeg.’

Met hun jaarlijkse festival laat de Nederlandse Dansdagen een dwarsdoorsnede zien van de dans tijdens dat seizoen. Daarmee bieden ze een ingang tot de ontwikkeling van het Nederlandse danslandschap. Morgana Braga is afkomstig uit Brazilië en werkt een paar uur per week aan het archief van de Nederlandse Dansdagen en hun dansMuseum. Zij is zich erg bewust van de positie van het festival in hoe het archief ook een vorm is van geschiedschrijving. Braga:‘Het archief van het festival stelt ons in staat om te zien hoe makers maatschappelijke ontwikkelingen verkennen en daarop reageren. Je kunt de voorstellingen in een sociaal-politieke context plaatsen waardoor we inzicht krijgen in de collectieve Nederlandse culturele identiteit en de verschuivende sociaal-politieke waarden. En tegelijkertijd is het een waardevolle tool om onze social bias en onderliggende machtsstructuren te verbeelden.’

Opgeleid in architectuur en stedelijke planologie en daarna werkzaam als tentoonstellingsontwerper, is Braga geïnteresseerd in hoe tentoonstellingsontwerp verhalen een podium geeft én verhalen vormgeeft. Ze ziet haar werk aan het archief van de Dansdagen dan ook als dat van een curator. ‘Ik denk dat het voor mij heel belangrijk is dat iedereen die in dit veld werkt zich bewust is van de macht die wij hebben. Wanneer wij materialen selecteren, labelen, beschrijven en informatie organiseren, moeten we begrijpen dat we betekenis creëren. We vormen de geschiedenis en de manier van herinneren en zo cultuur. Als je kijkt naar de bijdrage van kunst en cultuur in het verleden, zie je dat het altijd veel impact heeft gehad.’ Dat betekent niet dat archieven onveranderlijk zijn. Braga: ‘Archieven zijn in mijn perspectief niet statisch. Ze moeten worden behandeld als iets dat blijft groeien. Een entiteit waar we kritisch op kunnen reflecteren en die we kunnen veranderen.’

De Schatbewaarders

Met uitgebreide kennis van het archief, zijn de archief-werkers ook de ‘schatbewaarders’ van alle parels die erin besloten liggen. Brandy Sanmoeradi: ‘Het mooiste vind ik de plakboeken van fans, die zijn heel persoonlijk en vertellen over de bezoekerservaring uit eerste hand. Zo kwam ik een brief tegen; handgeschreven, in gebroken Nederlands door een Italiaanse fan. Vergelijkbare vondsten deel ik met mijn Scapino-collega’s, zodat de relatie met het historisch archief ook bij hen gaat leven.’ Nina Bos: ‘Wat mij bijvoorbeeld aansprak, was een verzameling tickets die geretourneerd was. Het ging over de voorstelling De markies van Keith. De bezoekers hadden een bonnetje gekregen waarop ze een keuze konden aanvinken. Ze hadden twee opties: Ik zag De markies en ik wil alles weten over Theater van het Oosten. Of: ik voel mij bedonderd door De markies en wil gratis naar Liefde en Lippendienst, een andere voorstelling. En dan kreeg je dus een ticket voor een andere voorstelling als je het niet goed vond, dat vond ik heel leuk om te lezen.’ Rosie Smith van ITA: ‘Een paar weken geleden is er iemand naar mij toe gekomen met een doos vol met oude glasplaten. Ze zijn zwart geverfd en werden als filters voor lampen gebruikt, zodat je decor kon projecteren. Ze waren, denk ik, gemaakt door de Nationale Opera in de jaren vijftig en zestig. Die zijn heel cool!’

Samen zorgdragen voor het archief van de sector

Zouden andere gezelschappen ook met archiveren bezig moeten? Smith: ‘Oh ja, natuurlijk! Elk gezelschap zou een archief moeten hebben. Of ze nu al een lange tijd bestaan en het daarom belangrijk is hun geschiedenis te bewaren. Of dat ze juist heel nieuw zijn en daarmee willen documenteren wat ze doen, het ontstaansproces, zodat mensen weten hoe dat is gegaan. Het archief van ITA is een klein stukje van het verhaal van het theater in Nederland. Om een beter beeld te krijgen, hebben we alle archieven nodig.’

foto’s Salih Kilic

Archivaris of archief-werker?
Niet iedereen die aan een archief werkt, is ook opgeleid als archivaris. In de gesprekken met de zes instellingen is deze breedte van de functie meegenomen, en dat is te zien in de taal. De titel archivaris wordt alleen gebruikt voor personen die daartoe zijn opgeleid. Archief-werkers wordt gebruikt voor diegenen die aan het archief werken, maar een andere achtergrond hebben.

Dit artikel is geschreven op basis van de interviewreeks ‘De Schatbewaarders’ van Podiumkunst.net, zes gesprekken met archivarissen en archief-werkers in de podiumkunsten.

Dossiers

Theaterkrant Magazine september 2023